GENERATIE IV
23-02-2014
IVa DIBBOLT EVERTSEN
(DIBBOLT EVERTSZ, DIBBELT EVERTSEN) (van IIIb), geb. tussen 1634 en 1652,
landeigenaar (1677), akkerbouwer (1677), veehouder (1677), ovl. tussen ca.
01-12-1681 en 01-10-1682, tr. Oldebroek 26-06-1675
JACOBIEN DRIES,
geb. (?), landeigenaresse (1677), akkerbouwster (1677), veehoudster (1677),
ovl. tussen 22-06-1677 en 29-08-1680, dochter van Dries … en …
Dibbolt Evertsen hertr. Oldebroek 29-08-1680
GEERTJEN JANSZ, geb.
(?), ovl. na 01-10-1682, dochter van Jan
… en …
Uit dit huwelijk is geboren:
Grietjen Dibbolts,
ged. Oldebroek 01-10-1682.
Oldebroek 22-06-1677: Dibbolt
Evertsz en zijn vrouw Jacobien Dries verkopen,
samen met andere erfgenamen van Morre Jans, een huis, hof en hofstede, weiland en bouwgrond in het Richterambt Oldebroek.
Oldebroek 01-10-1682: Den
1 Octob. Dibbelt Evertsen weduwen kint is gedoopt ende genaamt Grietjen.
Dibbolt Evertsen is overleden tussen 01-12-1681 en
01-10-1682. Vermoedelijk is hij begraven in Oldebroek. Aangezien het
begraafboek van Oldebroek begint in 1780 kon hiervan geen aantekening worden
gevonden.
IVb HENDRIK EVERTSEN
(HENRIC EVERTSEN, HENRICS EVERTSEN, HENDRICK EVERS) PRINS (PRINSJEN) (van IIIb),
geb. tussen 1634 en 1652, ovl. ca. 1727/1728, kort vóór 24-01-1728, tr. vóór
10-08-1673
GEERTJE TIJMENS (GEERTJEN
THYMANS, GEERTJEN TIJMENS, GEERTJEN TIMENS), geb. (?), ovl. na ..-07-1690,
vermoedelijk vóór 24-01-1728, dochter van Tijmen
… en …
Uit dit huwelijk zijn geboren:
Jannigjen Hendriks
Prins, ged. Oldebroek 10-08-1673,
volgt Va.
Evert Hendriks Prins,
ged. Oldebroek 26-08-1677, volgt Vb.
Gerrigjen Hendriks
Prins, ged. Oldebroek 26-11-1682, volgt Vc.
Tijmen Hendriks Prins,
ged. Oldebroek 20-07-1690, volgt Vd.
In het trouwboek van Oldebroek ontbreken de jaren 1653 - 1671.
Een ander echtpaar, Hendrik Everts en Geertje Jans, woonde
in Oldebroek op het Eekt. Ook zij laten in Oldebroek kinderen dopen. Omdat in de
onderstaande doopaantekeningen de naam van de moeder ontbreekt is niet
duidelijk welke Hendrik Everts wordt bedoeld:
Oldebroek 27-12-1668: ged. 27 [December] Henrick Evertsen sijn dogter, Marrichien.
Oldebroek 26-09-1675: ged. Den 26 Sept 1675 … Ouders Henrijck Everts
Indien het gaat om kinderen van Hendrik Evertsen Prins dan
zijn deze waarschijnlijk ovl. vóór 24-01-1728 zonder nakomelingen gelet op het
protocol van die datum.
Oldebroek 22-03-1676:
Hendrik Evertsen Prins en Geertje Tijmens worden ingeschreven als leden van de
Gereformeerde Kerk van Oldebroek:
Dese Naavolgende Ledematen
Aangenomen in ’t Jaar 1676 door D. Zegerus Zegerius, Predicant in ’t oldebr.
Den 22 Meert Henric Evertsen vulgo Prinsjen -Soon van Evert Keuyt- ende
Geertjen Thymans uxor.
Voor zover bekend gaat het hier om de oudste vermelding van
de achternaam Prins bij nakomelingen van Jan NN, zie I.
Bij de aantekening van de doop van Gerrigje op 26-11-1682
staat de naam Prins. Bij de doop van
de broers en de zus van Gerrigjen is de achternaam van de vader niet vermeld.
