HANDIG OM TE WETEN
09-09-2018
Indeling van de
families
De eerste voorouder
die de naam Prins droeg was Hendrik
Evertsen Prins (geb. tussen 1634 en 1652, ovl. ca. 1727/1728, kort vóór
24-01-1728, zie IVb). Hij woonde in
Oldebroek. Ook zijn overgrootvader is ons bekend: Jan.
Vanaf Jan, dus
vanaf het midden van de 16e eeuw, worden zijn nakomelingen met de
naam Prins en hun gezinnen
beschreven. Met Jan begint Generatie I. Het gezin van zijn zoon volgt in Generatie
II. Het gezin van zijn kleinzoon in Generatie III enzovoorts.
Bij elk gezin wordt
verwezen naar de vorige en/of de volgende generatie. “(zie IXb)” betekent dat
de ouders te vinden zijn in de negende generatie, onder de letter b. “volgt Xc”
betekent dat men de persoon kan vinden in de tiende generatie onder de letter
c. De laatste generaties bestaan uit veel gezinnen. Na de x, y, z, komen dan:
aa, ab, ac, enzovoort.
Tekst betekent: aandachtspunt of onzeker, moet nog
worden nagezien
Tekst betekent: verschillen in data gezien, na
controle overtuigd van juistheid
Tekst betekent: informatie ontleend aan informatie
van derden
Kerkelijke registers
In de
oudste generaties zijn leden van de familie Prins betrokken bij de Nederduits
Gereformeerde Kerk (na 1816 de Nederlands Hervormde Kerk). Gebeurtenissen als
dopen, belijdenis, trouwen en begraven zijn opgetekend door een functionaris
van een Nederduits Gereformeerde Kerk tenzij dat anders is aangegeven.
Afkortingen
begr.
begraven
BR Bevolkingsregister
BS
Burgerlijke Stand
ca.
circa
c.s.
cum suis (met de zijnen)
ds.
dominee
geb.
geboren
gem.
gemeente
geref.
Nederduits Gereformeerd / Gereformeerd
GD
Gelderland
hertr.
hertrouwt
M[jaartal]
Martini: 11 november
NN
nomen nescio (ik weet de naam niet)
nr. nummer
otr. ondertrouwt
ovl.
overleden
P[jaartal]
Petri (ad Cathedram): 22 februari
tr.
trouwt
wed.
weduwe
wedn.
weduwnaar
ws.
waarschijnlijk
Symbolen
(?)
plaats en/of datum onbekend
[cijfer ] verwijst naar de noten aan het
einde van elk hoofdstuk
(naam)
veel voorkomende varianten in de spelling van de naam (oudere
generaties)
dan wel de roepnaam (jongere
generaties).
Stadserven op het
Kampereiland
De stadserven op het Kampereiland worden van oudsher
verpacht per 22 februari van enig jaar ofwel de heiligendag Petri (ad Cathedram),
aangeduid met P gevolgd door het jaar. De tussen () geplaatste dateringen staat
niet geheel vast. Nader onderzoek kan uitwijzen dat de datering correct is of
moet worden herzien.
Rechtspraak
In de
oudste generaties zijn leden van de familie Prins betrokken bij diverse
rechtshandelingen.
Het
gaat daarbij om rechtshandelingen in het kader van:
(1)
de zogenaamde vrijwillige rechtspraak.
De
richter fungeerde hierbij min of meer als voorloper van de notaris. De
rechtshandelingen werden opgetekend in het
PROTHOCOL van
alienatien,
verbintenissens van onroerende goederen in desen
Richterampte vant Oldebroeck gelegen, soo gerichtelick als ongerichtelick
gepasseert, beginnende van den 7 juny 1666.
Ordonnantie om te protocolleren
Als
bijzonderheid voor het richterambt Oldebroek moet hier vermeld worden de
ordonnantie om te protocolleren van 7 juni 1666. Oldebroek was hierin een
voorloper op vele gerichten op de Veluwe. Deze plaatselijke ordonnantie werd
bekrachtigd door de resolutie van het kwartier op de landdag te Nijmegen in
1675, negen jaar later. De betreffende ordonnantie kan als volgt kort worden
samengevat. Richter en schepenen ordonneren dat wegens fraude en bedriegerij
alle acten door geërfden gezegeld in verband met onroerend en roerend goed
(aliënatien, transporten, rentverschrijvingen, pandtschappen, tuchtingen)
geprotocolleerd moeten worden. Alle akten moeten in het vervolg afgeschreven
worden met de namen van kopers, verkopers en zegelaars. De ordonnantie zal
hiertoe drie zondagen worden afgekondigd en vervolgens worden aangeplakt zodat
ieder er rekening mee kan houden. Houdt men zich hier niet aan, dan kan de
overeenkomst rechteloos worden verklaard. Men moet aan de inschrijving rechten
kunnen ontlenen evenals duidelijkheid verkrijgen over de gepleegde handelingen.
Oldebroek was hierin duidelijk vooruitstrevend.
Dibbolt
Feith (1637-1693), burgemeester van Harderwijk, was de eerste richter van
Oldebroek die de akten van de geërfden protocolleerde.
