GENERATIE VI
16-01-2018
VIa HENDRIK EVERTS
PRINS (van Vb), ged. Oldebroek 25-03-1706, landeigenaar (vóór 1762-1779),
veehouder (vóór 1762-1779), ovl. na 28-06-1779
Oostendorp onder Doornspijk 13-01-1762: Hendrik Everts Prins heeft
in eigendom 1/3 deel van 15 gresen land in het Eektermerk. Het gaat om
gras- of hooiland dat eerder aan Hendriks vader Evert Hendriks Prins
toebehoorde: bij de 12 gresen die Evert Hendriks Prins in 1737 bezat kocht hij
er in dat jaar nog 3 gresen bij. Na zijn dood (na 06-06-1749) werd het aaneengesloten
perceel verdeeld door zijn drie kinderen: Hendrik Everts Prins, Beert Everts Prins
en Annetjen Everts Prins.
Oostendorp onder Doornspijk 28-06-1779: Hendrik Everts
Prins verkoopt voor 460 gulden aan Evert Dries en Marrigje Harms 1/3 deel van
deze 15 gresen, die dit aandeel diezelfde dag voor 460 gulden doorverkopen aan
Hendriks broer Beert Everts Prins, zie VIb.
Oldebroek 01-05-1784: Maij
1. is Hendrik Prins overleden.
Geen verdere gegevens zijn vermeld waardoor niet kan worden
vastgesteld of het hier gaat om Hendrik Everts Prins of bijvoorbeeld om Hendrik
Tijmens Prins (zie VIg).
VIb BEERT EVERTS
(BEERT EVERTSEN, BEERD) PRINS (van Vb), ged. Oldebroek 19-03-1711,
landeigenaar (vóór 1762-1787), veehouder (vóór 1762-1787), rentenier
(1787-1795), ovl. Kamperveen 04-05-1795 of Oldebroek 06-05-1795, begr. Kamperveen
09-05-1795, tr. Oldebroek 27-09-1732
JANNETJE KOENRAADS
(JANNETJEN KOENRAADS, JANNETJEN COENRAADS, JANNEGY CORAADS), geb. ca. 1710
(?), ged. Oosterwolde (GD)
07-01-1714, landeigenaresse (vóór 1762-1787), veehoudster (vóór
1762-1787), rentenierster (1787-1795), begr. Kamperveen 04-01-1803, dochter van
Koenraad Gerrits en Hendrikje
Hendriks.
Uit dit huwelijk zijn geboren:
Geertjen Beerts Prins,
geb. ws. Zuideinde, Kamperveen, ged. Oldebroek 11-01-1733, volgt VIIa.
Brand Beerts Prins,
geb. ws. Zuideinde, Kamperveen, ged. Kamperveen 28-01-1742, volgt VIIb.
Hendrikje Beerts
Prins, geb. ws. Zuideinde, Kamperveen, ged. Kamperveen 27-02-1746, volgt
VIIc.
Oosterwolde
(GD) 07-01-1714: Den 7 Januarij is
gedoopt de doghter van Coenraet Gerritz en Hendrickijen Hendricks en is genaemt
Jennighijen.
Oldebroek 27-09-1732: Beert
Evertsen tr. Jannetjen Coenraads.
Oldebroek 11-01-1733: ged. Den 11 Janrij Dogter Geertjen, dochter van Beert Evertzs Prins En Jannetjen Coenraads.
Beert Everts Prins woont in Kamperveen, Zuideinde (1742,
1748).
Zuideinde ligt in het zuidelijke deel van de Polder
Kamperveen. Aan weerzijden van de Wittensteinse Allee, daar waar Gelderland aan
Overijssel grenst, ontstond de buurtschap Zuideinde die altijd deel heeft
uitgemaakt van twee gemeenten. [1]

Zuideinde. Topografische Militaire Kaart (Nettekening)
1830-1850.
Beert Everts Prins laat in Kamperveen zijn zoon Brand Hannes dopen welke kennelijk is
vernoemd naar zijn grootvader Brandt Hannissen, zie Vb.
De koster van de Gereformeerde Kerk van Kamperveen vergiste
zich tweemaal in de naam van Beert Everts Prins.
De koster noteerde in 1742 Gerrit Timansz met twee verbeteringen en daarbij plaatste hij de namen
Beerd en (prins). De naam van de moeder staat niet vermeld.
Kamperveen 28-01-1742: Brand
Hannes. den 28. Januari hebben Gerrit Timansz [daarbij geplaatst: Beerd] (prins) aant Suideinde, laaten doopen syn soon Brand Hannes, waarvan
moeder is,
De koster noteerde in 1746 Beerd Timansz:
Kamperveen 27-02-1746: Hendrikje.
den 27 Februari heeft Beerd Timanz laaten doopen syne dogter Hendrikje, waarvan moeder is,
Aannemelijk is dat met Beerd Timanz is bedoeld Beert Everts
Prins. De ouders van Hendrikje Beerts Prins wonen in Kamperveen, zij trouwt
later in Kamperveen, woont dan in Zuideinde, haar man liet hun kinderen in
Kamperveen dopen en in Kamperveen werd Hendrikje Beerts Prins begraven.
Kamperveen 21-08-1748: Beert Everts Prins en Jannetje
Koenraads zijn bij de volkstelling van 1748 geregistreerd. Zij staan in het Register Van het Boerschap Het Zuijdeynde
Van Camperveene Waar Over Letter is de E Jan Harmentzen:
Getal der Huijsgezinnen
|
: 15de huijsgezin
|
|
|
Namen der Mannen ende Vrouwen
|
: Beert Everdz & Jannetjen Coenraadz
|
|
|
Kinderen en Kindskinderen Boven de 10 Jaaren oud
|
: 1 Dogter
|
|
Geertjen Beertz ongeveer 14 a 15 Jaar oud
|
|
|
Kinderen en Kindskinderen onder de 10 Jaaren
|
: 2 Kinderen
|
|
Brand Beertz 6 jaar
|
|
Hendrikje Beertz 2 Jaar
|
|
|
Dienstbooden mede derzelven naamen en Ouderdom
|
: Geene
|
|
|
Inwoonders en Costgaarderen
|
: Geene
|
Beert Everts Prins en Jannetje Koenraads kopen op 13-10-1762
voor 200 gulden van Annetjen Everts Prins en haar man Hendrik Klaassen, 2½
gresen land in het Eektermerk. Aldus verkrijgt Beert Everts Prins ongeveer 2/3
deel van 15 gresen land. Een 1/3 deel van deze 15 gresen is eigendom van zijn
broer Hendrik Everts Prins. [2]
Het gaat om gras- of hooiland dat eerder aan Beerts vader
Evert Hendriks Prins toebehoorde: bij de 12 gresen die Evert Hendriks Prins in
1737 al bezat kocht hij er in dat jaar nog 3 gresen bij. Na zijn dood (na
06-06-1749) werden de aaneengesloten percelen verdeeld door zijn drie kinderen:
Hendrik Everts Prins, Beert Everts Prins en Annetjen Everts Prins.
Beert Everts Prins zal er belang bij hebben gehad ook het
resterende 1/3 deel van deze 15 gresen in eigendom te verkrijgen. Mogelijk
slaagde hij er niet in dit onderling te regelen met zijn broer Hendrik Everts
Prins. De transacties wekken de indruk dat Beert Everts Prins zijn doel via een
omweg wist te bereiken: op 28-06-1779 koopt hij voor 460 gulden van Evert Dries
en Marrigje Harms het resterende 1/3 deel
van deze 15 gresen, die dit 1/3 deel diezelfde dag voor 460 gulden kopen
van Beerts broer Hendrik Everts Prins. [3]
In 1787 is Beert Everts Prins op leeftijd gekomen. Op 24-11-1787
verkopen hij en zijn vrouw voor 1.900 gulden aan Dries Reiers 15 gresen weiland
in het Eektermerk onder Doornspijk. Dries Reiers blijft 800 gulden van de
koopsom schuldig. De voornoemde 15 gresen weiland in het Eektermerk stelt hij
tot onderpand. Dries Reiers lost op 06-11-1791 zijn schuld af. [4]
Schets
van het grondbezit van Beert Everts Prins en Jannetje Koenraads in het
Eektermerk in het kerspel Oosterwolde, oorspronkelijk in bezit bij Evert Hendriks
Prins en Grietjen Brands, na 1737 geheel in familiebezit, dit tot 1787.
Feithenhof
vijftien gresen
hooiland wed. Gerrit
Beerts Helmig Willems
burgemeester Beert Everts Prins
of
Tulleken (aan Dries Reiers) Helmig Willems wed. Gerrit Beerts
Weeshuis van Elburg
Op diezelfde dag, 24-11-1787, lenen Beerts Everts Prins en
Jannetje Koenraads 400 gulden aan Evert Diesemers en zijn vrouw die tot
onderpand stellen hun twee mudde bouwland. Het zal gaan om een deel van bij de
verkoop van de 15 gresen weiland ontvangen koopsom. [5]
In 1787, als Beert Everts Prins 76 jaar is, gaan hij en Jannetje
Koenraads rentenieren.
Lummermerk in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk 11-12-1787:
Kennelijk een ander deel van de koopsom, 250 gulden, lenen Beert Everts Prins
en Jannetje Koenraads aan Heiltje Gerrits, de wed. van Willem Beerts die tot
onderpand stelt enkele percelen in het Lummermerk onder Doornspijk [6]
‘t Hooge in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk 18-03-1790: Beert Everts Prins en Fennigje Coenraats lenen 900 gulden aan de eersame Teunis Jans en zijn vrouw die tot onderpand stellen hun erf “Den
Hul” aan de Zwarteweg, gekocht in 1784, en andere onroerende goederen in
Oldebroek. [7]
‘t Hooge in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk 02-01-1788: Beert Everts Prins en Jennigje Coeraads lenen 200 gulden aan
Gerrit Eiberts Proeme en Batje Jans die tot onderpand stellen hun erf en goederen
en een half mud zaailand [8]
Doornspijk 23-02-1794: Heiltje Gerrits, de wed. van Willem
Beerts Fix, leent 350 gulden van Beert
Everts Prins en stelt tot onderpand grasland en zaailand. [9]
Oostendorp onder Doornspijk 07-08-1794: Beert Everts Prins en Jannetje Coenraads verkopen voor 400
gulden hun vordering op Evert Diesemers en Grietje Everts, die twee mudde bouwland
tot onderpand hebben gesteld, aan Johannes Stuurman in Elburg. [10]
Beerts Everts Prins en Jannetje Koenraads zijn 62 jaar
getrouwd als Beert Everts Prins overlijdt.
Kamperveen 04-05-1795:
op den vierden may is Be E prins over leeden den 9 Meij is Beert Everts prins
Begraft.
Oldebroek 06-05-1795: Den
6 Maij is Beert Prinsz overleden
Kamperveen 04-01-1803: 1803
Den 4 January is De vrouw van Beert Prins Jannegy Coraads Begraaven.
VIc ANNETJEN
(ANNIGJE) EVERTS PRINS (van Vb), ged. Oldebroek, 24-05-1716, (landeigenaresse (1799),
akkerbouwster (1799), ovl. na 13-10-1762, tr. Oldebroek 23-12-1748
HENDRIK KLAASSEN
(KLAASZ), geb. (?), ovl. na 13-10-1762, zoon van Klaas … en …
Uit dit huwelijk zijn geboren:
Evert Hendriks,
ged. Oldebroek 16-03-1749.
Grietjen Hendriks,
ged. Oldebroek 21-06-1750.
Oldebroek 23-12-1748: Hendrik
Klaassen tr. Annetjen Everts.
In de loop van 1748 worden Annetjen
Everts Prins (Annetjen, dochter van Evert Prins) en Hendrik Klaassen opgeroepen
te verschijnen voor de richter van Oldebroek wegens hun buitenechtelijke
relatie. De richter omschrijft het delict als “in onegt
geconvoseerd”.
Mogelijk heeft deze oproep hen doen besluiten hun relatie te
legaliseren: zij trouwen op 23-12-1748. De zitting heeft ruim een maand later plaats
voor de richter van Oldebroek. Annetjen is hoogzwanger als zij op 25-01-1749 voor
de richter verschijnt: de ouders laten minder dan twee maanden later hun zoon
Evert dopen. [11]
Oldebroek 16-03-1749 en 21-06-1750: Annetjen Evertzs Prins en Hendrik
Klaazzen laten hun zoon Evert en
dochter Grietjen dopen. Bij de
doopaantekeningen in het doopboek staat
bij de moeder de naam Prins vermeld.
VId AALT TIJMENS
PRINS (van Vd), geb. Oldebroek 04-04-1714, ged. Oldebroek 08-04-1714,
landeigenaar (1748-1793), pachter van een Kamper stadserf (1748-1793), akkerbouwer
(1748-1793), veehouder (1748-1793), meijer (1782), ovl. Kampen 21-07-1793,
begr. Kampen (Buitenkerk) 23-07-1793, tr. Kampen 04-02-1748
FIJGJE EIBERTS (FEYA
EGBERS, FEIJGIEN EGBERS, FIJE EGBERTS, FIJGJE EGBERTS), geb. vóór ca. 1718,
afkomstig uit Elburg, landeigenaresse (1743-1755), pachtster van een Kamper
stadserf (ca. 1747-1748), akkerbouwster (1743-1755), veehoudster (vóór
1747-1755), begr. Kampen 05-09-1755, dochter van Eibert/Egbert … en …, wed. van Jan Aartsen.
Uit dit huwelijk zijn geboren:
Elisabeth Aaltsen Prins,
ged. Kampen (Broederkerk) 15-11-1748, volgt VIId.
Eijbert Aaltsen Prins,
ged. Kampen (Buitenkerk) 15-02-1750, begr. Kampen 05-01-1762.
Tijmen Aaltsen Prins,
ged. Kampen (Buitenkerk) 17-02-1752, begr. Kampen (Buitenkerk) 12-01-1788.
Annegjen Aaltsen
Prins, ged. Kampen (Buitenkerk) 23-05-1754, volgt VIIe.
Tijdgenoten van Fijgje noteren het patroniem als Eiberts en ook
als Egbers of Egberts. Dat de tweede zoon van Feijgien “Eijbert” heet kan, gelet
op de traditionele wijze van vernoemen, mede erop wijzen dat “Eibert” de vader
was van Fijgje Eiberts. Daarbij komt dat Eiberts
juist in de oudste vermeldingen als patroniem meer werd gebruikt dan Egbers of Egberts.
Fijgje Eiberts otr. Kampen 19-10-1742, tr. Kampen 18-11-1742 Jan Aartsen.
Kampen 19-10-1742: Jan Aertsen wedr. van t’Haatland met Fijgien Egberts j.d. van
Camperveen.
Kampen (Buitenkerk) 18-11-1742: Den 18 Novembr Buijten Kerk Jan Aertsen vant haatland wed
met Fijgien Egberts van Camperveen jd
Zuideinde onder Doornspijk 07-03-1743: Jan Aartsen en zijn
vrouw Fijgje Eiberts, wonende op het
Kampereiland, kopen van Willem Aartsen en zijn vrouw Teunisje Willems voor 500
gulden 6 schepel bouwland aan de Winterdijk. [12]