[3]
De doop van dochter Jannigje op 10-08-1673 dateert van vóór
het moment waarop haar ouders als leden van de kerk van Oldebroek zijn
ingeschreven. Dat is opmerkelijk. De gebruikelijke volgorde in die tijd is: als
jongeling belijdenis doen, dan trouwen en vervolgens eventuele kinderen laten
dopen.
Op dezelfde pagina in het lidmatenregister als waarop de
aantekening van 22-03-1676 is geplaatst is aangeven welke leden met attestatie
van of naar een andere kerk zijn ingekomen of vertrokken. Bij de inschrijving
van Hendrik Evertsen Prins en Geertje Tijmens is niets wat dat betreft vermeld.
In het
kohier van verponding in het ambt Oldebroek uit 1696 staat:
Op Gelder
p[achter] Lubbert Gerritsen 22
- 16 - 8
den 6 junij 1696 dom[inus] Op Gelder
door sijn meyer
doen betalen 32 - 0 – 0
op 24 febr[uaris] 1697 dom[inus] Op
Gelder op rekeninge
van dit en t volgende jaer 1697
betaelt 78 - 10 -
Idem pachter Hendrick Evertsen 10 - 0 - 0
[ver]rekent mit dom[inus] Op Gelder den 16 aug[usti]
1698
----
Gert Evertsen van huys, hoff en 2 mergen 2
- 11 - 0
den 5 juny 1696 op sijn posten betaelt 9 – 0 - 0
[ver]rekent den 12 decembris 1696
Gert Everts en Hend[rick] Everts een mergen 1 - 5 - 8
hiervan Gert Evertys bij affrekeninge voldaen
den 12 dec[embris] 1696, de reste mit 1 - 5 - 8
bet[aelt] d rest door Hend[rick] Everts mit 1 - 5 - 8
den 15 juny 1697
----
Gert Everts van ½ hoffstede 1 - 1 - 10
den 12 decembr[is] 1696 Gert Everts bij affrekeninge d
helfte
voldaen, blijft voor Hend[rick] Everts d ander helfte
t betalen
staen, dit voor memorie
1695 1 - 1 - 10
dit gaet Hendrick Everts an [1]
Oldebroek ca. 17-05-1720: In Oldebroek zijn in 1719 veel runderen
aan “de besmettelijke siekte”
gestorven. Hendrik Evertsen Prins komt
niet voor op de Lijste van het runtvee
dat in het rigterampt Oldebroek aen de besmettelijke siekte gestorven is in den
jare 1719. [2]
Hendrik Evertsen
Prins is voor 24-01-1728 overleden, waarschijnlijk kort voor deze datum. Op die
dag stelen zijn erfgenamen twee borgen aan bij de vereffening van de nalatenschap
van Hendrik Evertsen Prins.
Verburging van het erfhuis van
Hendrick Evertsen Prins, 24-01-1728.
In hedendaags Nederlands:
Verschenen voor mij Alexander van
Dedem, heer van Vosbergen, als richter van het richterambt Oldebroek, en de
hieronder genoemde gerichtslieden, Timen Hendricksen Prins, Dries Cornelissen,
uit naam van zijn echtgenote Gerritjen Hendricks, en Evert Hendricks voor
henzelf en mede als voogden over de minderjarige kinderen van Jannitje
Hendricks voortgekomen uit het huwelijk met Jan Fransen als erfgenamen van
Hendrick Evers Prins, wijlen hun vader, en hebben tot borg gesteld het erfhuis
van Hendrick Evers Prins, en daarvoor als
borgen aangesteld Andries Stoffelsen en Jan Hendricksen van den
Hogenbrinck, die, ook verschenen zijnde
voor het gemelde erfhuis, hun personen
en goederen hebben verbonden aan een behoorlijk op grond van een testament te
bewijzen schuld, voor het geval iemand zich (aanmatigend) als nader erfgenaam
of medeerfgenaam zou gedragen. Hierbij waren betrokken als gerichtslieden
Hendrick Jan Gerris en Egbert van Zuethem. Overeenkomstig de waarheid is deze
verklaring door mij, de voornoemde richter, persoonlijk ondertekend. Verhandeld
in Oldebroek, op 24 januari 1728.
Hieronder stond A.v.Dedem, richter van
Oldebroek.