(2)
de zogenaamde civiele rechtspraak,
de rechtspraak betreffende geschillen.
De
richter fungeerde hierbij als lagere rechter. De lage rechtsmacht betreft
boetstraffelijke zaken en civiele zaken. De richter is de voorzitter van het
gericht. De gerichtslieden worden door de richter benoemd uit de geërfden. De
gerichtslieden treden op als oordeelvinders en vonniswijzers.
Civiele rechtspraak
Civiele
rechtspraak is rechtspraak inzake geschillen. Dat kan variëren van kleine
geschillen c.q. overtredingen tot civiele processen, Het initiatief bij
geschillen lag - net als nu - bij degene die zich benadeeld voelde. Hij/zij
ging naar de schout, teneinde zijn/haar klacht te deponeren. Vervolgens werd de
aangeklaagde gedaagd om een verweer in te dienen. Binnen de rechtzaal werd
getracht tot een oplossing te komen. In de protokollen werd summier bijgehouden
wat er geschiedde. Indien de zaak ingewikkelder was, ging men er toe over zijn/haar
aanklacht op papier in te dienen. We spreken dan over een civiel proces. Tot de
civiele rechtspraak ook de bemoeienis met minderjarigen of geestelijk
gehandicapten. De schout zag er in sommige gevallen op toe dat er voogden
werden genoemd.
De door de richter opgetekende
rechtshandelingen hadden meestal betrekking op onroerend goed-transacties.
Aangezien de voorouders van Hendrik Evertsen Prins in het richterambt van
Oldebroek geërfd waren geven de archieven van de richter van Oldebroek ons een
schat aan informatie aan de hand waarvan hun geschiedenis is op te tekenen.
Richterambt Oldebroek
Het Kwartier van Veluwe was een van de
vier kwartieren binnen het Hertogdom Gelre, naast het Kwartier van Zutphen, het
Overkwartier en het Kwartier van Nijmegen. Het Kwartier van Veluwe omvatte het
gebied Veluwe. De voornaamste steden waren Arnhem, Elburg, Hattem, Harderwijk
en Wageningen met elk hun eigen rechtsgebied. Het Kwartier van Veluwe bestond
verder uit het Richterambt Veluwezoom, Richterambt Oldebroek, Richterambt
Nijbroek en het Landdrostambt Veluwe. Op haar beurt omvatte het Richterambt Oldebroek het dorp Ermelo
en de schoutambten Doornspijk, Epe, Apeldoorn en Voorst.
Een
aantal data kon worden benaderd vanuit het gegeven dat alleen meerderjarigen
(doorgaans ouder dan 25 jaar) zelfstandig rechtshandelingen konden verrichten.
Meerderjarigheid
Voordat sprake was
van nationale wetgeving kon men hier ten lande op verschillende leeftijden
meerderjarig worden beschouwd. De grens tussen minderjarigheid en
meerderjarigheid was afhankelijk van de jurisdictie en van werk soort recht
(zoals: familierecht, vermogensrecht, strafrecht) van toepassing was. Kennis
van het ter plaatse geldende recht is vereist om nauwkeurig de leeftijd aan te
geven waarop men meerderjarig werd en dus zelfstandig een rechtshandeling kon
verrichten. In het algemeen kan worden gezegd dat de leeftijd voor
meerderjarigheid in familierechtelijke en vermogensrechtelijke zaken vanaf de
middeleeuwen tot in de achttiende eeuw, vooral door invloeden vanuit het
Romeins recht, steeg tot 25 jaar.
Diversen
Om een idee te krijgen van de
waarde van de in guldens aangegeven bedragen kun je gebruik maken van de
handige rekenhulp van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (www.iisg.nl of zoek via Google op “waarde van de gulden”). Voer het bedrag
in guldens en het jaartal in waarna een omzetting volgt naar de “koopkracht” in
onze tijd.
Voor een goed begrip van de
plaatsaanduidingen kun je oude kaarten raadplegen. Door de jaren
heen zijn gemeentegrenzen en grenzen van rechtsgebieden meer dan eens gewijzigd. Zo
vielen de polder Eektermerk en het kerspel Oosterwolde eens onder Doornspijk
maar tegenwoordig maken zij deel uit van de gemeente Oldebroek.
Verklarende
woordenlijst
attestatie : een
document dat mensen (individuen of gezinnen) mee kunnen krijgen wanneer ze
overgaan van de ene kerk naar de andere bevattende een korte beschrijving van
de reden waarom de attestatie is uitgegeven en de namen van de betreffende
persoon/personen, geboortedatum of -data, doop- en belijdenisdatum of -data,
eventuele kinderen.
belijdenis : een
gebruik binnen een deel van het protestantisme,
waarbij een gelovige in het openbaar getuigenis aflegt van zijn of haar geloof.
In veel kerken zijn alleen de belijdende leden "volwaardig" lid van
de kerk. Dit houdt onder meer in dat alleen zij deel mogen nemen aan het
avondmaal, stemrecht hebben en ambten
binnen de kerk mogen bekleden.
erf en where: tuin
Petri (ad Cathedram):
22 februari, op Kampereiland veelal de dag waarop de pacht eindigde of begon.