De Winterdijk en de Grote Woldweg. Topografische Militaire
Kaart (Nettekening) 1830-1850.
Eektermerk in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk 21-04-1746:
Hendrik van Werven en zijn vrouw Hilligje Wolters verkopen voor 300
gulden aan Jan Aartsen op het
Kampereiland en zijn vrouw Fijgje
Egberts 4 schepel zaailand. [13]
Eektermerk in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk 14-03-1747:
Fijgje Eiberts, wed. van Jan Aartsen,
wonende te Overijssel koopt van
burgemeester H.J. Erkelens en zijn vrouw Elisabeth Agnes Schrassert voor 439
gulden 6 schepel bouwland, genaamd de Vossenakker. [14]
Deze Jan Aartsen, echtgenoot van Fijgje Eiberts, is dezelfde
als Jan Aartsen die op het Kampereiland erf 75, het eerste erf van de
Zuiderwaard, pacht van P1734 – ca. 1747. [15]
Hiervoor spreekt:
1. Op 07-03-1743 en op 21-04-1746 blijkt dat Fijgje Eiberts
is getrouwd met Jan Aartsen. Op de beide data blijken zij te wonen op het Kampereiland;
2. Jan Aartsen is ovl. tussen 21-04-1746 en 14-03-1747.
Fijgje Eiberts, weduwe van Jan Aartsen, woont op 14-03-1747 in Overijssel;
3. Jan Aartsen is pachter van erf 75, het eerste erf van de
Zuiderwaard, van P1734 tot ca. 1747;
4. Fijgje Eiberts huwt 04-02-1748 Aalt Tijmens Prins;
5. Aalt Tijmens Prins pacht erf 75, het eerste erf van de
Zuiderwaard, vanaf P1754;
6. Volgens J. Grooten, Pachters
van de stadserven op het Kampereiland 1432-1998, is niet bekend wie de pachter
is van erf 75, het eerste erf van de Zuiderwaard, in de periode tussen Jan
Aartsen, pachter tot ca. 1747, en Aalt Tijmens Prins, pachter na P1754.
7. Fijgje Eiberts heeft na het overlijden van Jan Aartsen het
bedrijf voortgezet getuige de (mogelijk nog samen met haar man gesloten) koop, op
14-03-1747, van 6 schepel bouwland, genaamd de Vossenakker, in Oosterwolde (GD).
Hieruit volgt dat Jan Aartsen, de echtgenoot van Fijgje
Eiberts, dezelfde is als Jan Aartsen, de pachter van erf 75, het eerste erf van
de Zuiderwaard. Jan Aartsen pacht erf 75 tot zijn overlijden, tussen 21-04-1746
en 17-03-1747, mogelijk kort vóór 14-03-1747, waarna Fijgje Eiberts de pacht voortzet
tot haar huwelijk met Aalt Tijmens Prins op 04-02-1748, waarna Aalt Tijmens
Prins pachter is.
Jan Aartsen is geb. vóór ca. 1708, afkomstig uit Oosterwolde
(GD), landeigenaar (1743-ca. 1747), pachter van een Kamper stadserf (1726-ca.
1747), ovl. tussen 21-04-1746 en 14-03-1747, mogelijk kort vóór 14-03-1747, zoon
van Aart … en ..., wedn. van respectievelijk Wichmoed Gerrits, Aaltje Lubberts
en Aaltje Dries. [16]
Jan Aartsen tr. Kampereiland 24-11-1726 Wichmoed Gerrits.
Wichmoed Gerrits is geb. vóór ca. 1708, afkomstig uit Oosterwolde (GD), dochter
van Gerrit … en …, begr. Kampen 13-02-1730, wed. van Jan Gerrits Ligger.
Jan Aartsen pacht op het Kampereiland erf 43, de Kleine
Modderkuil, van 24-11-1726 tot M1733, welk erf voordien is gepacht door
Wichmoed Gerrits, sinds 20-04-1726, en voordien, per M1713, door haar eerste echtgenoot
Jan Gerrits Ligger. [17]
Jan Aartsen hertr. Kampereiland 18-06-1730 Aaltje Lubberts.
Aaltje Lubberts is geb. vóór ca. 1712, dochter van Lubbert … en …, begr. Kampen
24-02-1733.
Jan Aartsen pacht op het Kampereiland erf 75, het eerste erf
van de Zuiderwaard, van P1734 tot ca. 1747. [18]
Jan Aartsen otr. IJsselmuiden 26-04-1734, hertr.
IJsselmuiden, Aaltje Dries. Aaltje Dries is geb. vóór ca. 1716, afkomstig uit
Oosterholt, dochter van Dries … en …, begr. Kampen 23-03-1736.
Het huwelijk met Fijgje Eiberts was het vierde huwelijk van
Jan Aartsen.
Kampen (Buitenkerk) 04-02-1748: Aalt tiemense vant Oldebroek jman tr. Fijtje Egberts van Elburgh wedue.
Kampen 27-07-1748: Op een lijst van ingezetenen van Kampen
komen voor Aalt Tijmens en Feya Egbers zonder kinderen, met hun
knecht Peter Tijmens, zonder meid en
inwonenden.
Aalt Tijmens Prins pacht op het Kampereiland erf 75, het
eerste erf van de Zuiderwaard, van 04-02-1748 tot P1784 (aanvang pachtperiodes:
04-02-1748, P1754, P1764, P1774). Per P1784 is de pacht direct overgedaan. [19]
Kampen 02-08-1756: Hannes Eybers en Harmen Prins worden
aangesteld als voogden over de vier kinderen van Aalt Tijmens Prins en wijlen Fijgje
Eiberts, genaamd Lysebeth, Eijbert, Timen
en Annegien. [20]
Den
2 Aug: 1756
Den 13 April 1776 De
personen van Hannes Eybers
heeft Lysebeth en
Harmen Prins worden geauctori-
Prins geadsisteerd seerd
tot voogden over de vier
met de secret onmundige
kinderen van Aelt
A.J. Lemkes Timensen
Prins en wylen Fya Egbers
hare voogden goeder met
name Lysebeth, Eybert, Timen
voogdijschap en en
Annegien Prins, welke de
ontrigtinge harer momberschap
handtastig hebben
goederen bedakt aangenomen
SAL Coram
Sabé
Cor L.W. van Hemert Bruinier
H.L. v.
der Merwede
Na het overlijden van Fijgje Eiberts en in verband met zijn
tweede huwelijk reserveert Aalt Tijmens Prins voor zijn
minderjarige kinderen Elisabeth, Eijbert, Tijmen en Annegjen als moeders
erfdeel 1500 Carolus guldens, land in Oosterwolde (GD) en boeken met
zilverbeslag e.d. Dit erfdeel wijst erop dat het gezin van Aalt Tijmens
Prins in gegoede omstandigheden verkeerde.
Kampen 02-08-1756: Aelt
Timensen Prins, wedn. van Fije
Egberts, verklaart voor zijn
minderjarige kinderen Lijsbet, Eijbert, Timens en Annegien Prins
als moeders erfdeel te hebben gereserveerd een bedrag van 1500 Carolus guldens,
land in Oosterwolde (GD) en boeken met zilverbeslag e.d. Tot onderpand stelt
hij acht schepel zaailand in Oosterwolde, gelegen tussen het land van hemzelf,
het land van Lobé, de Winterdijk en het land van de kinderen Brands, die niet
mogen worden verkocht of tot onderpand worden gesteld. Hij belooft te doen wat
een goede vader betaamt, waarmee de voogden, Jannes Eijbertsen en Harmen Prins, tevreden zijn. [21]
Hannes Eybers of Jannes Eijbertsen,
voogd van de vier kinderen van Aalt Tijmens Prins en Fijgje Eiberts, is
vermoedelijk, net als Harmen Prins, een oom van deze vier kinderen. Het is
aannemelijk dat zowel een oom van vaderszijde als een oom van moederszijde tot
voogden zijn aangesteld. Hannes Eybers of Jannes Eijbertsen zou een broer
kunnen zijn van Fijgje Eiberts.
Aalt Tijmens Prins otr. Kampen 30-07-1756, hertr. Oosterwolde
(GD) 22-08-1756
JANNETJE JACOBS
(JANNEGIEN JACOBUS STEENBERGEN) (zie VIe), ged. Oosterwolde (GD)
22-05-1732, landeigenaresse (1756-1802), pachtster van een Kamper stadserf
(1793-1802), akkerbouwster (1756-1802), veehoudster (1756-1802), begr. Kampen
(Buitenkerk) 08-09-1802, dochter van Jacobus
Reinderts en Stijntje Gerrits.
Uit dit huwelijk zijn geboren:
Jacobus Aaltsen Prins,
ged. Kampen (Buitenkerk) 02-10-1757, volgt VIIf.
Stijntje Aaltsen
Prins, ged. Kampen (Buitenkerk) 25-02-1759, volgt VIIg.
Jan Aaltsen Prins,
ged. Kampen (Bovenkerk) 25-12-1760, begr. Kampen 10-03-1761.
Marrigje Aaltsen Prins,
ged. Kampen (Buitenkerk) 01-01-1762, begr. Kampen 17-03-1764.
Jan Aaltsen Prins,
ged. Kampen (Buitenkerk) 27-02-1763, begr. Kampen 26-04-1763.
Jan Aaltsen Prins,
ged. Kampen (Buitenkerk) 19-02-1764, begr. Kampen 12-01-1770.
Gerrit Aaltsen Prins,
ged. Kampen (Buitenkerk) 20-10-1765, volgt VIIh.
Marrigje Aaltsen
Prins, ged. Kampen (Buitenkerk) 26-06-1768, volgt VIIi.
Egbert Aaltsen Prins,
ged. Kampen (Buitenkerk) 13-10-1771, volgt VIIj.
Jan Aaltsen Prins,
ged. Kampen (Buitenkerk) 24-10-1773, volgt VIIk.
Oldebroek 22-05-1732: ged. Jannetje, dochter van Jacobus
Reinderts en Trijntje Gerrits.
Aalt Tijmens Prins trouwt met de stiefdochter van zijn broer
Gerrit Tijmens Prins. Immers Jannetje Jacobs is een dochter van Stijntje
Gerrits, de vrouw van Gerrit Tijmens Prins, zie VIe.
Kampen 30-07-1756: Aelt Tijman Prins, wedr op ’t Haatland otr. met attestatie van Oosterwolde
Jannetje Jacobs, J.D. van Oosterwolde.
Oosterwolde (GD) 22-08-1756: tr. den 22 Aug. Aelt Timansz Prins Wed? op het HaetLandt & Jannetje
Jakobs j:d: van Oosterwolde.

Oosterwolde, St. Nicolaaskerk aan de Grote Woldweg. In deze kerk trouwen
Aalt Tijmens Prins en Jannetje Jacobs op 22-08-1756. Tekening door Cornelis Pronk, 1732.
Oosterwolde
– St. Nicolaaskerk
De St. Nicolaaskerk in
‘Oostenwold’ (het huidige Kerkdorp) is gesticht in de 15de eeuw door de abdij
van Werden. De kerk was gebouwd in gotische stijl. Door de toenemende dreiging
van stormvloeden van de nabijgelegen Zuiderzee, vertrokken de bewoners van
Oostenwold naar de in het zuiden gelegen buurtschap ‘de Zandweg’, het huidige
Oosterwolde. In het begin van de 19e eeuw was de St. Nicolaaskerk nog slechts
door enkele woningen omgeven en vanuit de omliggende woongebieden vaak moeilijk
bereikbaar. In 1844 liep de kerk aanzienlijke bliksemschade. Hierop werd
besloten de St. Nicolaaskerk af te breken en nieuwe kerken te bouwen bij ‘de
Zandweg’ en in Noordeinde. [22]

Sint
Nicolaas Kerk te Oosterwolde, in 1845 afgebroken. J.C.
Wendel, naar een tekening van H.G. Haasloop Werner.

Plattegrond
teekening der Sint Nicolaas Kerk te Oosterwolde, in 1844. Gesloopt in het volgende
jaar. J.C. Wendel, naar een tekening van H.G. Haasloop Werner.
Kampen 03-05-1771: Aalt Prins betaalt de 50e penning
over een huisje in Brunnepe van de armen.
Kampen vóór Pasen 1772: Tijmen
Prins, vermoedelijk Tijmen Aaltsen Prins, doet belijdenis en wordt
ingeschreven als lid van de Gereformeerde Kerk van Kampen.
Kampen 05-05-1774: Aalt
Tijmens Prins, oom, en Hendrik van Eem worden benoemd tot voogden over de
kinderen van Harmen Tijmens Prins en Jannigje Vriese, genaamd Elisabeth, Harmyna,
Maria en Timen Hendrik. [23]
Wat was
de impact van de zware stormvloeden van 14/15-11-1775 en 22-11-1776 op erf 75
op de Zuiderwaard, c.q. op het Kampereiland?

Dijkbreuk en overstroming tussen Vollenhoven en Kampen, 22
-11-1776.
Bij de zware stormvloed van 14/15-11-1775 lopen delen van
Holland, Gelderland en Overijssel onder water. In Elburg komen 28 inwoners om
het leven en op het Kampereiland 250 stuks rundvee. Bij de zware stormvloed van
22-11-1776 komen 7 Elburgers om het leven.
Het Kampereiland
ligt in de monding van de IJssel bij Kampen, begrensd door de IJssel, het Kattendiep, het Ketelmeer, het Zwarte Meer en het Ganzendiep. Oorspronkelijk bestond het Kampereiland uit
verscheidene eilanden. In 1363 schonk de bisschop van
Utrecht Jan van Arkel deze eilanden aan de stad Kampen in
ruil voor de rechten van de stad in de polder Mastenbroek. Kampen kreeg niet alleen de eilanden, maar ook het
recht-van-aanwas. Uitbreidingen van de eilanden op de Zuiderzee waren daardoor
ook eigendom van de stad. Door sedimentatie en actieve inpoldering breidde
Kampen haar grondbezit in de loop der eeuwen sterk uit. In de 19e eeuw bestond
het huidige Kampereiland uit drie eilanden: Kattenwaard, Raas-Pijperstaart en Binneneiland. De drie eilanden waren van elkaar gescheiden door het Rechterdiep en het Noorddiep. In de 20e eeuw kreeg het
Kampereiland zijn huidige vorm. Het Rechterdiep werd gedempt, het Noorddiep
werd bij de IJssel afgesloten, het Kattendiep werd gegraven en nieuwe
inpolderingen op de Zuiderzee vonden plaats (Rechterveld, Willem Meijerpolder,
Stikkenpolder en Zwartemeerpolder). Het uiteindelijke agrarische grondbezit van
de gemeente bedroeg 5.000 ha. Het omvatte naast het Kampereiland, de
Mandjeswaard (600 ha), de Pieper (200 ha), de Melm, Buitendijks en de polder Broeken
en Maten. Het gehele bezit werd kortheidshalve ook wel aangeduid met het begrip
"Kampereiland". De pachtinkomsten waren zodanig winstgevend dat de
gemeente Kampen in de 19e eeuw geen belastingen meer hoefde te heffen. Het
Kampereiland is agrarisch in gebruik, met name melkveehouderijen zijn er
gevestigd. Op het eiland wonen ongeveer 500 mensen. Er is een buurtschap met
een kerk en een basisschool. Het Kampereiland is ontsloten met de Ganzensluis,
de Eilandbrug en Ramspolbrug. Het Kampereiland is een markante onderdeel van het Nationaal Landschap IJsseldelta. Typerend voor het eiland is dat de oudere boerderijen op terpen zijn gebouwd. Dit was noodzakelijk
omdat het eiland vóór de afsluiting van de Zuiderzee in 1932 bij een hoge waterstand regelmatig
overstroomde. In oktober 2007 droeg de gemeente Kampen het eigendom van haar
gehele bezit over aan Kampereiland Vastgoed NV. De gemeente is enig
aandeelhouder. Het areaal was door stadsuitbreidingen inmiddels afgenomen tot
4.000 ha.
Kampen 09-05-1785: Aelt
Tijmens Prins, geboortig van het Oldebroek koopt het buitenburgerschap van
de stad Kampen voor zich en zijn zoontjes Egbert,
11 jaar en Jan, 10 jaar en zij worden
ingeschreven in het Burgerboek 1672/1868 van Kampen. [24]
Aalt Timensen Prins geboortig van het Oldebroek
heeft de buitenburgerschap gewonnen en daar
voor betaald --------------------------------------- f
98,==
alsmede voor sijn soons de een oud
in sijn elfde jaar, en de twede oud in syn
tiende jaar, met namen Egbert Aalts, en
Jan Aalts Prins --------------------------------------f
28,==
Aalt Tijmens Prins is voogd van Hermina Prins, de dochter
van zijn broer Harmen Tijmens Prins en Jannigje Vriese, zie VIi.
Kampen 04-01-1781: Hendrik van Eem en Aalt Prins verzoeken Schepenen en Raad van Kampen Hermina Prins, 24 jaar, meerderjarig te
verklaren.
Schepenen en Raad van Kampen verklaren Hermina Prins
meerderjarig.
“Den 4 Januarij
1781.
Op den Requeste van Hendrik van Eem en Aalt Prins,
verzoekende Veniam aetatis voor derzelven pupil Hermiena Prins oud 24 jaar en
van een goed gedrag.
Was geapost: Op
het rapport van de Heeren Hoofdlieden in het Bovenquartier word aan den Supplianten
pupille Hermina Prins de verzogte veniam aetatis geaccordeerd ten fine en
effecte als naar regten.” [25]
Kampen
30-12-1782: Jan Dirks verzoekt de Schepenen en Raad van Kampen de pacht van erf
45 op het Haatland, door hem verworven bij een openbare verpachting op
24-12-1782, onder dezelfde voorwaarden te mogen overdoen aan Aalt Timens Prins, pachter van erf 45.
Schepenen en
Raad van Kampen stemmen in met dit verzoek.
&ldquoldquo;Den 30 December 1782.
Op de Requeste van Jan Dirks, versoekende van het erve op
het Haatland No.47 bij de publijcque verpagting den 24 December laatstleden
hebbende gepagt, aan de Meijer van het erve No.45 Aalt Timens Prins op dezelve
conditien te mogen overdoen.
Was geapost: Het verzoek ten
Requeste gedaan word mids desen geaccordeert, en dien ten gevolge de
gelibelleerde overdoening geapprobeert.” [26]
Van
04-02-1748 tot P1784 is Aalt Tijmens Prins pachter van erf 75, het eerste erf
op de Zuiderwaard, groot 40
bunder voor 350 gulden per jaar (per P1754), 470 gulden per jaar (per P1764) en
435 gulden per jaar (per P1774). Aalt Tijmens Prins heeft de pacht per P1784
wel gemijnd maar doet die direct over aan Lubbert Aarts van de Weerd.

De Zuiderwaard. Kadasterkaart (Minuutplan) 1811-1832
Aalt Tijmens Prins pacht op het Kampereiland erf 61, het
eerste erf van de Kruishoop. Dit erf is groot 29 bunder. De pacht bedraagt 370 gulden per jaar. Aalt
Tijmens Prins pacht dit erf van P1784 tot aan zijn overlijden op 21-07-1793. [27]
Een schoonzoon van Aalt Tijmens Prins, Klaas Teunis ten Hove, getrouwd met
Elisabeth Aaltsen Prins (zie VIId), pacht van P1784 tot P1794 het naastgelegen
erf 62, het Erf De Kruishoop.

De Kruishooper Erven
aan de Haatlander-Dyk. Kadasterkaart (Minuutplan) 1811-1832.
Het
pachten van twee naast elkaar gelegen erven door Aalt Tijmens Prins en zijn schoonzoon
oogt als een strategische zet. Denkbaar is dat Aalt Tijmens Prins in 1784, bijna zeventig jaar, al
rekening hield met een verlies aan krachten of een overlijden binnen de
pachtperiode van tien jaar. De exploitatie van twee naast elkaar gelegen erven,
door hem en zijn schoonzoon, zal voordelen hebben geboden.
Erf 61 en erf 62 lagen
aan de noordzijde van de Haatlanderdijk. Erf 61 is opgeheven met ingang van
P1963 en erf 62 per P1970. De landerijen bij deze erven maakten plaats voor de
uitbreiding van het industrieterrein van Kampen.
Ruim een jaar na het
begin van de pacht overlijdt Elisabeth Aaltsen Prins, de oudste dochter van
Aalt Tijmens Prins. Haar man Klaas Teunis ten Hove heeft, zo blijkt in 1786, ook
het overlijden van vijf van zijn zes kinderen te verwerken gekregen.
Klaas Teunis ten Hove,
weduwnaar met een dochter van vijf jaar, hertrouwt in 1786. Na de dood van Elisabeth
Aaltsen Prins en door het nieuwe huwelijk van Klaas Teunis ten Hove wordt de
familieband tussen de bewoners van de beide Kruishoper erven veel minder hecht.
Aalt Tijmens Prins
pacht op het Kampereiland erf 74, het tweede erf van de Zuiderwaard, met ingang
van P1794. Hij mijnde de pacht voor 1.000 gulden per jaar maar kan de pacht niet aanvaarden door
voortijdig overlijden. [28] Het plan van Aalt Tijmens Prins om terug te keren
naar de Zuiderwaard viel samen met het voornemen van zijn gewezen schoonzoon om
erf 62 te verlaten en per P1794 een erf op de Mandjeswaard te pachten.
Jannetje Jacobs pacht
op het Kampereiland erf 61, het eerste erf van de Kruishoop, van 21-07-1793 tot
P1794. [29] De weduwe van Aalt Tijmens Prins voltooit de pachtperiode en vertrekt
per P1794 naar de haar zo bekende Zuiderwaard. Zij pacht daar erf 74, het
tweede erf van de Zuiderwaard, van P1794 tot haar overlijden op 08-09-1802. [30]
De
erven Jannetje Jacobs pachten op het Kampereiland erf 74, het tweede erf van de
Zuiderwaard, van 08-09-1802 tot P1804. [31]
In de Buitenkerk van Kampen bevindt zich de grafsteen van
Aalt Tijmens Prins en Jannetje Jacobs. Op deze steen staan de inscripties “1793
21 . IL” en “1802: 8 ST”.