De oorspronkelijke tekst luidt:
Compareerden voor mij Alexander
van Dedem, heer van Vosbergen, als rigter des rigterampts Oldebroeck en
onderbenoemde gerigtsluyden, Timen Hendricksen Prins, Dries Cornelissen, nomine
uxoris Gerritjen Hendricks, en Evert Hendricks voor haer selfs en mede als
momberen van de onmundige kinderen van Jannitje Hendricks in ehestant
geprocreert bij Jan Fransen als erffgenaemen van Hendrick Evers Prins,
haerluyden vaeder zalliger en hebben verburgt het erffhuys van Hendrick Evers
Prins, en daervoor tot borgen gestelt Andries Stoffelsen en Jan Hendricksen van
den Hogenbrinck, die almede erschenen siende voor het gemelte erffhuys hebben
verbonden haere personen en goederen, te weten voor een redelick testament
bewijsselijkke schult, en soo sig ymant naeder erffgenaem off medeerfgenaem
mogte vermeten te wesen. Hier waeren aen en over als gerigtsluyden Hendrick Jan
Gerris en Egbert van Zuethem. Ten waeren oirconde is dese bij mij rigter
voorschreven selfs geteikent. Actum Oldebroeck den 24 jannuary 1728.
Legerstonde A.v.Dedem, rigter van Oldebroeck. [3]
De erfgenamen van Hendrik Evertsen Prins
zijn Tijmen Hendriks Prins, Gerritjen Hendriks, Evert Hendriks en de
minderjarige kinderen van Jannigje Hendriks.
Oldebroek
10-04-1697: Geertje Henricks tr. Lubbert Henricksz. Diverse genealogen stellen dat
deze Geertje Henricks dezelfde is als Geertjen Hendriks Prins. Waarom? Lubbert
Henricksz zou dezelfde zijn als Lubbert Henricks Staal. Het paar zou twee
dochters hebben laten dopen: Fennigjen Lubberts Staal in Oldebroek 01-09-1700
en Fennigjen Lubberts Staal in Oldebroek 01-02-1705.
Via Geertje Tijmens is de voornaam Tijmen in de familie
Prins geïntroduceerd en deze naam is in vele opvolgende generaties aan
mannelijke nakomelingen gegeven, tot tenminste in de twintigste eeuw.
In de doopaantekeningen zijn de namen als volgt geschreven:
10-08-1673: Jannichje,
dochter van Henrijck Evertsen en Geertjen Tymens.
26-08-1677: Evert,
zoon van Henric Evertsen en Geertjen Timensen.
26-11-1682: Gerrigjen,
dochter van Henrick Evertsen Prins en Geertjen Timens.
20-07-1690: Timen,
zoon van Henric Evertsen en Geertjen Timens. [4]
IVc JAN EVERTSEN (van
IIIc), geb. tussen 1634 en 1652,
ovl. na 22-06-1677.
IVd GERRIT EVERTSEN
(van IIIc), geb. tussen 1634 en 1652, ovl. na 22-06-1677.
IVe HILLIGJE AELTSEN
(van IIId), geb. vóór 1656, ovl. na 08-06-1681, tr. Oldebroek 09-03-1679
HENDRICK GEERLIFSEN,
geb. vóór 1656, ovl. na 08-06-1681, zoon van Geerlif … en …
Oldebroek 09-03-1679: Henrick
Geerlofsen tr. Hillichien Aalts.
Noten bij Generatie IV
1. Transcriptie van en index op het
kohier van verponding in het ambt Oldebroek (afschrift) 1696, ORA Inv. nr. 58
Richterambt, door P. Zunderman, Oldebroek 2008, fol. 25, 29, 35.
2. Transcriptie Veeziekten 1719, Oldebroek Richterambt, P.
Zunderman, 2007.
3. Transcriptie van de protocollen van
vrijwillige rechtspraak van Oldebroek, 1699-1735, inv. nr. 193, door P.
Zunderman 2000, 24-01-1728, fol. 227v.
4. Oldebroek 10-08-1673: ged. Den 10 August.1673. Jannichje, dochter van Henrijck Evertsen. Geertjen Tymens. Oldebroek 26-08-1677: ged. Den 26 Augusti Evert, zoon van Henric Evertsen. Geertjen Timensen. Oldebroek
26-11-1682: ged. Den 26 Novemb. Gerrigjen,
dochter van Henrick Evertsen Prins
Geertjen Timens. Oldebroek 20-07-1690: ged. Den 20 July Timen, zoon van Henric
Evertsen.Geertjen Timens.
Bronnen bij Generatie
IV
-