Foto’s. Grafsteen van Aalt Tijmens Prins (1714-1793) en Jannetje Jacobs (1732-1802) in de Buitenkerk
in Kampen.
BS Kampen 30-04-1829: Volgens een uitreksel uit het OverlijdensRegister der Buitenkerk
is Aalt Tiemens Prins ovl. Kampen
23-07-1793 alhier op de drie entwintigSten
July Een duizend Zeven honderd drie en Negentig.
“De Buitenkerk (of Onze Lieve Vrouwe
kerk) in Kampen was bij de bouw de tweede parochiekerk van Kampen en werd
gewijd aan Maria. De naam "Buitenkerk" is ontleend aan de plek van de
kerk, het nieuwe stadsdeel de Buitenhoek, dat oorspronkelijk buiten de
stadsmuur lag.
De kerk was tot ca. 1580 in gebruik bij de
Rooms-katholieken. Na de verovering van de stad door de prinsgezinden, werd de
kerk ingericht voor de gereformeerde eredienst. Tegen het einde van de 18e eeuw
raakte de kerk in verval. Nadat de kerk rond 1800 als paardenstal door
verschillende legers was gebruikt was het verval volledig.
Lodewijk Napoleon, koning van Holland, stelde
de Buitenkerk in 1809 ter beschikking van de Kamper Rooms-katholieken, die zich
tot dusver met twee schuilkerkjes hadden moeten behelpen. De kerk werd door de
toenmalige pastoor niet meer dan "een hoop stenen" genoemd. Toch nam
de kleine Rooms-katholieke gemeenschap het herstel ter hand. In de loop van de
19e eeuw volgden diverse restauraties.”

Foto. Buitenkerk in Kampen.
BS Kampen 17-06-1850: in de overlijdensakte van Marrigje
Aaltsen Prins staat dat zij een dochter is van Aalt Prins en Jannigjen
Steenbergen.
In de doopaantekeningen zijn de namen als volgt geschreven:
15-11-1748: Elizabeth,
dochter van Aalt Tijmensen en Fijgjen Egberts.
15-02-1750: Eijbert,
zoon van Aalt Tijmens Prens en Feijgjen Eijbers.
23-05-1754: Annegjen,
dochter van Aelt Tijmens Prins en Feijgien Egbers.
02-10-1757: Jacobes,
zoon van Aelt Tijmensen Prins en Jannigien Jacobes.
25-02-1759: Stijntjen,
dochter van Aelt Tijmens Prins en Jannetjen Jakobus.
25-12-1760: Jan,
zoon van Aelt Tijmensen Prins en Jannetjen Jacobus.
01-01-1762: Merrigien,
dochter van Aaelt Prins en Jannetjen Jacobus.
27-02-1763: Jan,
zoon van Aelt Tijmensen Prins en Jannetjen Jakobus.
19-02-1764: Jan,
zoon van Aelt Tijmensen Prins en Jannetjen Jakobus.
20-10-1765: Gerrit, zoon
van Aelt Tijmensen Prins en Jannegien Jakobus.
26-06-1768: Marrigien,
dochter van Alelt Prins en Jannetien Jakobes. In een later handschrift
is Alelt veranderd in Aelt.
13-10-1771: Egbert,
zoon van Aelt Tijmensen Prins en Jannegien Jacobs.
24-10-1773: Jan,
zoon van Aelt Tiemensen Prins en Jannetjen Jakobus.
Aalt Tijmens
Prins – plaatsbepaling grondbezit
Aalt Tijmens Prins en zijn naaste verwanten hebben in eigendom
diverse gras- en zaailanden in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk.
Wie is behulpzaam bij het
lokaliseren van de hieronder genoemde percelen in het huidige terrein?

Foto. Winterdijk, zicht op het westen nabij “Op Grootvaders Erf”,
25-12-2013.

Foto. Winterdijk, ter plaatse waar deze over een korte afstand
oost-west loopt met een bocht naar het zuiden, nabij “Op Grootvaders Erf”.
Zicht op Elburg. 25-12-2013.

6 schepel bouwland/zaailand
in het Eektermerk, aan de westzijde grenzend aan de Winterdijk, gekocht door
Fijgje Eiberts en Jan Aartsen, haar eerste man, in 1743, verkocht in 1793.
Zuideinde onder Doornspijk 07-03-1743: Fijgje Eiberts en Jan
Aartsen, wonende op het Kampereiland, kopen in 1743 van Willem Aartsen en zijn
vrouw Teunisje Willems voor 500 gulden 6 schepel bouwland aan de Winterdijk.
Dit bouwland grenst aan (oost) het land van Jan Aartsen kerkmeester, (zuid) het
land van de heer Lobè predikant te Elburg, (west) de Winterdijk en (noord) het
land van Evert Gerritsen. [32]
Eektermerk in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk
14-08-1749: Gerrit Jacobsen en zijn zus Gerrigje Jacobs, beide voor 2/3
erfgenamen van hun oom Evert Gerritsen, verkopen voor 250 gulden hun erfportie
aan Willem Aartsen en zijn vrouw Teuntje Willems, zijnde een mudde zaailand aan
de Winterdijk. Dit zaailand grenst (oost en zuid) aan het land van Aalt
Tijmensen Prins, (west) aan de Winterdijk en (noord) aan het land van de weduwe
van Eibert Jansen Nieboer. [33]
Eektermerk in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk
31-12-1749: Willem Aartsen en zijn vrouw Teuntje Willems verkopen voor 390
gulden aan Gerrit Brandsen een mudde zaailand aan de Winterdijk. Dit zaailand
grenst (zuid) aan het land van Aalt Tijmensen Prins, (west) aan de Winterdijk
en (noord) aan het land van de weduwe van Eibert Jansen Nieboer. [34]
Zuideinde onder Doornspijk 10-07-1768: Jan Eibertsen en Fennigje
Gerrits kopen voor 150 gulden het aandeel van Brand Gerritsen en zijn vrouw
Jannigje Cnelis, voor 150 gulden het aandeel van Nelle Gerrits, voor 40 gulden
het aandeel van Albert Alberts en zijn vrouw Driesje Gerrits , voor 40 gulden
het aandeel van Gerrit Alberts en zijn vrouw Dirkje Gerrits in een mudde
zaailand waarvan zij een tiende deel al in bezit hebben. Dit zaailand grenst
aan (oost en zuid) het land van Aalt
Tymensen Prins, (west) de Winterdijk en (noord) het land van Renesse. [35]
Doornspijk 06-04-1793:
Aalt Tijmens Prins verkoopt 6 schepel
zaailand aan Lubbert Gerrits en zijn vrouw Fennetje Gerrits voor 400 gulden.
Dit zaailand grenst aan (oost) zijn eigendom, (west) de Winterdijk, (zuid) land
van de heer Renesse, (noord) land van Egbert Jans. De eigenaar betaalt (jaarlijks?) een rente
van 2 gulden aan het Onze Lieve Vrouwengilde van Oldebroek. [36]
4 schepel zaailand
in het Eektermerk, gekocht door Fijgje Eiberts en Jan Aartsen, haar eerste man,
in 1746.
Eektermerk in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk 21-04-1746:
Hendrik van Werven en zijn vrouw Hilligje Wolters verkopen voor 300
gulden aan Jan Aartsen op het
Kampereiland en zijn vrouw Fijgje
Egberts 4 schepel zaailand. Dit zaailand grenst aan (oost) land van Gerrit
Jansen of de erfgenamen van Jochem Klaas, (zuid) land van dominee Lobé, (west)
land van Jan Aartsen en (noord) land van burgemeester Erkelens. [37]
6 schepel
bouwland in het Eektermerk, genaamd de
Vossenakker, aan de oostzijde grenzend aan het Streker voetpad, gekocht
door Fijgje Eiberts in 1747.
Eektermerk in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk 14-03-1747:
Fijgje Eiberts, wed. van Jan Aartsen,
wonende te Overijssel koopt van
burgemeester H.J. Erkelens en zijn vrouw Elisabeth Agnes Schrassert voor 439
gulden 6 schepel bouwland, genaamd de Vossenakker. Het bouwland grenst aan
(oost) het Streker voetpad, (zuid) land van dominee Lobè, (west) land van Evert
Gerritsen en (noord) land van Eibert Jansen. [38]
Zuideinde onder Doornspijk 28-09-1753: Jan Lubbertsen en
zijn vrouw Swaantje Jans en Lubbert Lubbertsen en zijn vrouw Anna Rutgers
verkopen aan Arend Jacobsen en zijn vrouw Hendrikje Egberts voor 150 gulden 2/3
deel van 3 gresen weiland waarvan het overige Marrigje Gerrits toebehoort. Dit
weiland grenst (noord) het land van de weduwe van Eibert Jansen Nieboer, (oost)
de Grote Woldweg, (zuid ) het land van Jacob Klaasen en (west) het land van
Aalt Tijmensen Prins. [39]
Zuideinde onder Doornspijk 26-03-1756: Arend Bruggeman en zijn
vrouw Jantje Hendriks kopen van Arend Jacobsen en zijn vrouw Hendrikje Egberts
voor 300 gulden 2/3 deel van 3 gresen land waarvan het overige toebehoort aan
Marrichje Gerrits. Deze drie gresen grenst aan (oost) de Grote Woldweg, (zuid)
het land van Jacob Claasen, (west) het land van Aalt Timensen Prins en (noord) het land van de wed. Eibert Jansen
Nieuwboer. [40]
’t Hooge onder Doornspijk 03-01-1773: Diverse personen verkopen
gezamenlijk aan Gysbert Berghuis en zijn vrouw Geertruid Veldkamp en Jacob
Michmarshuizen diverse goederen waaronder hun aandeel in het Rutsje, groot drie
gresen. Het Rutsje grenst aan (oost) de Woldweg, (zuid) het land van Annigje
Jacobs, (west) het land van Aalt Tymensen
Prins en (noord) het land van Renesse. [41]
Mogelijk is dit bouwland verkocht in 1794:
Doornspijk 04-02-1794:
Jannetje Jacobs, Gerrit Aaltsen Prins, Jacobus Aaltsen Prins en Jochem Hendriks
Hillebrand en zijn vrouw Annigje Aaltsen Prins verkopen aan Hendricus
Bijsterbosch zes schepel zaailand
voor 355 gulden. Dit zaailand grenst aan (oost) land van Hendrik Gerrits Lange,
(west) land van Lubbert Gerrits, (zuid) het land van de heer Renesse en (noord)
het land van de koper. [42]
een half
mudde bouwland in het Eektermerk, verkocht in 1790
’t Hooge in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk 26-11-1790: Aalt Tijmens Prins verkoopt voor 180
gulden aan Henricus Bijsterbosch een half mudde bouwland in ’t Hooge. Dit
bouwland grenst aan (oost en noord) land van Henricus Bijsterbosch, (zuid) land
van Cornelis Peelen en (west) land van Jan Beertsen. [43]
een mudde
zaailand in het Eektermerk, verkocht in 1794
Doornspijk 04-02-1794:
Jannetje Jacobs, Gerrit Aaltsen Prins, Jacobus Aaltsen Prins en Jochem Hendriks
Hillebrand en zijn vrouw Annigje Aaltsen Prins verkopen aan Hendricus
Bijsterbosch een mudde zaailand voor 338 gulden. Dit zaailand grenst (oost en
zuid) aan het land van de koper, (west) aan het land van Lubbert Gerrits,
(noord) aan het land van de heer Renesse. [44]
een mudde
zaailand in het Eektermerk, aan de zuidzijde grenzend aan de Winterdijk, in
eigendom verkregen vóór 16-12-1757, verkocht in 1787
Aangezien de Winterdijk voor het grootste deel loopt in de
richting noord-zuid en slechts voor een klein deel in de richting oost-west is
vrij eenvoudig de ligging van het akkerland, dat aan de zuidzijde aan de
Winterdijk grenst, te bepalen.
Het akkerland grenst ten westen aan het in 1757 genoemde perceel
akkerland dat aan de oost- en zuidzijde grenst aan de Winterdijk, dus daar waar
de Winterdijk een bocht maakt van het westen naar het noorden.
Op het akkerland, dat eens in het bezit was van Aalt Tijmens
Prins, staat nu een woning met op de gevel de naam “Op Grootvaders Erf”.
De Zomerdijk onder Doornspijk 16-12-1757: Aartje Everts, wed. van Diesemer Egberts, en haar kinderen Egbert,
Jacob,Tryntje, Evert en Jannetje Diesemers kopen voor 700 gulden van Jan Herms
en Beertje Gerrits zes schepel zaailand. Dit zaailand grenst aan (oost en zuid)
de Winterdijk, (west) het land van Evert Brands en Aalt Tymen Prins en (noord) het land van de kopers. [45]
Eektermerk onder Doornspijk 06-07-1770: Brand Evertsen en zijn
vrouw Geertje Hendriks lenen 100 gulden van Egbert Diesemers e.a. en stellen
tot onderpand een mudde bouwland. Dit bouwland grenst aan (oost en noord) het
land van Egbert Diesemers, (zuid) het land van Aalt Prins en (west) het land van burgemeester Brienen. [46]
Zuideinde onder Doornspijk 29-10-1773: Jan Eiberts en Fennigje
Gerrits kopen voor 400 gulden van Brand Everts en Geertje Hendriks een mudde
zaailand. Dit zaailand grenst aan (oost) het land van Tryntje Diesemers, (zuid)
land van Aalt Prins, (west) land van
burgemeester Brienen en (noord) land van de erven van Diesmer Egberts. [47]
Zuideinde onder Doornspijk 11-04-1787: Aalt Tijmens Prins en zijn vrouw Jannetje Kobus, zijn dochter Annetje
Aalts en haar man Jochem Hendriks,
zijn zoon Tijmen Aaltsen en zijn
schoonzoon Klaas Teunis verkopen voor
350 gulden aan Lubbert Gerrits en Fennetje Gerrits een mudde zaailand aan de
Winterdijk. Dit zaailand grenst aan (oost) land van Trientje Diesmers, (zuid)
de Winterdijk, (west) land van burgemeester Barneveld en (noord) land van
Lubbert Gerrits en Fennetje Gerrits. [48]
6½ gresen
land in het Lummermerk op Catstouwe, verkregen in 1788 bij het verdelen van de
nalatenschappen van de ouders van Jannetje Jacobs, door Aalt Tijmens Prins en Jannetje
Jacobs nagelaten en door enkele van hun kinderen verkocht in 1803
‘t Hooge in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk 26-01-1788: Aalt Tijmens Prins en zijn vrouw Jannetje Kobus en Harm
Wolters en zijn vrouw Hendrikje Cornelis verdelen de goederen die zijn nagelaten
door Jacobus Reinders en Stijntje Gerrits, de ouders van Jannetje Jacobs.
Hierbij verkrijgt Aalt Tijmens Prins 6½ gresen land op Catstouwe. [49]
Lummermerk onder Doornspijk 04-05-1803: Kobus Aalts Prins en zijn vrouw Aaltje
Mentsels?, Gerrit, Egbert, Jan en
Margje Aalts Prins en Klaas Kragt en Stijntje Aalts Prins verkopen voor 877 gulden aan Jacob Aalts en
zijn vrouw Aartje Lubberts ongeveer 6 ½ gresen weiland op Catsstouwe in het
"Zomerwerk" gelegen. Dit weiland grenst aan (oost) land van Albert
Alberts, (zuid) land van Gerrit Veldkamp, (west) land van Jansen te Elburg en
(noord) land van Egbert Jansen en Harmen Driesen. [50]
de helft
van 9 gresen grasland in het Bolsmerk, aan de westzijde grenzend aan de Grote
Woldweg, gekocht in 1762.
Bolsmerk in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk 28-10-1762: Aalt Tijmensen Prins en Jannigje Jacobs kopen voor 400 gulden
van Beeltje Gerrits de helft van 9 gresen grasland in het Bolsmerk. Dit land
grenst aan (oost) land van Hendrik Geurts, (zuid) het Kamper stadsland, (west)
de Grote Woldweg en (noord) land van de wed. van Willem Tijmens. [51]
Niet te
plaatsen verwijzingen:
Zuideinde onder Doornspijk 28-02-1770: Aart Roelofs en zijn vrouw
Lubbigje Jans kopen voor 1.200 gulden van Willem Aartsen en zijn vrouw Teuntje
Willems o.a. een erfje. Het erfje
grenst aan (oost) de Kleine Woldweg, (zuid) het land van Aalt Prins en (noord) het land van Gosen Port. [52]
Zuideinde onder Doornspijk 05-09-1772: Aart Roelofs en zijn vrouw Lubbetje Jans lenen 425 gulden van Aart
Warners en zijn vrouw Aaltje Jochems en stellen tot onderpand hun huis, hof,
hooiberg en schuur tussen de Grote Woldweg en Kleine Woldweg. Het bezit grenst
aan (oost) de Kleine Woldweg, (zuid) het land van Aalt Prins, (west) de Grote Woldweg en (noord) het land van Gosen
Lubbertsen Port. [53]
Eektermerk in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk 07-02-1774: Hendrik Beertsen en zijn vrouw Jacobje
Peelen Coops verkopen voor 500 gulden aan Gerrit Veldkamp en zijn vrouw Aaltje
Heimens een kamp weiland. Dit weiland grenst aan (oost) land van Gerrit
Egberts, (zuid) land van Tijmen Willems, (west) land van Willem Brands en
(noord) land van Aalt Prins. [54]
Eektermerk in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk 06-02-1776: Barend van Houten en zijn vrouw
Alberta Boeduinx verkopen voor 430 gulden aan Willem Brantsen 4 gresen land,
genaamd Raasinksviere. Het Raasinksviere grenst aan (oost) het land
van Willem Brantsen, (zuid) het land van Sagemans c.s., (west) het Feithenhof
en (noord) het land van de heer Knijff en het land van Aalt Prins. [55]
’t Hooge onder Doornspijk 03-10-1776: Egbert van Langen en zijn vrouw Margje Scholten, Jan van Dalsum en zijn vrouw Aaltje Scholten
en Dilligje Scholten met autorisatie van haar man Willem van Boksum verkopen
gezamenlijk voor 742 gulden aan Cornelis Peelen Coops en zijn vrouw Aaltje
Tymens 6 schepel land. Deze 6 schepel land grenst aan (oost) het land van de
heer Coops en H. Kruithof, (zuid) het land van Gerrit Beertsen, (west) het land
van Jan Beertsen en (noord) het land van Aalt
Prins. [56]
Zuideinde onder Doornspijk 02-05-1780: Lubbigje Jans, wed. van
Aart Roelof, en Hendrik Harms en Jan Jansen als voogden verkopen voor 122
gulden aan Hendrik Gerrits Lange een mudde zaailand met een omheind weilandje.
Hieraan grenst (oost) land van Lubbert Gerrits, (zuid) land van Aalt Prins, (west) land van Lubbigje
Jans en (noord)land van Albert Jans. Daarnaast verkopen zij voor 150 gulden aan
Lubbert Gerritsen en zijn vrouw Fennigje Gerritsen 8 gresen weiland aan de
Kleine Woldweg. Dit weiland grenst aan (noord – is bedoeld: oost?) de Kleine
Woldweg, (zuid) land van Aalt Prins,
(west) land van Hendrik Everts en (noord)land van Albert Jansen. [57]
Zuideinde onder Doornspijk 25-03-1782 Lubbert Gerritsen en zijn
vrouw Fennigje Gerritsen verkopen voor 250 gulden aan Hendrik Jansen en Jannetje Gosens 8 gresen weiland aan de
Kleine Woldweg. Dit weiland grenst aan (oost) de Kleine Woldweg, (zuid) land
van Aalt Prins, (west) land van
Hendrik Everts en (noord) land van Albert Jansen. [58]
Zuideinde onder Doornspijk 25-05-1795: Gerrit Eimerts en zijn vrouw Engeltje
Brands verkopen voor 425 gulden aan Barend van Marle en zijn vrouw M.S.M. Knijf
een huis, genaamd het Ottersnest, met twee hoven, weilanden en houtgewassen
voor, achter en naast dat huis, door Gerrit Hendriks Flier en Matheus Hendriks bewoond.
Hieraan grenst (oost) land van de wed. Lubbigje Jans, (zuid) land van Aalt Prins, (west) de Grote Woldweg en (noord)
land van Albert Jans. [59]
Zuideinde onder Doornspijk 08-05-1810: Lubbigje Jans, wed. van Aart Roelofs, verkoopt voor 150 gulden aan
Wolter Hartgersen Docter een omheind weiland. Dit weiland grenst aan (oost en
noord) land van Gerrit Nieland, (zuid) land van Aalt Prins en (west) land van de heer van Marle. [60]
Literatuur:
Kwartierstatenboek 1958, blz. 273 (daar: geb. Oldebroek
08-04-1714, tr. Oosterwolde (GD) 22-08-1756 Jannetje Jacobs)
VIe GERRIT TIJMENS (GERRIT
TIJMENSEN, GERRIT TIMANS, GERRIT TIMANSZ) PRINS (van Vd), ged. Oldebroek
08-11-1716, landeigenaar (1741-1776), veehouder (1747, 1770), diacon (1757), geërfde
op de Veluwe (1772), bouwman (postume vermelding 1828), ovl. 02-05-1776, begr. Oosterwolde
(GD) 06-05-1776, tr. Oosterwolde (GD) 11-09-1740
STIJNTJE GERRITS
(STIJNTJE GERRITS PRINS), geb. ws Oosterwolde vóór ca. 1711, ged. Oosterwolde (GD) 04-03-1708,
landeigenaresse (1741-1756), veehoudster (1747), ovl. 27-04-1756, begr.
Oosterwolde (GD) 01-05-1756, dochter van Gerrit
Theunissen en Jantjen Reinders, wed. van Jacobus Reinderts.
Uit dit huwelijk zijn geboren:
Jacobus Gerrits Prins,
ged. Oosterwolde (GD) 16-04-1741, ovl. vóór 21-07-1743.
Jacobus Gerrits Prins,geb.
Oosterwolde, ged. Oosterwolde (GD) 21-07-1743, volgt VIIm.
Elisabeth Gerrits Prins,
ged. Oosterwolde (GD) 14-05-1747, volgt VIIn.
Timan Gerrits Prins,
ged. Oosterwolde (GD) 04-01-1750, ovl. 07-07-1762, begr. Oosterwolde (GD)
12-07-1762.
Oosterwolde
(GD) 04-03-1708: Den 4 Meert is gedoopt
de doghter van Gerrit Theunissen en Jantjen Reijnders en is genaemt Stientijen.
Stijntje Gerrits tr. Oosterwolde (GD) 11-12-1729 Jacobus
Reinderts, geb. ws. Kamperveen vóór ca. 1706, ovl. vóór 11-09-1740, wednr. van
Harmijntjen Jans.
Oosterwolde (GD) 11-12-1729: Den 11 Desbr. zijn alhier in den staet des huwelijk ingezegent Jakobus
Reinders wed? en Stijntjen Gerrits J.D. beide uit Oosterwolde.
Uit het huwelijk van Stijntje Gerrits en Jacobus Reinderts
zijn geboren:
Gerrit Jacobs, ged. Oosterwolde (GD) 15-02-1731.
Jannetje Jacobs, ged. Oosterwolde (GD) 22-05-1732, zie VId.
Gerritje Jacobs, ged. Oosterwolde (GD) 15-08-1734.
Gerrit Jacobs, ged. Oosterwolde (GD) 23-03-1738. [61]
Jacobus Reinderts was weduwnaar toen hij trouwde met
Stijntje Gerrits.
Jacobus Reinderts tr. Oosterwolde 23-03-1724 Harmijntje
Jans.
Oosterwolde (GD) 23-03-1724: Den 23 dito [Martij] sijn bij ons getrout Jacobus Reijnders j.m. Van ’t
Camperveen en Harmintjen Jans Wed Van ’t Camperv. beijde wonende tot
Oosterwolde.
Uit het huwelijk van Jacobus Reinderts en Harmijntje Jans is
geboren:
Harmtjen Jacobs, ged. Oosterwolde (GD) 24-12-1724. [62]
Zuideinde
onder Doornspijk 10-05-1724: Jacob Reinders en zijn vrouw Harmina Jans kopen
voor 300 gulden van de weduwe Aeltje Aerrens 6 gresen weiland en 2/3 gres
weiland in Oosterwolde. Hieraan grenst
(oost) land van Jochem Klaas, (zuid) land van Wolter Hendericks, (west)
land van Sturman en (noord) land van Harmen Willems en de stad Elburg. [63]
Zuideinde onder Doornspijk 05-09-1733: Aart Gerritsen en
zijn vrouw Jutje Gerrits verkopen voor 3.000 gulden aan Eibert Jansen en zijn
vrouw Dreesje Jans het door hen bewoonde erf en goed op de Streek in Oosterwolde met een
huis, hof, hooiberg en schuur en opgaande bomen, enzovoorts, waaronder 3
schepel zaailand op de Vossenakkers aan de Winterdijk, een weiland van de Woldweg
tot aan de Winterdijk, 6 gresen ten westen van de Winterdijk, 3/4 gres ten
westen daarvan, nog westelijker 8 gresen en 4 gresen ten noorden daarvan, met
het recht, voor verkopers, de woning en de hof die Diecemer Geerlofs gebruikt, hun
leven lang vrij en zonder pacht te gebruiken, mits zij de woning goed
onderhouden. Hieraan grenst (oost) land van Jacob Reinders, (zuid) land van de
heer Van Dedem, (west) land van Johannes van Loo en (noord) land van Beert
Assenstouwe. [64]
Oosterwolde (GD) 11-09-1740: den 11 Septbr zijn met Bewijs van Kamperveen getrout Gerrit Timansz
J.M. van Oldenbroek en Stijntje gerrits wedu van Jakobus Reindertsz.
In de doopaantekeningen zijn de namen als volgt geschreven:
16-04-1741: Jacobus,
zoon van Gerrit Timansz Prins en Stijntje Gerrits,.
21-07-1743: Kobus, zoon
van gerrit Tijm: Prins en Stijntje gerrits.
14-05-1747: Lijsbeth,dochter
van Gerrit Tijmonsz Prins en Stijntje Gerrits.
04-01-1750: Timan,
zoon van Gerrit Timansz of Prins en
Stijntje Gerrits. [65]
Het lijkt erop dat Gerrit Tijmens Prins en Stijntje Gerrits
hun eerste zoon, Jacobus, genoemd hebben naar Jacobus Reinderts, de overleden
echtgenoot van Stijntje Gerrits.
Op 27-04-1756 overlijdt Stijntje Gerrits. Zij laat haar man
en vijf kinderen na, vermoedelijk kinderen uit haar eerste en uit haar tweede
huwelijk. Stijntje Gerrits is begraven in Oosterwolde (GD), in de kerk. De kerk
berekent hiervoor 2 gulden en 4 stuiver.
Oosterwolde (GD) 27-04-1756: Den 27 April Styntjen Gerrits Prins gest. Den 1 maij begraven in de
kerk bt 2 - 4 - : Nalat. M: 5 kinderen.
Gerrit Tijmens Prins hertr. Oosterwolde (GD) 11-04-1757
AALTJE JANS (AELTJE
JANSZ) (AALTJE VAN DE STREEK), geb. ws. Oosterwolde (GD) vóór ca. 1740, ovl.
25-08-1764, begr. Oosterwolde (GD) 29-08-1764, bouwvrouw (postume vermelding
1828), dochter van Jan… en …
Uit dit huwelijk zijn geboren:
Geertje Gerrits Prins,
geb. Oosterwolde, ged. Oosterwolde (GD) 29-01-1758, volgt VIIo.
Jan Gerrits Prins,
ged. Oosterwolde (GD) 02-03-1760, volgt VIIp.
In 1757 is Gerrit Tijmens Prins diaken van de Gereformeerde
Kerk van Oosterwolde. Aaltje Jans doet
enkele dagen voor haar huwelijk belijdenis. Zij wordt ingeschreven als lid van
de Gereformeerde Kerk van Oosterwolde
Oosterwolde (GD) 05-04-1757: Aaltje Jans doet belijdenis en wordt ingeschreven als lid van de
Gereformeerde Kerk van Oosterwolde.
Oosterwolde (GD) 11-04-1757: den 11 April Paesch-M: zyn getrout Gerrit Timansz Prins Diacon En
Aeltje Jansz J.D. van Hier.
Oosterwolde (GD) 29-01-1758: den 29 Januarij zijn gedoopt Geertje dogter van Gerrit Timansz Prins en
Aeltje Jans …
Jan Gerrits Prins is ged. Oosterwolde (GD) 02-03-1760. Op
grond van verklaringen van zijn oom en tante, Goosen Tijmens Prins en Geertje
Tijmens Prins, is ruim veertig jaar later hiervan alsnog een aantekening in het
doopboek geplaatst.
Oosterwolde (GD) 30-08-1800: Den 2 Maart 1760 is gedoopt Jan Gerritsen Prins zoon van gerrit
Timansen Prins en Aaltje Jans, volgens afgegeven verklaringen van Goossen
Timans Prins & Geertjen Timansen Prins Op den 30 Aug: 1800. get. H: van
Seide.
Gelet op de traditionele wijze van vernoemen (ouders geven
hun kinderen vaak de namen van hun eigen ouders) kan verondersteld worden dat
de beide kinderen, Geertje en Jan, zijn genoemd naar de ouders van Aaltje Jans.
Op 07-07-1762 overlijdt een kind van Gerrit Tijmens Prins.
Het kind laat een vader, moeder en vier kinderen na. Met “vier kinderen” zijn
vermoedelijk (half)broers en (half)zussen bedoeld. De kerk berekent voor de
begrafenis 1 gulden en 9 stuiver.
Oosterwolde (GD) 07-07-1762: Den 7 Julij 1 een Kindt van Gerrit Prins gest. Den 12 Julij 1 begraven
N: V: M: 4 kind- bt: 1 – 9 –
Het zal gaan om Timan Gerrits Prins, ged. Oosterwolde (GD)
04-01-1750. Zijn broer Jacobus Gerrits Prins, zus Elisabeth Gerrits Prins,
halfzus Geertje Gerrits Prins en halfbroer Jan Gerrits Prins zijn op latere
data nog in leven. Vermoedelijk kreeg Tijmen Gerrits Prins, ged. 06-02-1768, de
naam van zijn vooroverleden halfbroer.
Oosterwolde (GD) 1762: Gerrit Tijmens Prins gaat met
attestatie over van de Gereformeerde Kerk van Oosterwolde (GD) naar Doornspijk.
Doornspijk 18-03-1763: Haar
attestaties hebben overgelevert: Gerrit Tijmansz: Prins en Aaltjen Jans
Egtelieden van oosterwolde. Den 18 Mart. 1763.
Op 25-08-1764 overlijdt Aaltje Jans. Zij laat haar man en
vier kinderen na. De kerk berekent voor de begrafenis 1 gulden en 9 stuiver. De
vier nagelaten kinderen zijn vermoedelijk Geertje Gerrits Prins en Jan Gerrits
Prins, haar eigen kinderen en Jacobus Gerrits Prins en Elisabeth Gerrits Prins,
haar beide stiefkinderen.
Oosterwolde (GD) 25-08-1764: den 25 august: d Vrouw van Gerrit Tijmens Prins gest den 29 dito 1
begraven N: de man, 4 kind?. bet 1 - 9.
Zuideinde onder Doornspijk 04-04-1767: Na het overlijden van
Aaltje Jans en met een nieuw huwelijk in het vooruitzicht maakt Gerrit Tijmens Prins met de voogden over
zijn twee minderjarige kinderen, Goossen
Tijmens Prins en Jacobus Gerritsen
Prins, nadere afspraken over de nalatenschap van Aaltje Jans. De
boedelinventaris en de huwelijkse voorwaarden worden bestudeerd. Besloten wordt
dat Gerrit Tijmens Prins de beide kinderen zal onderhouden. Als de beide
kinderen meerderjarig zijn zal hij aan hen overdragen twee mudde bouwland en de
op de inventaris nader omschreven roerende goederen van hun moeder, de kleren
en een paar gouden hemdsknopen, en hij belooft dat hij voor hen een psalmboek
met zilverbeslag zal kopen zoals hun moeder heeft ingebracht. [66]
Zuideinde onder Doornspijk 19-05-1767: Gerrit Berends en Hendrik
Gerritsen, wonende en met grondbezit in Doornspijk, verklaren borgen te zijn
voor Gerrit Tijmens Prins tot nakoming van zijn afspraken met de voogden over
zijn twee minderjarige kinderen. [67]
BS Oldebroek 05-08-1828: In de overlijdensakte van Geertje
Gerrits Prins staat dat Geertje Prins
is geb. in Doornspijk en een dochter is van
wylen Gerrit Prins en wylen Aaltje van de Streek, in leven bouwlieden te
Doornspyk.
Gerrit Tijmens Prins hertr. Oosterwolde (GD) 26-04-1767
GEERTRUIJ KNELIS (GEERTRUID
KORNELIS) VAN DEN HUL, ged. Oosterwolde (GD) 15-03-1744, landeigenaresse
(1777, 1781/1782), veehoudster (1777), ovl. na 1781/1782, dochter van Kornelis Egberts van den Hul en Hilletje Hendriks op de Hul.
Uit dit huwelijk zijn geboren:
Tijmen Gerrits Prins,
ged. Doornspijk 06-02-1768, ovl. 24-02-1768, begr. Oosterwolde (GD) 27-02-1768.
Hilligjen Gerrits
Prins, ged. Doornspijk 19-03-1769, volgt VIIq.
Tijmen Gerrits Prins,
ged. Doornspijk 02-06-1771, knecht op de Sluise (1790), ovl. aan de kinderziekte, begr. Zalk en Veecaten 30-03-1790.
Evertjen Gerrits
Prins, geb. Doornspijk 22-04-1773, volgt VIIr.
Oosterwolde (GD) 15-03-1744: ged. den 15 Maert Geertruid dochter van Knelis Egbertsz ArmeZier, En Helletje
Henriks. op den Hul. Een armezier is een armverzorger, diaken, blijkbaar een
verbastering van aalmoezenier.
Oosterwolde (GD) 17-04-1764: Geertruid Kornelis v/d Hul doet
belijdenis en wordt ingeschreven als lid van de Gereformeerde Kerk van Oosterwolde.
Oosterwolde (GD) 26-04-1767: tr. Gerrit Tijmansz Prins uit Oldebroek wed? onder Doornspijk En Geertruij
Knelis van den Hul J.D. van Oosterw. met Attest van K.veen en doornspijk.
In de doopaantekeningen zijn de namen als volgt geschreven:
06-02-1768: Thiemen, zoon
van Gerrit Prins en Geertruid Cornelis van den Hul.
19-03-1769: Hilligjen,
dochter van Gerrit Thiemessen Prins en Geertruid Cornelis.
02-06-1771: Thijmen, zoon van Gerrit Thijmsen Prins en
Geertruid Cornelis.
25-04-1773: Eevertje, dochter
van Gerrit Thiemessen Prins en Geertruid Cornelissen. [68]
Op 24-02-1768 overlijdt een kind van Gerrit Tijmens Prins.
Het kind laat zijn vader en moeder na. De kerk berekent voor de begrafenis 1
gulden, 1 stuiver en 8 duiten.
Oosterwolde (GD) 24-02-1768: den 24 dito [Feb?] Een kint van Gerrit Prins gestor. Den 27 dito
begraven N: V: M: bet 1 - 1 – 8.
Het zal gaan om Tijmen Gerrits Prins, ged. 06-02-1768.
Kennelijk kreeg Tijmen Gerrits Prins, ged. 02-06-1771, de naam van zijn
vooroverleden broer.
Gerrit Tijmens Prins was geërfde op de Veluwe. Als landeigenaar
in het Richterambt Oldebroek en gekozen vertegenwoordiger mocht hij meewerken
aan de rechtspraak. In 1772 is hij in ’t Hooge in het kerspel Oosterwolde onder
Doornspijk als geërfde op de Veluwe betrokken bij een geldlening en het stellen
van onderpand. [69]
Op 02-05-1776 overlijdt Gerrit Tijmens Prins. Hij laat zijn
vrouw en zes kinderen na. Gerrit Tijmens Prins is begraven in Oosterwolde (GD),
in de kerk. De kerk berekent voor de begrafenis 44 stuiver.
Oosterwolde (GD) 02-05-1776: den 2 maij Gerrit Tymens Prins gestorv. den 6 maij begraven, in de Kerk
bt: 44 st. nal. 6 kinderen en Hvrouw.
‘t Hooge onder Doornspijk
ca. 1781/1782: De erven van Gerrit
Tijmens Prins verdelen de nalatenschap. De bij de verdeling betrokken erven
zijn:
-Geertruid
Cornelis, wed. van Gerrit Tijmens
Prins;
-Klaas
Wolters als vader en voogd van zijn drie minderjarige kinderen Tijmen,
Gerrit en Harmpje uit zijn huwelijk met Elisabeth
Gerrits Prins;
-Cobus
Gerrits en zijn vrouw Geertruid
Gerrits;
-Geertje
Gerrits Prins, dochter uit het tweede huwelijk van Gerrit Tijmens Prins met Aaltje
Jansen;
-Cobus en Gosen Prins als voogden over Jan Gerrits Prins, minderjarige zoon uit
het tweede huwelijk van Gerrit Tijmens Prins met Aaltje Jansen;
-Jan Willems Kragt en Evert
Prins als voogden over Tijmen,
Hilligje en Evertje Gerrits Prins,
kinderen uit het derde huwelijk van Gerrit
Tijmens Prins met Geertruid Cornelis.
De waarde van de nalatenschap bedraagt 755 gulden. De kindsdelen
bedragen 53 gulden.
De verdeling is uitvoerig
beschreven. [70]
Oosterwolde (GD)
14-03-1787: den 14 maart Geertruij (:of tutte:)
gestorven den 17 ditobegraven (:arme:) bt:
15 stuiver.
Is zij Geertruij Knelis van
den Hul? In het begraafboek van Oosterwolde (GD) over de jaren 1748 tot 1811 is
eenmaal een Geertruij ingeschreven: de voornoemde Geertruij (Tutte). Kennelijk is Tutte
een bijnaam.
Gerrit Tijmens
Prins – plaatsbepaling grondbezit
Gerrit Tijmens Prins en zijn naaste verwanten hebben in eigendom
diverse gras- en zaailanden op het Hoge en op de Streek in het kerspel Oosterwolde
onder Doornspijk.
Het Hoge is een voor de hand liggende veldnaam in de lage, vaak
door overstromingen geteisterde Polder Oosterwolde. Het Hoge was in de achttiende
eeuw een heel gangbare naam. Een eeuw later stonden er voldoende huizen om het
Hoge een buurtschap te noemen. [71]
Zo ook is de Streek in de tweede helft van de achttiende eeuw een
heel gangbare naam. Aanvankelijk was het een gebied dat in de Vetkampen, in het
Eektermerk lag. In het begin van de negentiende eeuw moet de naam de Streek
zijn ingeburgerd als naam van een buurt. [72]

De Streek. Topografische Militaire Kaart (Bonneblad) 1872.
een halve
mudde op het Hooge, gekocht in 1741
Eektermerk in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk
20-03-1741: Barbara Lamberts verkoopt als moeder en wettige voogdes van de vier
minderjarige kinderen van haar en Jacob Aaltsen voor 250 gulden aan Gerrit
Tiemensen en zijn vrouw Stijntje Gerrits een halve mudde op het Hooge. Deze
halve mudde grenst aan (oost en noord) land van mevrouw Coopsen, (zuid) land
van Jan Scholten en (west) land van Beert Rijksen. [73]
een halve
mudde op de Streek, in eigendom in 1742 (1745?, 1763? en 1777?)
Eektermerk in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk
..-02-1742: Gerrit Balk en zijn vrouw Beertje Egberts verkopen voor 170 gulden
aan Gerrit Tijmens en zijn vrouw Stijntje Gerrits een halve mudde op de Streek.
Deze halve mudde grenst aan (oost en noord) land van de heer Filet uit Kampen,
(west) land van Stijntje Jans en (zuid) land van de heer Barneveld. [74]
Het Hooge in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk 09-04-1745:
Jantje Hendriks, wed. van Gerrit Gijsbertsen, leent 600 gulden van Gerrit
Hendriksen en zijn vrouw Petertje Helmigs. Zij stelt o.a. tot onderpand 5½ mud
bouwland. Dit bouwland grenst aan (oost) land van de pastorie (diaconie) van Oosterwolde,
(zuid) land van Hendrikje Diesemers, (west) land van Gerrit Prins en (noord) land van de scholt Potgieter. [75]
Zuideinde onder Doornspijk 15-11-1763: Johannes Fiolet mede namens
vrouw Cornelia van der Heide en als gevolmachtigde van zijn drie zussen
verklaart op 30-09-1763 publiek ten overstaan van het Cellebroederskwartier
voor 552 gulden te hebben verkocht een mudde gezaai met zijn huisstede en
haartje gelegen op het Zuideinde en het voor 4/6 deel voor 368 gulden over te
geven aan Egbert, Jacob, Evert, Tryntje en Jannetje Diesemers. Hieraan grenst
(oost) de diaconie van Oosterwolde, (zuid) land van burgemeester Barneveld en
land van Gerrit Prins, (west) land
van Willem Aartsen en (noord) land van burgemeester Renesse. [76]
Zuideinde onder Doornspijk 08-02-1777: Geertruid Cornelis wed. van Gerrit
Tijmensen Prins leent 4.300 gulden van oud burgemeester D.C.Tulleken en
stelt o.a. tot onderpand een omheind weiland, op de Streek gelegen. Het
omheinde weiland grenst (oost en noord) aan land van Renesse, (zuid) aan land
van burgemeester Van Oldenbarneveld en (west) land van Jacob Diesemers. [77]
De helft van een
omheind weiland op de Streek, gekocht in 1747
Eektermerk in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk 17-02-1747:
Hendrik Harmsen en zijn vrouw Margien Gerrits verkopen voor 50 gulden aan
Gerrit Tijmens en zijn vrouw Stijntje Gerrits de helft van omheind weiland,
gelegen op de Streek, dat zij samen met Jan Harms in bezit hebben. Dit weiland grenst
aan (oost en zuid) land van Jan Wiggers, (west) land van Peele Hendriks en
(noord) land van het Feythenhof. [78]
land
in het Eektermerk ten zuiden van het huis De Haare met de Haaren en
houtgewassen gelegen tussen de Grote Woldweg en Kleine Woldweg, in eigendom in
1751 en 1762
Eektermerk in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk
05-10-1751 (doorgehaald 01-06-1763): Willem Aartsen en zijn vrouw Teuntje
Willems lenen 150 gulden van D.C. Tulleken en zijn vrouw E.M. Wolfsen en
stellen tot onderpand hun 2/5 aandeel in de Haare met de houtgewassen in het
Eektermerk gelegen. Hieraan grenst (oost) de Kleine Woldweg, (zuid) het land
van Gerrit Tijmensen Prins, (west) de
Grote Woldweg en (noord) het land van Gosen Lubbertsen (Port). [79]
Eektermerk onder Doornspijk 18-08-1762: Willem Aartsen en zijn vrouw Teuntje Willems lenen 150 gulden van
oud burgemeester Tulleken. Zij stellen o.a. tot onderpand hun huis in de Haare
en de Haaren zelf met de houtgewassen. Hieraan grenst (oost) de Kleine Woldweg,
(zuid) land van Gerrit Timensen Prins,
(west) de Grote Woldweg en (noord) land van Gosen Lubbertsen (Port). [80]
land in het
Eektermerk op de Streek ten oosten van land van (in 1761) Jan Eibertsen, in
eigendom in 1747 en 1761
Noord-Buitendijks in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk
25-03-1747: Jacob Berents verkoopt aan Arend Jacobs en zijn vrouw Hendrikje
Egberts voor 100 gulden o.a. 1/3 deel van een mudde op het Zuideinde op de
Streek waarvan de rest Jan Lamberts toebehoort. Deze mudde grenst aan (oost)
land van Gerrit Prins, (zuid) land van Ant. Barneveld, (west) land van Hendrik
Beerts en (noord) land van Jacob Staal. [81]
Zuideinde onder Doornspijk
03-05-1754: Arend Jacobsen en zijn vrouw Hendrikje Egberts verkopen voor
101 gulden aan Jan Eibertsen en zijn vrouw Fennigje Gerrits 1/3 deel in een
mudde bouwland waarvan 2/3 deel toebehoort aan Jan Lamberts en de minderjarige
kinderen van Harmen Berends. Het bouwland is gelegen op de Streek en grenst
(oost) aan het land van Gerrit Tijmensen
Prins, (zuid) aan het land van burgemeester Barneveld, (west) aan het land
van Hendrik Beerts en (noord) aan het land van Beert Teunissen. [82]
Zuideinde onder Doornspijk, 23-09-1755: Jan Lambertsen en
zijn vrouw Elisabeth Berendsen verkopen voor
100 gulden aan Jan Eibertsen en zijn vrouw Fennigje Gerrits 1/3 deel in
een mudde zaailand op de Streek, waarvan kopers al 1/3 toebehoort en het
overige toebehoort aan de kinderen van Harmen Berends. Het zaailand grenst
(oost) aan het land van Gerrit Tijmensen
Prins, (zuid) aan het land van burgemeester Barneveld, (west) aan het land
van Hendrik Beertsen en (noord) aan het land van Beert Teunissen. [83]
Zuideinde onder Doornspijk 26-04-1761: Berent Harmsen en zijn
vrouw Aaltje Jans en Marchje Jans verkopen voor 110 gulden aan Jan Eibertsen en
zijn vrouw Fennigje Gerrits 1/3 deel van een mudde op de Streek. Deze mudde
grenst (oost) aan land van Gerrit Prins,
(zuid) aan land van burgemeester Barneveld, (west) aan land van Hendrik Beerts
en (noord) aan land van Beert Teunissen. [84]
een
omheind weiland in het Eektermerk, op de Streek gelegen, gekocht in 1770
Zuideinde onder Doornspijk 21-07-1770: Gerrit Tymonsen Prins en zijn
vrouw Geertruid Cornelissen kopen voor 82 gulden van Beeltje Gerrits, wed.
van Jan Harmsen, Gerrit Jansen en zijn vrouw Aartje Reiers, Hendrik Hendriksen
Posthoorn en zijn vrouw Hendrikje Willems een omheind weiland op de Streek. Dit
weiland grenst aan (oost en zuid) de eigenaren van de Stenenkamer, (west)
Gerrit Beertsen op t Eekt en (noord) het Feythenhof. [85]
een kamp
zaailand in het Eektermerk op de Streek, genaamd het Beukenland, in eigendom in 1777
Zuideinde onder Doornspijk 08-02-1777: Geertruid Cornelis wed. van Gerrit
Tijmensen Prins leent 4.300 gulden van oud burgemeester D.C.Tulleken en
stelt o.a. tot onderpand een kamp zaailand op de Streek, genaamd het Beukenland. Het zaailand grenst (oost) aan land van
Rein Munnik, (zuid) land van de weduwe van Gerrit Heimens, (west) land van Aart
Werners en (noord) land van Jacob Claasse. [86]
twee mudde
zaailand in het Eektermerk, dicht bij de
Gansenberg, genoemd bij verdelen nalatenschap in 1782
Oostendorp onder Doornspijk 04-04-1782: Gerbrig Lubberts en zijn vrouw Geertje
Gerrits Prins en Jan Gerritsen Prins verdelen een nog
onverdeeld gebleven deel van de nalatenschap van Gerrit Tijmens Prins en
Geertje Everts (de richter van Oldebroek heeft zich kennelijk in de naam
van de tweede vrouw van Gerrit Tijmens Prins vergist). Aan Jan Gerritsen Prins wordt toebedeeld een mudde zaailand dicht bij
de "Gansenberg" naast de hof van Peter van Huiken. Aan Gerbrig Lubberts en Geertje Gerrits Prins wordt toebedeeld een daar eveneens gelegen
mudde zaailand, na afsplitsing van een noordelijk deel ter grootte van een mudde.
[87]
1½ morgen Bongersveen in het Eektermerk in
Oldebroek, verkregen in 1773 door Gerrit Tijmens Prins uit de nalatenschap van
zijn schoonouders
’t Hooge onder Doornspijk 14-04-1773: De erven van Cornelis
Egberts en zijn vrouw Hillegje Hendriks, verdelen de nalatenschap die een
waarde heeft van 8.175 gulden. Gerrit
Tymensen Prins en zijn vrouw Geertruid Cornelis krijgen hiervan 1/7 deel.
Het lot bepaalt wie welke goederen krijgt waarna een verrekening plaatsheeft
voor over- of onderbedeling. Gerrit Prins
krijgt toebedeeld o.a. 1½ morgen Bongersveen in Oldebroek. [88]
Mogelijk dezelfde als de 1½
morgen weiland aan de Zwarteweg die schoonzoon Klaas Wolters Smit in 1799 uit
de nalatenschap van Gerrit Tijmens Prins verwerft.
land op ’t
Hooge in het Eektermerk ten westen van land van Gerrit Hendriks, in eigendom in 1774
‘t Hooge onder Doornspijk 24-05-1774: Brand Gerrits en zijn vrouw
Jannetje Cornelis en Gerrit Hendriks en zijn vrouw Nelletje Gerrits verdelen
diverse onroerende goederen afkomstig uit een nalatenschap. Gerrit Hendriks
krijgt toebedeeld drie schepel. Deze drie schepel grenst aan (oost) land van
Evertje Cornelis, (zuid) land van Beert
Jacobs, (west) land van Gerrit Tiemens
Prins en (noord) land van Brand Gerritsen met het extra beding dat hij geen
hout op de Noorderwal mag poten. [89]
land op ’t
Hooge in het Eektermerk ten westen van zaailand tussen de Klisterije en de Hul
van Gerrit Hendriks, in eigendom in 1776
’t Hooge onder Doornspijk 06-09-1776: Brand Gerrits en zijn vrouw
Jannigje Cornelis lenen 200 gulden van Mr F.B.Tulleken en zijn vrouw Johanna
Charlotta Schrassert en stellen tot onderpand drie schepel zaailand tussen de
Clisterye en de Hul. Dit zaailand grenst aan (oost) land van Egbert Jans,
(zuid) land van Gerrit Hendriks, (west) land van Geertruid Cornelis, wed. van Gerrit Prins en (noord) land van Jan
Hendriksen [90]
2½ mudde
land, genaamd Broesmansland, verkregen
door Gerrit Tijmens Prins in 1773 uit de nalatenschap van zijn schoonouders
’t Hooge onder Doornspijk 14-04-1773: De erven van Cornelis
Egberts en zijn vrouw Hillegje Hendriks, verdelen de nalatenschap die een
waarde heeft van 8.175 gulden. Gerrit
Tymensen Prins en zijn vrouw Geertruid Cornelis krijgen hiervan 1/7 deel.
Het lot bepaalt wie welke goederen krijgt waarna een verrekening plaatsheeft
voor over- of onderbedeling. Gerrit Prins
krijgt toebedeeld o.a. 2½ mudde land,
genaamd Broesmansland. [91]
land in
het Lummermerk, vermoedelijk grasland, nabij de Dwarswetering , in eigendom in
1771
Lummermerk onder Doornspijk 09-10-1771: Jan Petersen en zijn vrouw
Gijsje Hendriks verkopen voor 450 gulden aan Marrigje Hendriks het 1/3 deel van
de helft van diverse goederen waaronder zes gresen grasland. Dit grasland
grenst aan (oost) land van Hendrik Gerrits, (zuid) land van Gerrit Prins (west) de Dwarswetering en
(noord) land van Aalbert Gerrits. [92]
vier
gresen grasland in het Bolsmerk in de Wenden, verkregen in 1773 door Gerrit
Tijmens Prins uit de nalatenschap van zijn schoonouders
’t Hooge onder Doornspijk 14-04-1773: De erven van Cornelis
Egberts en zijn vrouw Hillegje Hendriks, verdelen de nalatenschap die een
waarde heeft van 8.175 gulden. Gerrit
Tymensen Prins en zijn vrouw Geertruid Cornelis krijgen hiervan 1/7 deel.
Het lot bepaalt wie welke goederen krijgt waarna een verrekening plaatsheeft
voor over- of onderbedeling. Gerrit Prins
krijgt toebedeeld o.a. 4 gresen in de Wenden. De 1½ morgen Bongersveen in
Oldebroek, de 2 ½ mudde Broesmansland en de
4 gresen in de Wenden hebben een totale waarde van 1.050 gulden zodat
Gerrit Tijmens Prins voor 117 gulden is overbedeeld. [93]
Mogelijk dezelfde als de
vier gresen grasland in de Wenden die kleinzoon Gerrit Kobus Prins in 1799 uit
de nalatenschap van Gerrit Tijmens Prins verwerft.
Niet te plaatsen
verwijzingen:
Bolsmerk onder Doornspijk 03-02-1756: Diverse familieleden, erven
van Jacob NN, verkopen voor 230 gulden aan Frank Gerritsen en zijn vrouw
Stientje Helmigs drie gresen grasland in de Wenden in het Bolsmerk. Dit
grasland grenst aan (oost) land van Gerrit
Prins, (west) de Kleine Woldweg en (noord) land van de landdrost Hekeren. [94]
Bolsmerk onder Doornspijk 28-06-1765: Frank Gerrits en zijn vrouw
Stijntje Helmigs verkopen voor 250 gulden aan Dries Hendriks en zijn vrouw
Fennigje Gerrits drie gresen grasland in de Wenden. Dit grasland grenst aan
(oost) land van Gerrit Prins, (west)
de Kleine Woldweg en (noord) land van de landdrost Van Heeckeren. [95]
Lummermerk onder Doornspijk 17-10-1799: Het is de verjaardag van Gerrit Kobus Prins. Hij is 23 jaar en
kan als meerderjarige rechtshandelingen verrichten. Samen met zijn oudoom Klaas Wolters Smit, voorheen getrouwd met
Elisabeth Gerrits Prins, verdeelt hij
een nog ongedeeld gebleven deel van de onroerende goederen die zijn vader Gerrit Kobus Prins en tante Elisabeth Gerrits Prins van hun vader Gerrit Tijmensen Prins hebben geerfd. Klaas Wolters Smit krijgt toebedeeld 1½
morgen weiland aan de Zwarteweg onder Oldebroek en Gerrit Kobus Prins krijgt 4 gresen grasland in de Wenden dichtbij “Stoltenberg”.
[96]
VIf PETER TIJMENS
PRINS (van Vd), ged. Oldebroek 10-09-1719, landbouwersknecht (1748), begr.
Kampen 23-02-1773, tr. Kampen
(?) ws. na 27-07-1748
BERENDJE BERENDS,
geb. (?), begr. Kampen 25-09-1760, dochter van Berend … en …
Kampen 27-07-1748: Peter Tijmens Prins is knecht bij zijn
broer Aalt Tijmens Prins.
Kampen 29-04-1758: Peter Tijmens Prins, weidende,
ingeschreven in het Burgerboek 1672/1868 van Kampen.
Kampen 12-09-1760: Peter
Timensen Prins en Berendjen Berends
laten hun testamenten maken waaruit o.a. blijkt dat de moeder van Peter Tijmens
Prins in leven is: “testator prejudiceerd
aan zijn moeder de legitieme portie haar na regten compenterende waarinne hy
deselve tot erfgenaam institueerde en verder niet”. [97]
Peter Tijmens Prins otr. 08-05-1761, hertr. Kampen (Buitenkerk)
31-05-1761
GRIETJE HENDRIKS VAN
DER MEULEN, ged. Kampen (Broederkerk) 12-12-1736, begr. Kampen 20-07-1772, dochter
van Hendrik Caspersz van der Meulen en
Hillegje Helmichs.
Uit dit huwelijk zijn geboren:
Hilligje Prins, ged.
Kampen (Broederkerk) 25-08-1762, naaister (1838, postume vermelding), ovl.
Kampen 09-12-1838.
Tijmen Peter (Tijmen Hendrik)
Prins, ged. Kampen (Broederkerk) 28-09-1764, volgt VIIs.
Elisabeth Prins, ged.
Kampen (Buitenkerk) 25-01-1767, ovl./begr. Kampen 25-02-1767.
Elisabeth Prins, ged.
Kampen (Broederkerk) 24-02-1768, volgt VIIt.
Hendrik Prins, ged.
Kampen (Broederkerk) 01-08-1770, begr. Kampen (Bovenkerk) 21-12-1779.
Hilligje, Tijmen, Elizabeth en Hendrik Prins, kinderen in de
leeftijd van één tot negen jaar, zijn na het overlijden van hun ouders opgenomen
in het Groot Burger Weeshuis in Kampen.
Het is opmerkelijk, met vele ooms en tantes/neven en nichten
in Kampen en omgeving, dat de vier kinderen niet in één of meer gezinnen van
naaste familie opgroeiden.
Kampen (Bovenkerk) 21-12-1779: begr. Hendrik Prins uit Weeshuijs.
Kampen vóór 29-09-1781: Hilligje
Prins van de Bovenkwartier uit het Weeshuis doet belijdenis en wordt
ingeschreven in de Gereformeerde Kerk van Kampen.
Kampen 1784: Tijmen Prins van het Cellebroederskwartier uit
het weeshuis doet belijdenis.
Kampen 1791: Lysebeth
Prins van de Bovenkwartier uit het weeshuis doet belijdenis.
Kampen 01-05-1800: Hilligje
Prins verzoekt Schepenen en
Raad van Kampen een recht van het Groot Burger Weeshuis, waarin zij is
opgegroeid, te mogen afkopen.
Schepenen en
Raad van Kampen stemmen in met dit verzoek.
“Den 1 Maij 1800.
Op den Requeste van Hilligje Prins, verzoekende
vrijheid om het Groot Burger Weeshuis, waarin ze opgevoed is, te mogen
afkoopen.
Was geapost: Het verzoek ten requeste gedaan wordt door
deezen geaccordeerd.” [98]
Kampen ..-03-1806: Hilligje
Prins gaat met attestatie over van de Gereformeerde Kerk van Kampen naar
Zutphen.
Kampen 29-12-1838: Hilligje
Prins was naaister in Kampen (postume vermelding). Zij is vermoedelijk ongetrouwd/zonder
nakomelingen overleden.
Kampen 29-12-1838: De erfgenamen van Hilligje Prins laten de door haar nagelaten boedel inventariseren
die zich bevindt in het huis van Sijbrand Hardenberg aan de Buitennieuwstraat
in Kampen, wijk IV nr. 217. [99]
Met
akte van volmacht.
In de doopaantekeningen zijn de namen als volgt geschreven:
25-08-1762: Hilligien,
dochter van Peter Tijms Prins en Grietien Hendrik van der Mulen.
28-09-1764: Tijmen
Hendrik, zoon van Peter Tijmens Prins
en Grietien Hendriks van der Meulen.
25-01-1767: Elisabeth,
dochter van Peter Prins en Grietien van den Meulen.
24-02-1768: Lisebeth,
dochter van Peter Prins en Grietien van der Muelen.
01-08-1770: Hendrik,
zoon van Peter Prins en Grietien van der Muelen.
VIg HENDRIK TIJMENS
PRINS (van Vd), ged. Oldebroek 20-07-1721, landbouwer (postume vermeldingen
1837), ovl. vóór 18-01-1812, tr. Oldebroek 28-09-1755
GRIETJEN EGBERTS
(PRINS), geb. Doornspijk
ca. 1720, landbouwster (postume vermeldingen 1837), ovl. Oldebroek 18-01-1812, ovl./begr.
Oldebroek 20-01-1812, dochter van Egbert
… en …
Uit dit huwelijk zijn geboren:
Tijmen Hendriks Prins,
ged. Oldebroek 01-05-1757, volgt VIIu.
Egbert Hendriks Prins,
ged. Oldebroek 15-10-1758, volgt VIIv.
Jan Hendriks Prins,
ged. Oldebroek 19-10-1760, volgt VIIw.
Fennetjen Hendriks
Prins, ged. Oldebroek 05-09-1762, volgt VIIx.
Elizabeth Hendriks
Prins, geb. Oldebroek, ged. Oldebroek 09-11-1766, volgt VIIy.
Doornspijk
ca. 1720: Vermoedelijk de geboorteplaats
van Grietjen Egberts. Haar doop kon niet worden gevonden. Het doopboek van
Doornspijk begint in 1732.
Oldebroek 20-01-1765: ged. Eodem die 20 [Jan:] Zoon Aalt, zoon van Hendrik Prins En Grietjen Lammerts.
Het patroniem van de vader is niet
vermeld. De moeder is kennelijk een ander dan Grietjen Egberts.
Oldebroek 03-03-1781: den
3 Mrt is Hendrik Tijmens overleden in De Kerk Wz begraven
Niet uitgesloten kan worden dat Hendrik Tijmens dezelfde is als Hendrik Tijmens Prins.
Oldebroek 01-05-1784: Maij
1. is Hendrik Prins overleden.
Geen verdere gegevens zijn vermeld waardoor niet kan worden
vastgesteld of het hier gaat om Hendrik Tijmens Prins of bijvoorbeeld om
Hendrik Everts Prins (zie VIa).
Oldebroek 19-01-1812: Grietje
Prins woont binnen deeze gemeente.
Zij is wed. van Hendrik Prins, oud 92 jaar. Zij is ovl. Oldebroek 18-01-1812 in het huis gelegen binnen deeze gemeente.
De namen van haar ouders en de plaats waar zij is geboren of gedoopt zijn niet
vermeld.
Oldebroek 20-01-1812: ovl./begr. 20 - Grietje Prins.
In de doopaantekeningen zijn de namen als volgt geschreven:
01-05-1757: Timen, zoon
van Hendrik Timenzen Prins en Grietjen Egbertzs.
15-10-1758: Egbert, zoon
van Hendrik Timenzen Prins en Grietjen Egbertzs.
19-10-1760: Jan, zoon
van Hendrik Timenzen Prins en Grietjen Egbertzs.
05-09-1762: Fennetjen,
dochter van Hendrik Timenzen Prins en Grietjen Egbertzs.
09-11-1766: Elisabeth,
dochter van Hendrik Tijmensen Prins en Grietjen Egberts. [100]
VIh GOOSSEN TIJMENS (GOOSSEN
TIJMENS, GOOSSEN TIMANS, GOOSSEN TIJMANSZ, GOOSSEN TIMENS, GOSEN TIJMENSSEN) PRINS
(van Vd), ged. Oldebroek 19-12-1723, landeigenaar (1768-1771), pachtboer
(1770), landman (postume vermelding 1830), landbouwer (postume vermelding
1835), ovl. Oldebroek 03-01-1806, tr. Oosterwolde (GD) 04-03-1764
EVERTJEN BEERTS (EVERTJE
BEERS, EVERTJEN BEERTS) PORT, geb. Oosterwolde, ged. Oosterwolde (GD) 27-01-1737,
ovl. 15-02-1769, begr. Oosterwolde (GD) 21-02-1769, dochter van Beert Lubberts Port en Matte Gerrits.
Uit dit huwelijk zijn geboren:
Martjen Goosen Prins,
geb. Oosterwolde, ged. Oldebroek 27-01-1765, volgt VIIz.
Tijmen Goosen Prins,
ged. Oldebroek 26-10-1766, ovl. 26-01-1771, begr. Oosterwolde (GD) 30-01-1771.
Lijsbeth Goosen Prins,
ged. Oosterwolde (GD) 07-02-1768, ovl. 19-02-1768, begr. Oosterwolde (GD)
23-02-1768.
Evert Goosen Prins,
geb. op of kort vóór 15-02-1769, ged. Oosterwolde (GD) 19-02-1769, ovl. vóór
27-06-1769.
Oosterwolde (GD) 27-01-1737: den 27 Janr zijn gedoopt twee Meisjes, het Eene van Beert Lubbertsz Pordt,
en Matte Gerrits gnt Evertje …
Oosterwolde (GD) 05-04-1757: Goossen Tijmens Prins doet belijdenis en wordt ingeschreven als lid
van de Gereformeerde Kerk van Oosterwolde.
Oosterwolde (GD) 04-03-1764: den 4 Maert zijn getrout Goosen Tijmans J.M. uit Oldenbroek met Evertje
Beerts j.d. uit Oosterwolde.
Oosterwolde (GD) 07-02-1768: ged. Den 7. Febr. Lijsbeth, dogter van goossen Timansz prins, en Evertje
Beerts.
Op 15-02-1769 overlijdt Evertjen Beerts Port, kort na de
geboorte van Evert Goosen Prins.
Oosterwolde (GD) 19-02-1769: ged. den 19. Febr: Evert, zoon van Goossen Tym: prins en Evertje Beerts
Matre, Paulo p partum mortua.
Evertjen Beerts Port is begraven in Oosterwolde (GD). De
kerk berekent voor de begrafenis 1 gulden en 9 stuiver.
Oosterwolde (GD) 15-02-1769: den 15 februa de vrouw, van Goossen Prins gest. den 21 dito begraven bt
1 - 9 - :
In 1769 zijn Martjen Goosen Prins en Tijmen Goosen
Prins, vier en twee jaar oud, betrokken bij de verdeling van de nalatenschap
van hun opa Beert Lubberts Port, de vader van Evertje Beerts Port.
’t Hooge onder Doornspijk 27-06-1769: Goossen Tijmens Prins, als
voogd over zijn twee minderjarige kinderen, verdeelt samen met Gerrit Beerts en
Lubbigje Gerrits, zijn zwager en schoonzus, de nalatenschap van Beert Lubberts
Port, de vader van Evertje Beerts Port. De twee kinderen erven van hun opa drie
schepel land bij het huis van W. Heimeriks, een hoekje genaamd hof Druivendaal
bij het huis van Nikus Staal en drie morgen weiland in Oldebroek gelegen tussen het huis van Nikus Staal en het
bezit van de wed. van Beert Beertsen. [101]
Goossen Tijmens Prins hertr. Oosterwolde (GD) 24-12-1769
GRIETJE JANS (VAN DER
VEEN), ged. Oosterwolde (GD) 26-12-1751, landvrouw (postume vermelding 1830),
landbouwster (postume vermelding 1835), ovl. Oosterwolde (gem. Doornspijk)
07-07-1818, dochter van Jan Gijsberts en
Geesje Jans.
Uit dit huwelijk zijn geboren:
Elisabeth Goosen
Prins, ged. Oosterwolde (GD) 16-12-1770, volgt VIIaa.
Geesje Goosen Prins,
geb. 19-05-1773, ged. Oosterwolde (GD) 23-05-1773, ovl. 06-07-1773, begr. Oosterwolde
(GD) 08-07-1773.
Jan Goosen Prins,
geb. 15-09-1774, volgt VIIab.
Geesje Goosen Prins,
geb. 22-01-1777, ged. Oosterwolde (GD) 26-01-1777, ovl. 08-09-1794, begr. Oosterwolde
(GD) 13-09-1794.
Marrigje Goosen Prins,
geb. 14-12-1778, volgt VIIac.
Aaltje Goosen Prins,
geb. 27-04-1780, volgt VIIad.
Tijmen Goosen Prins,
geb. 14-03-1782, ged. Oosterwolde (GD) 17-03-1782, ovl. 30-03-1782, begr. Oosterwolde
(GD) 02-04-1782.
Tijmen Goosen Prins,
geb. 05-07-1783, ged. Oosterwolde (GD) 13-07-1783, ovl. 10-08-1785, begr. Oosterwolde
(GD) 13-08-1785.
Gerrigje Goosen Prins,
geb. 24-08-1785, volgt VIIae.
Jannigje Goosen Prins,
geb. 17-04-1788, ged. Oosterwolde (GD) 20-04-1788, ovl. 12-05-1788, begr. Oosterwolde
(GD) 14-05-1788.
Hendrikje Goosen
Prins, geb. 03-10-1789, volgt VIIaf.
Oosterwolde (GD) 26-12-1751: ged. den 26 Decbr. Griete kind van Jan gijsbertsz en Geesje Jans.
Oosterwolde (GD) 24-12-1769: den 24 dito getrout Goossen Tijmans prins Wed? van Hier en Grietje Jans
J D.van de Grafte te Oosterwolde.
Goossen Tijmens Prins kreeg uit twee huwelijken vijftien
kinderen. Zeven kinderen trouwen later en acht overlijden in hun jeugd. In de
aantekeningen van het overlijden en de begrafenis zijn niet altijd de namen van
de kinderen genoemd. Deze konden wel worden achterhaald, o.a. door te letten op
het vernoemen van een kind naar een vooroverleden broer of zus. [102]
Oosterwolde (GD) 30-08-1800: Goossen Tijmens Prins verklaart
dat zijn neef Jan Gerritsen Prins, zie VIIp, is ged. Oosterwolde (GD)
02-03-1760.
Goossen Tijmens Prins en zijn gezin hebben tijdens hun leven in
Oosterwolde enkele stormvloeden meegemaakt waaronder de zware stormvloed van
1776. De stormvloeden zorgden er uiteindelijk voor dat de bewoners van de Polder
Oosterwolde geleidelijk naar hogere plaatsen trokken, zoals naar de Zandweg dat
na verloop van tijd het karakter kreeg van een klein dorp en als plaatsnaam in
gebruik raakte.
Na de verplaatsing van de school uit het oorspronkelijke
Oosterwolde in 1809, de pastorie in 1834 en de kerk in 1845 verhuisde ook de
plaatsnaam Oosterwolde naar de Zandweg. Op een kaart uit 1868 uit de
Gemeente-Atlas staat nog Zandweg bij het tegenwoordige Oosterwolde. Op de
plaats van het huidige Kerkdorp staat nog de naam Oosterwolde met de toevoeging
Oude kerk van Oosterwolde gesloopt.
[103]
De begraafplaats van het oorspronkelijke Oosterwolde, nu dus in
het gehucht Kerkdorp, is niet meer dan een kleine met gras bedekte terp waarop
schapen worden geweid en enkele oude zerken liggen.
De kerkbestuurders van de Gereformeerde Kerk van Oosterwolde geven
in 1835 aan dat er een grote behoefte is aan een nieuwe begraafplaats.
Oosterwolde (GD) 02-02-1835: “De
begraafplaats van Oosterwolde is zeer gebrekkig en is zoo bekrompen dat men
niet zelden de lijken voordat die geheel vergaan zijn moet opgraven om voor
anderen plaats te maken. De situatie is verre beneden de actuele beschaving en
is te wijten aan gehechtheid aan het oud. Er zijn ook klachten over stank en
lijkenlucht in de kerk op warme zomerdagen.” [104]




Foto’s. Begraafplaats in Oosterwolde (GD), nu Kerkdorp,
25-12-2013.
Goossen Tijmens Prins is pachtboer op het erf De Klisterije in ’t
Hooge, in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk, vermeld in 1770.
’t Hooge onder Doornspijk 12-02-1770: Goossen Tijmens Prins pacht
het erf De Klisterije in ’t Hooge, eigendom van Meinard Joachim Buschma. Ds. Arnout Duurcant laat, als
boedelhouder van wijlen zijn vrouw Antonia Judith Wolfsen en erfgenaam van haar
moeder, beslag leggen op dit erf en andere goederen van Meinard Joachim
Buschma, die verzuimde de pachten en opbrengsten van de goederen aan de boedel
af te dragen. Dit door my Peter Tymensen als onderscholt gedaan.
[105]
Oldebroek 03-01-1806: ovl. Goossen Tymensz Prins 80 J.
BS Doornspijk 08-07-1818: Grietje van der Veen, wed. van Goossen
Prins, woont in Oosterwolde (GD). Grietje van de Veen is geboren te Oosterwolde den zesentwintigsten
December 1700 een en vyftig en aldaar woonachtig. Zij is ovl. Oosterwolde
(gem. Doornspijk) 07-07-1818 te
Oosterwolde … in het huis No. 49.
BS Oldebroek 20-02-1828: In een bijlage van de akte van het
huwelijk van Dries Prins en Wilhelmina van der Maaten staat dat in
den ouderdom van Tachtig jaren … Goossen
Tijmens Prins, Echtgenoot van Grietje van Veen is ovl. Oldebroek 06-01-1806.
BS Oldebroek 16-04-1831: In een bijlage van de akte van het
huwelijk van Dries Prins en Batje van der Maaten staat dat op
03-01-1806 in Oldebroek is ovl. Goossen Prins, 80 jaar, echtgenoot van Grietje
van der Veen.
BS Oldebroek 25-04-1835: In
een bijlage van de akte van het huwelijk van Dries Prins en Aaltje van
der Maaten staat dat op 31-10-1806 in
Oldebroek is begr. Goossen Hendriks. Vermoedelijk
heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand van Oldebroek deze Goossen Hendriks aangezien voor Goossen
Tijmens Prins, de grootvader van de bruidegom.
Goossen
Tijmens Prins – plaatsbepaling grondbezit
Goossen Tijmens Prins en zijn naaste verwanten hebben in eigendom
diverse gras- en zaailanden in het kerspel Oosterwolde onder Doornspijk:
3 schepel zaailand
in het Eektermerk in ’t Hooge, in eigendom in 1768, verkocht in 1771
’t Hooge onder Doornspijk 10-06-1768: Goossen Tijmens Prins en
zijn vrouw Evertje Beers lenen van Hendrikje Reiers 200 gulden en stellen tot
onderpand drie schepel land in ’t Hooge. Dit land grenst (noord) aan land van Maay
Wynne en (zuid) aan land van de armen
van Oosterwolde. [106]
’t Hooge onder Doornspijk 03-07-1771: Goossen Tijmens Prins en
zijn vrouw Grietje Jans verkopen voor 300 gulden aan Jan Berentsen en Evertje
Hendriks Posthoorn drie schepel zaailand in ’t Hooge. Dit zaailand grenst aan (oost)
de Kleine Woldweg, (zuid) land van de
armen van Oosterwolde, (noord) land van de wed A.Wynne en (west) land van
de wed. van Hendrik Gysberts. Het gaat om het zaailand dat Goossen Tijmens
Prins drie jaar eerder tot onderpand stelde voor een lening. [107]
een
schepel land in het Eektermerk in ’t Hooge, westelijk van het Klinkerwegje,
verkocht in 1771
’t Hooge onder Doornspijk 08-11-1771: Goossen Tijmens Prins verkoopt
voor 100 gulden aan Mr. J. Buschman en zijn vrouw J. Sels een schepel land dat
grenst (oost en noord) aan land van Gysbert Hendriks, (zuid) land van Goossen
Tijmens Prins en (west) het Klinkerwegje. [108]
een
plaatsje in het Eektermerk in ’t Hooge
’t Hooge onder Doornspijk 16-04-1803: Goossen Tijmens Prins heeft
jaren geleden een plaatsje in ’t
Hooge verkocht aan Mr. J. Buschman en/of diens weduwe waarna hij het gebruik van
dit plaatsje als pachter voortzette. Goossen Tijmens Prins betaalde de pacht
niet over vele jaren. Door wanbetaling is de pachtovereenkomst ontbonden. J.C.
Sels, de wed.van Buschman, verkoopt dit plaatsje op 16-04-1803 aan Egbert
Gerrits Roes en zijn vrouw Jantje Harms. [109]
In de doopaantekeningen zijn de namen als volgt geschreven:
16-12-1770: Lijsbeth, dochter
van goossen Timansz prins en Grietje Jans.
23-05-1773: Geesje,
dochter van Goossen Tijmens Prins en Grietje Jans.
18-09-1774: Jan,
zoon van Goossen Tijmensz. Prins en Grietje Jans.
26-01-1777: Geesje,
dochter van Goossen Tijmensz Prins en Grietje Jans.
20-12-1778:
Marigje, dochter van Goossen Tijmensz. Prins en Grietje Jans.
30-04-1780: Aaltje,
dochter van Goossen Tijmensz. Prins en Grietje Jans.
17-03-1782: Tijmen,
zoon van Goossen Tijmens Prins en Grietje Jans.
13-07-1783: Tijmen,
zoon van Goossen T: Prins en Grietje Jans.
28-08-1785: Gergjen,
dochter van Goossen Tijmensz. Prins en
Grietje Jans.
20-04-1788: Jannigjen,
dochter van Goossen Tijmensz Prins en Grietj[] Jans.
04-10-1789: Hendrikje,
dochter van Gooszen Timens Prins en Grietje Jans. [110]
VIi HARMEN TIJMENS
PRINS (van Vd), ged. Oldebroek 01-09-1726, veehouder (1755), begr. Kampen
06-09-1779, otr. 30-04-1751, tr. Kampen (Buitenkerk) 20-05-1751
JANNIGJE VRIESE, ged.
Kampen (Buitenkerk) 22-09-1726, begr. Kampen 29-08-1769, dochter van Hendrik Woltersen Vriese en Harmina Gerrits.
Uit dit huwelijk zijn geboren:
Tiemen Hendrik Prins,
ged. Kampen (Broederkerk) 25-12-1751, ovl. vóór 30-04-1755.
Hendrikje Prins, ged.
Kampen (Broederkerk) 11-04-1753, volgt VIIag.
Elisabed Prins, ged.
Kampen (Bovenkerk) 26-05-1754, ovl. vóór 22-09-1756.
Tiemen Hendrik Prins,
ged. Kampen (Broederkerk) 23-07-1755, ovl. vóór 27-02-1763.
Elisabeth Prins, ged.
Kampen (Broederkerk) 22-09-1756, volgt VIIah.
Hermina Prins, ged.
Kampen (Bovenkerk) 27-11-1757, volgt VIIai.
Maria Prins, ged.
Kampen (Bovenkerk) 09-09-1759, ovl. vóór 12-10-1760.
Maria Prins, ged.
Kampen (Broederkerk) 12-10-1760, ovl. vóór 27-12-1761.
Maria Prins, ged.
Kampen (Bovenkerk) 27-12-1761, volgt VIIaj.
Tijmen Hendrik Prins,
ged. Kampen (Bovenkerk) 27-02-1763, ovl. (?).
Hendrik Wolter Prins,
ged. Kampen (Bovenkerk) 07-10-1764, ovl. vóór 01-12-1765.
Hendrik Prins, ged.
Kampen (Bovenkerk) 01-12-1765, ovl. vóór 11-01-1767.
Hendrik Wolter Prins,
ged. Kampen (Bovenkerk) 11-01-1767, ovl. tussen 24-04-1768 en 05-05-1774.
Evert Prins, ged.
Kampen (Bovenkerk) 24-04-1768, ovl. vóór 05-05-1774.
Kampen (Buitenkerk) 22-09-1726: Hendrik Woltersen Vriese en Harmina
Gerrits laten hun beide dochters Jannegien
en Maria (tweeling) dopen.
Kampen vóór Pasen 1751: Harmen
Teunissen Prins doet belijdenis en wordt ingeschreven als lid van de Gereformeerde
Kerk van Kampen, wijk: Buitenkwartier.
Kampen 30-04-1755: Harmen Tijmens Prins, weidende, en zijn
dochtertje Hendrikje, oud 2 jaar worden ingeschreven in het Burgerboek
1672/1868 van Kampen:
Harmen Timens Prins uit
het Oldebroek, weidende, getrout aan een grootburgersdochter neffens desselfs
dochtertien Henderkien Harms Prins, oud 2 jaar.
Zijn zoon Timen
Hendrik ged. 25-12-1751 wordt niet genoemd waardoor wij weten dat Timen Hendrik
is ovl. vóór 30-04-1755.
Kampen 25-08-1758: Harmen Tijmens Prins betaalt de 50e
penning over een huis, erve en where op
den hoek van den Oudenstraat, bij den Bovenkerk, op 18-07-1758 gekocht van
Anthonie van den Heuvel.
Harmen Tijmens Prins
en Jannigje Vriese stellen hun huis op de hoek van de Oudestraat bij de
Bovenkerk en een turfdragersplaats als onderpand voor het lenen van diverse
sommen geld. Zo lenen zij 600 gulden van mevrouw E.M. Beck-Vestrick. Harmen Tijmens
Prins leent 400 gulden van zijn neef Beert Evert Prins. Van zijn broer Aalt
Tijmens Prins leent hij 600 gulden. In deze lening zijn verrekend eerdere
geldleningen en vergoedingen voor geleverd pluimvee en varkensvlees.
Kampen 13-06-1765: Herman
Prins en zijn vrouw Jannegje Vriese verklaren schuldig te zijn aan E. M.
Vestrinck, wed. van W. Beck, een bedrag van 600 Carolus guldens tegen een rente
van 3½ procent per jaar. Als speciaal onderpand stellen zij hun eigen huis, erf
en where op de hoek van de Oudestraat bij de Bovenkerk en hun turfdragersplaats
in Kampen. Op 10-10-1770 wordt de turfdragersplaats uit het verband ontslagen.
Op 12-12-1781 is alles afbetaald. [111]
Kampen 09-08-1771: Harmen
Prins, wedn. van Jannegie Vriese,
verklaart schuldig te zijn aan Beert Evert Prins een bedrag van 400 Carolus
guldens tegen een rente van 3 procent per jaar. Als speciaal onderpand stelt
hij zijn huis, erf en where op de hoek van de Oudestraat bij de Bovenkerk in
Kampen, waar nog een verplichting op rust en zijn turfdragersplaats in Kampen. [112]
Kampen 14-02-1772: Harmen
Prins verklaart wegens vogelgeld,
varkens- en ander geleend geld, schuldig te zijn aan Aalt Timensen Prins een bedrag van 600 Carolus guldens tegen een
rente van 3 procent per jaar. Als speciaal onderpand geldt zijn eigen huis, erf
en where op de hoek van de Oudestraat bij de Bovenkerk en zijn
turfdragersplaats in Kampen, beide nog bezwaard. [113]
Kampen 06-09-1766: Harmen Tijmens Prins betaalt de 50e
penning over een hof in de Heilensteeg
gekocht van Dirk van Dijk.
Kampen 07-10-1769: Harmen Tijmens Prins betaalt de 50e
penning over een stal tegen de stadsmuur
bij de Korenmarkt gekocht van Jan Bantjes.
Kampen 05-05-1774: Tot voogden over de kinderen van Harmen
Tijmens Prins en Jannigje Vriese,
genaamd Elisabeth, Harmyna, Maria en Timen Hendrik, worden benoemd Aalt
Tijmens Prins, hun oom, en Hendrik van Eem. [114]
Na het overlijden van Jannigje Vriese en in verband met zijn
tweede huwelijk reserveert Harmen Tijmens Prins 100 gulden voor zijn vier
minderjarige kinderen Elisabeth, Hermina, Maria en Timen wegens het erfdeel van
hun moeder. Dit wijst er niet op dat het gezin van Harmen Tijmens Prins in behoeftige
omstandigheden verkeerde.
Kampen 05-05-1774: Harmen
Prins, wedn. van Jannegie Vriese,
verklaart voor zijn minderjarige
kinderen Elisabeth, Hermina, Maria en Timen als
moeders erfdeel te hebben gereserveerd een bedrag van 100 Carolus guldens en de
kleding, waarmee de voogden, Aalt Timen
Prins en Hendrik van Eem, instemmen. [115]
Harmen Tijmens Prins otr. Kampen 27-04-1774, hertr. Kampen
22-05-1774
HENDRIKJE VAN EEM,
ged. Kampen (Bovenkerk) 01-02-1750, ovl. Kampen 02-08-1833, dochter van Arent van Eem en Aaltjen Nieuwemeijer.
Uit dit huwelijk zijn geboren:
Alida Prins, ged.
Kampen (Bovenkerk) 06-11-1774, volgt VIIak.
Jannegien Prins, ged.
Kampen (Bovenkerk) 03-11-1776, volgt VIIam.
Kampen 22-05-1774: Harmen Tijmens Prins is weduwnaar van Kampen. Hendrikje van Eem is
jonge dochter van Kampen.
Harmen Tijmens Prins overlijdt begin september 1779 en laat
schulden na. Twee curatoren worden aangesteld om de failliete boedel af te
wikkelen.
Kampen 14-02-1780: J.R.
van Eem, curator van de failliete boedel van wijlen H. Prins, verzoekt Schepenen en Raad van Kampen tot mede curator
aan te stellen Jan van der Sluis in de plaats van wijlen burgemeester Van
Ingen.
Schepenen
en Raad van Kampen stemmen in met in dit verzoek.
“Den 14 Februarij
1780.
Op den Requeste van J.R. van Eem, verzoekende, dat, in
plaats van wijlen den Hr. Burg(emeester) van Ingen, nevens hem, tot mede
Curator, in den insolventen boedel van wijlen H. Prins, mogte worden
geauthorizeerd de perzoon van Jan van der Sluis.
Was geapost: De perzoon van
Jan van der Sluis word mits deezen geauthorizeerd ten fine als bij Requeste
gemeld.” [116]
Kampen 26-02-1780: J.R.
van Eem en J. van der Sluis, curatoren van de failliete boedel van wijlen Hermen Prins, verzoeken Schepenen en
Raad van Kampen toestemming de onroerende goederen te verkopen, bestaande uit
een huis in het Bovenkwartier en een tuin in de Heilige Steeg.
Schepenen
en Raad van Kampen stemmen in met dit verzoek.
“Den 26 Februarij 1780.
Op den Requeste van J.R. van Eem en J. van der Sluis, als
aangestelde Curateuren in den insolventen boedel van wijlen Hermen Prins
versoekende auctorisatie tot de verkopinge der ongerede goederen in dier boedel
bestaande in een huis in ’t Bovenquartier en een tuin in de Heilige Steeg, en
sulks ten overstaan van de Heeren Hoofdlieden.
Was geapost: Het versoek ten
Requeste gedaan word mids dezen geaccordeert, en worden de Requestranten
geauthoriseert ten fine als daar bij versogt.” [117]
Kampen 09-11-1780: Claas
Visscher Moulin, een openbare verkoper, verzoekt Schepenen en Raad van Kampen
hem het recht te geven goederen van Hendrik van Eem, die op 09-11-1779 op een
veiling voor 66 gulden hooi kocht uit de boedel van wijlen Heimen Prins, te verkopen.
Schepenen
en Raad van Kampen stemmen in met dit verzoek onder de voorwaarde dat Hendrik
van Eem nog veertien dagen krijgt om de vordering te voldoen.
“Den 9 November 1780.
Op den Requeste van Claas Visscher Moulin administrerende de
Venduen dezer Stad te kennen gevende dat door Hendrik van Eem op den 8sten
November 1779 in de boedel van wijlen Heimen Prins bij vendue gekogt is een
parthij hooij ten somma van f.66 - : - en daarvan niet tegenstaande
menigvuldige aanmaaninge geen betaling heeft kunnen erlangen verzoekende
dierhalven dat Hun W.Ed.H.Achtb. hem Suppliant gelieve te verlenen de parate executie
tot bekominge van bovengemelde praetensie.
Was geapost: Wanneer de
beklaagde in voorgegane aanschouwing, binnen den tijd van veertien dagen, de
ten Requeste gementioneerde somma niet zal hebben voldaan, word aan den
Suppliant de parate executie tegens denzelven geaccordeerd.” [118]
Kampen 07-03-1794: Hendrikje van Eem, de wed.e van Hermen Prins, betaalt de 50e penning over
een huis in de Geertstraat, z.z. het
tweede van de Oudestraat, gekocht van haar moeder, de wed. Arend van Eem, in publieke verkoping.
Kampen 09-04-1795: Hendrikje
van Eem, weduwe van Hermen Prins,
verzoekt Schepenen en Raad van Kampen haar beide dochters van 20 en 18
meerderjarig te verklaren.
Schepenen en Raad van Kampen stemmen in met dit verzoek.
“Den 9 April 1795.
Op den Requeste van Hendrikje van Eem, wede Hermen
Prins, verzoekende om redenen ten Requeste geallegeerd dat haar beide dochters
de een oud 20, en de ander oud 18 jaren mogen worden mondig verklaard.
Was geapost: Op het Rapport van de Hoofdlieden van het
Bovenquartier wordt het verzoek ten Requeste gedaan geaccordeerd, en dien ten
gevolgen aan de gelibelleerde kinderen de verzogte Venia aetatis verleend ten
fine en effecte als naar Rechten.” [119]
BS Kampen 03-08-1833: Hendrika
van Eem woont te Kampen. Zij is oud drie en tachtig en een half jaar laatst
weduwe van Johannes Pruim. Zij is ovl. Kampen 02-08-1833 in het huis staande op de burgwal No. 201
W.1.
In de doopaantekeningen zijn de namen als volgt geschreven:
25-12-1751: Tiemen
Hendrik, zoon van Hermen Tiemensen Prins
en Jannegjen Vriese.
11-04-1753: Hermen,
zoon van Hermen Prins en Jannegje Vriese.
26-05-1754: Elisabed,
dochter van Hermen Prins en Jannegjen Vriese.
23-07-1755: Tiemen
Hendrik, zoon van Hermen Prins en
Jannegin Vriese.
22-09-1756: Eliesabeth,
dochter van Hermen Prins en Jannegien Vrese.
27-11-1757: Harmijna,
dochter van Hermen Prins en Janegin Vreese.
09-09-1759: Maria,
dochter van Hermen Prins en Jannegien Vrese.
12-10-1760: Maria,
dochter van Harmen Prins en Jannegien Vrese.
27-12-1761: Maria,
dochter van Hermen Prins en Jannegien Vreese.
27-02-1763: Tiemmen
Hendrik, zoon van Hermen Timmensen Prins
en Jannegien Vriese.
07-10-1764: Hendrik
Wolter, zoon van Hermen Prins en Jannegien Vriese.
01-12-1765: Hendrik,
zoon van Hermen Prins en Jannegien Vriese.
11-01-1767: Hendrik Wolter,
zoon van Hermen Prins en Jannegien Vrese.
24-04-1768: Evert,
zoon van Hermen Prins en Jannegien Vriese.
06-11-1774: Alida,
dochter van Hermen Prins en Hendrikjen van Eem.
03-11-1776: Jannegien,
dochter van Harmen Prins en Hendrikien van Eem.
VIj GEERTJEN TIJMENS (GEERTJEN
THEUNIS, GEERTJEN THYMENS) PRINS (van Vd), ged. Oldebroek 28-08-1729, ovl. Oldebroek
05-09-1803, tr. Oldebroek 30-07-1763
GERRIT GOOSSENS
BRUMMEL, ged. Oldebroek 10-10-1728, ovl. vóór 27-02-1785, zoon van Goossen Hendriks Brummel en Grietjen Reijers.
Uit dit huwelijk zijn geboren:
Grietjen Gerrits,
ged. Oldebroek 20-05-1764.
Elisabeth Gerrits,
ged. Oldebroek 06-04-1766, zie VIIu.
Goossen Gerrits, ged.
Oldebroek 24-01-1768.
Goosen Gerrits Brummel, geb. 03-05-1772,
ged. Oldebroek 10-05-1772.
Oldebroek 10-10-1728: ged. Gerrit, zoon van Gozen
Henrikz op Mulligen en Grietjen
Reijerz.
Oldebroek 19-04-1754: Geertje Tijmens Prins doet belijdenis en
wordt ingeschreven als lid van de Gereformeerde Kerk van Oldebroek.
Oldebroek ..-06-1754: Geertje Tijmens Prins gaat met
attestatie over naar de Gereformeerde Kerk van Kampereiland.
Gerrit Goossens Brummel tr. Oldebroek 05-02-1762 Aaltjen
Beerts. Aaltjen Beerts is ovl. vóór 30-07-1763.
Oldebroek 30-07-1763: Gerrit
Goossens tr. Geertjen Theunis.
Geertje Tijmens Prins is getuige bij de doop van kinderen van
haar zus en van haar broer:
Oldebroek 04-10-1772: Geertje
Timens is getuige bij de doop van haar neef Timen, zoon van Marrichje
Timens en Hendrik Janszen, zie VIo.
Oldebroek 14-04-1776: Geertje
Timens Prins is getuige bij de
doop van haar nicht Elisabet, dochter
van Dries Timensz. Prins en Lutgaartje Everts, zie VIm.
Oldebroek
04-10-1781: den 4 Octob: is Gerrit Gosens
overleden in de Kerk in de gang begraven.
Gaat
het hier om Gerrit Goossens, getrouwd met Geertjen Tijmens Prins?
Gerrit
Goossens, getrouwd met Geertjen Tijmens Prins, was in Oldebroek een tijdgenoot
van Gerrit Goossens, getrouwd Oldebroek 29-05-1748 met Geertjen Jans Groen.
Geertjen Tijmens Prins hertr. Oldebroek 27-02-1785
ROELOF FRANKS VAN DER
MATEN, geb. ca. 1737, bouwman (1817), ovl. Oldebroek 08-12-1817, zoon van Frank … en …, wedn. van Bartje
Franksen.
Geertjen Tijmens Prins woont in Mulligen, Oldebroek (1785).
Roelof Franks van der Maten woont in Oldebroek (1785).
Oldebroek 27-02-1785: 1785
ingeschreven den 5 Febr: Roelef Frankszen, wed? te Oldebroek en Geertjen Timens
wed? te Mulgen op den 27 Febr: Zijn deeze na drie voorg. Zond: Proclamatien te
Oldebroek in den Echt bevestigd.
Oldebroek 18-02-1763: Roelof
Franks tr. Bartje Franksen.
Oldebroek 22-07-1784: Juli
22 is de vrouw van Roelef Franks overleden in de Kerk voor de preekstoel
begraven.
Oosterwolde (GD) 30-08-1800: Geertjen Tijmens Prins
verklaart dat haar neef Jan Gerritsen Prins, zie VIIp, is ged. Oosterwolde (GD)
02-03-1760.
Oldebroek 05-06-1802:
Compareerden voor W.J.
Spronk en H. Woltersze commissarissen van huwelijkszaaken en voor Jacob de Hen
secretaris te Oldebroek.
1802; 5 junij
Bruidegom; Gooszen Gerritsz, j.m. geboren te Oldebroek en woonachtig onder
Heerde geboren den 3 maij 1772.
Bruid; Marretje Gerrits, j.d. geboren en woonende te Oldebroek geboren 27
september 1773.
Getuigen; Geertje Tijmens Prins moeder van de bruidegom en Fennetjen Dirks
moeder van de bruid.
1ste gebod; 6 junij
2de gebod; 13 dito
3de gebod; 20 dito
Solemnisatie; op den 27 junij 1802 te Oldebroek kerkelijk voltrokken. [120]
Oldebroek 05-09-1803: ovl. 5 Sept Geertje tijmenszen, H. v. Roelof Franksz.
BS Oldebroek 09-12-1817: Roelof Franksz van der Maten is
ovl. Oldebroek 08-12-1817 in het huis No
100 binnen deze Gemeente. Hij is wedn. van geertje Tijmensz, bouwman, oud 80 jaar. De ouders en geboorteplaats
zijn niet vermeld.
In de doopaantekeningen zijn de namen als volgt geschreven:
20-05-1764: Grietjen,
dochter van Gerrit Goossens en Geertjen Timens.
06-04-1766: Elisabeth,
dochter van Gerrit Goossens en Geertjen Tiemens.
24-01-1768: Goossen,
zoon van Gerrit Goosses en Geertjen Tijmens.
10-05-1772: Goossen,
zoon van Gerrit Goosses en Geertjen Timens.
VIk EVERT TIJMENS
PRINS (van Vd), geb. Oldebroek 27-11-1734, ged. Oldebroek 28-11-1734, boer
(1812), bouwman (1817), grondeigenaar en landbouwer (1820), rentenier (1821), landbouwer (postume vermelding 1828),
dedingsman (huwelijksvriend
…., tussen 1776 en 1784, magescheidsvriend …., tussen 1807 en 1811), geërfde
op de Veluwe (…., tussen
1796 en 1803), ovl. Oldebroek 11-03-1821, tr. Oldebroek 23-03-1768
BEERTJEN (BEERTJE) ANDRIES,
ged. Oldebroek 26-02-1730, landbouwster (postume vermelding 1828), zonder
beroep (postume vermelding 1828), ovl. Oldebroek 06-09-1785, dochter van Andries Gerritsen en Hendrikjen Hendriks, wed. van Willem
Harmensz.
Uit dit huwelijk zijn geboren:
Tijmen Everts Prins,
geb. Oldebroek 14-07-1768, volgt VIIan.
Hendrikjen Everts
Prins, geb. 09-05-1772, ged. Oldebroek 10-05-1772.
Oldebroek 26-02-1730: ged. Beertjen, dochter van Andries
Gerritsen en Hendrikjen Henrikz.
Beertjen Andries tr. Oldebroek 20-04-1755 Willem Harmensz. Willem Harmensz is ged. Kamperveen
14-04-1726, ovl. Kamperveen ..-12-1760, zoon van Herman Willems en Marrigje
Elis.
Oldebroek 15-04-1780: i>Evert Timens Prins doet belijdenis en
wordt ingeschreven als lid van de Gereformeerde Kerk van Oldebroek.
Oldebroek 06-09-1785: Sept:
6 is de Vrouw van Evert Tijmens prins overleden, en in de Kerk begraven.
Evert Tijmens Prins hertr. Oldebroek 19-10-1788
FENNIGJE (FENNETJE) JANS,
geb. Oldebroek, ged. Oldebroek 18-03-1744, ovl. Oldebroek 20-04-1822, dochter
van Jan Hermens en Jannigje Roelofs.
Oldebroek 18-03-1744: ged. Fennetjen, dochter van Jan
Harmzen en Jannetjen Roelefzs.
Evert Tijmens Prins en Fennigje Jans wonen in Oldebroek
(1788).
Oldebroek 19-10-1788: 1788.
den 27 Septemb ingeschreven Evert Tijmensz Prins wed? van en te Oldebroek en
Fennetje Jans J.D: van en te Oldebroek Na drie Zond. Proclamatien Zijn deeze
opden 19? Octob bevestigt te Oldebroek.
Evert Tijmens Prins is dedingsman in het Richterambt Oldebroek, een
functionaris in de vrijwillige rechtspraak. Hij treedt op als huwelijksvriend bij het vastleggen van
huwelijksvoorwaarden of als magescheidsvriend bij het vastleggen van een
boedelscheiding. [121]
Evert Tijmens Prins is ook geërfde op
de Veluwe. Als landeigenaar in het Richterambt Oldebroek en gekozen
vertegenwoordiger mocht hij meewerken bij de rechtspraak. In … is hij in … in het kerspel
Oosterwolde onder Doornspijk als geërfde op de Veluwe betrokken bij …
(driemaal). [122]
Oldebroek 1812: Evert Tijmens Prins, geb. 27-11-1734, boer, woont
in Oldebroek, zo blijkt uit het Registre
Civique, een bevolkingsadministratie aan het einde van de Franse tijd. [123]
BS Oldebroek 08-01-1817: Evert
Tymens Prins is in deze Gemeente
woonachtig. Hij is bouwman. Hij
doet aangifte van het overlijden van Hendrik
Aaltszen.
BS Oldebroek 23-01-1817: Evert
Tijmens Prins is in deze Gemeente
woonachtig. Hij is bouwman. Hij
doet aangifte van het overlijden van Harmen
Aaltszen.
Oldebroek 1818: De gemeente Oldebroek heeft Evert Tijmens Prins ingedeeld in het
Eekter rot, het rot van rotmeester Jan Hendriks de Groot. [124]
BS Oldebroek 28-04-1820: In een akte van bekendheid van 27-03-1820 staat dat Evert Prins
grondeigenaar en landbouwer is, wonende te Oldebroek.
BS Oldebroek 12-03-1821: Evert
Tijmens Prins is ovl. Oldebroek 11-03-1821 in het huis No. 57 binnen deze Gemeente. Hij is Ruim zesentachtig Jaren … Rentenier, zoon van Tymen Prins en Elijzebet
Aalts Echtgenoot van Fennigje Jans nalatende Een zoon de overledene met de
nageblevene Echtgenoote hebben gewoond in gemelde sterfhuis; te Oldebroek
geboren.
BS Oldebroek 20-04-1822: Fennigje
Jans is ovl. Oldebroek 20-04-1822 in
het huis No. 57 … binnen deze gemeente. Zij is Achtenseventig Jaren … weduwe
van Evert Prins Dochter van Jan Hermens en Jennigje Roelofs
Geboren te Oldebroek. Fennigje Jans is ovl. op heden den twintigsten dezer des morgens vier uren zijnde zaterdag in
het huis No. 57 Kinderloos nalatende eene Neef de overledene woonde in gemelde
sterfhuis binnen deze gemeente.
In de doopaantekeningen zijn de namen als volgt geschreven:
17-07-1768: Tijmen,
zoon van Evert Tijmenz. Prins en Beertjen Andries.
10-05-1772: Hendrikje,
dochter van Evert Timenz en Beertje Andriesz. [125]
VIm DRIES TIJMENS
PRINS (van Vd), ged. Oldebroek 05-01-1738, ovl. Oldebroek 05-03-1799, tr.
Oldebroek 01-07-1770
LUTGERTJE EVERTS (LUTGERTJEN
EVERTS, LUTJEN EVERTS, LUTGAARTJE EVERTS), ged. Oldebroek 01-01-1740, ovl.
Oldebroek 01-07-1808, begr. Oldebroek 04-07-1808, dochter van Evert Evertzen en Weijmtjen Gerritz.
Uit dit huwelijk zijn geboren:
Tijmen Dries Prins,
ged. Oldebroek 09-09-1770, ovl. vóór 06-09-1772.
Tijmen Dries Prins,
geb. 04-09-1772, ged. Oldebroek 06-09-1772.
Weimtje Dries Prins,
geb. Oldebroek 04-10-1774, volgt VIIao.
Elisabet Dries Prins,
geb. 12-04-1776, ged. Oldebroek 14-04-1776.
Neeltje Dries Prins,
geb. 08-03-1779, ged. Oldebroek 14-03-1779.
Evert Dries Prins,
geb. 06-04-1781, ged. Oldebroek 08-04-1781.
Oldebroek 01-01-1740:
ged. Lutjen, dochter van Evert Evertzen en Weijmtjen Gerritz.
Oldebroek 20-03-1766: Dries Tijmens Prins doet belijdenis en
wordt ingeschreven als lid in de Gereformeerde Kerk van Oldebroek.
Oldebroek 01-07-1770: Dries
Tijmensen tr. Lutjen Everts.
Het gezin van Dries Tijmens Prins woont in Oldebroek, op ’t Eekt
(1793, 1799).
Eekt in Oldebroek behoort tot de vroege nederzettingen die op een
dekzandrug ontstonden. In het lage landschap langs de Zuiderzee waren dat de
plekken die bewoners aantrokken. Er stond in Eekt een hof -’t Hof ter Eekt-
die, net als de hof in Mulligen, bij ontginningsactiviteiten een belangrijke
rol heeft gespeeld. De naam Eekt duidt op een groep eiken of een bos(je)
bestaande uit eiken. [126]

’t Hof ter Eekt. Het voetpad voert van Eekt door de Broeklanden
naar Oldebroek. Topografische Militaire Kaart (Nettekening) 1830-1850.

Het Kerkpad door de Broeklanden, van Eekt naar Oldebroek,
25-12-2013.
Drie kinderen van Dries Prins en Lutgertje Everts zijn jong
overleden. Het begraafboek van Oldebroek vermeldt niet hun namen zodat niet bekend
is welk kind wanneer is overleden.
Oldebroek 12-04-1784: een dito
[kind] van Dries Prins overleden
Oldebroek 08-07-1793: Den 8
Juli is een kind van Dries Prins op ’t Eekt overleden
Oldebroek 12-10-1793: Den 12
dito [octob:] is een kind van Dries Prins op ’t Eekt overleden
Oldebroek 05-03-1799: ovl. 5 Maart Dries Prins op ’t Eekt.
Oldebroek 01-07-1808: ovl. 1 Julij. Lutgertje Everdts wed: Dries Prins 80 J.
VIn JANNETJE TIJMENS (JANNIGJE)
PRINS (van Vd), ged. Oldebroek 22-06-1742, spinster (1830), zonder beroep
(1832), ovl. Oldebroek 20-03-1832, tr. Oldebroek 28-11-1784
REIJER GOOSENS
BRUMMEL, geb. ws. Oldebroek, geb. Oldebroek 29-12-1735, ged. Oldebroek 01-01-1736, bouwman
(1820), grondeigenaar en landbouwer (1820), ovl. Oldebroek 23-09-1820, zoon van Goossen Hendriks Brummel en Grietjen
Reijers.
Oldebroek 01-01-1736: ged. Reijer, zoon van Gozen
Henriks op Mullige en Grietjen
Reijers.
Jannetje Tijmens Prins is getuige bij de doop van kinderen
van haar zus, van twee broers en van twee nichten:
Oldebroek 10-05-1772: Jantje
Timens is getuige bij de doop van haar neef Gooszen, zoon van Geertje Timens en Gerrit Gooszens, zie VIj.
Oldebroek 06-09-1772: Jennigjen
Timens Prins is getuige bij de doop van haar neef Timen, zoon van Dries Timens
Prins en Lutgertjen Everts, zie
VIm.
Oldebroek 28-03-1773: Jennigje
Timens is getuige bij de doop van haar achterneef Gerrit, zoon van Klaas
Wolters en Lisebet Gerrits, zie
VIIn.
Oosterwolde (GD) 20-12-1778: Jannetje Tijmens is getuige bij de doop van haar nicht Marigje, dochter van Goossen Tijmensz. Prins en
Grietje Jans, zie VIh.
Oosterwolde (GD) 17-03-1782: Jannetje Tijmens is getuige bij de doop van haar neef Tijmen, zoon
van Goossen Tijmens Prins en Grietje Jans, zie VIh.
Oldebroek 01-02-1800: Jannetje
Prins is getuige bij de doop van haar achternicht Elizabeth, dochter van Gijsbert
Reijersz en Wijmtjen Dries, zie
VIIao.
Oldebroek 04-05-1806: Jannetje
Tijmens is getuige bij de doop van haar achterneef Dries, zoon van Gijsbert
Reijersz en Wijmtje Dries, zie
VIIao.
Jannetje Tijmens Prins woont in Oldebroek (1784). Reijer
Goosens Brummel woont in Oldebroek, Mulligen (1784).
Oldebroek 28-11-1784: 1784. den 5 Novemb. Reijer Gooszens J.M. van Mulgen onder Oldebroek en
Jannetje Timens J.D. van en te Oldebroek na drie voorgaande Zond: Proclamatiën
zijn deeze op den 28 Nov: hier in den echten Staat bevestigd.
Reijer Goossens Brummel en Gerrit Goossens Brummel (zie VIj)
zijn broers. Jannetje Tijmens Prins trouwde met de broer van haar zwager.
BS Oldebroek 28-04-1820: In een akte van bekendheid van 27-03-1820 staat dat Reijer Brummel
grondeigenaar en landbouwer is, wonende te Oldebroek.
BS Oldebroek 24-09-1820: Reijer
Goosens Brummel is ovl. Oldebroek 23-09-1820 in het huis No. 70 binnen deze gemeente. Hij is vierentachgentig Jaren … Bouwman Echtgenoot
van Jannigje Prins zoon van Goossen Hendriks en Grietje Reyers. Hij is ovl. zonder kindren na te laten gewoond hebbende
in gemelde sterfhuis.
Jannetje Tijmens Prins woont in Oldebroek, nr. 127 A (1830)
en in Oldebroek, Lapstreek nr. 126 (1832). [127]
Jannetje Tijmens Prins is gereformeerd (1830). [128]
BS Oldebroek 20-03-1832: Jannetje
Prins is negenentachtig Jaren,
Geboren te oldebroek dochter van wijlen Tymen Prins en Elizabeth Hendriks beide
overleden weduwe Reier Goossens Brummel zonder beroep.
VIo MARIJTJEN TIJMENS
(MARIJTJEN TIMANS) PRINS (van Vd), geb. vóór 1746, landbouwster (postume vermelding 1836), ovl.
(?), tr. Oldebroek 05-04-1761
HENDRIK JANS (THIJZZEN)
(JUNTE), ged. Oldebroek 01-01-1727, landbouwer (postume vermelding 1836), ovl.
(?), zoon van Jan Thijsz en Bijtjen Hendriks Brummel.
Uit dit huwelijk zijn geboren:
Jan Hendriks Junte,
ged. Oldebroek 31-01-1762, zie VIIx.
Biegjen Hendriks
Junte, ged. Oldebroek 17-07-1763/21-08-1763.
Elizabeth Hendriks Junte,
ged. Oldebroek 21-07-1765.
Bije Hendriks Junte,
ged. Oldebroek 12-04-1767, zie VIIv.
Jannigjen Hendriks
Junte, ged. Oldebroek 22-05-1768.
Hillegje Hendriks
Junte, ged. Oldebroek 16-07-1769.
Hilletjen Hendriks
Junte, ged. Oldebroek 16-06-1771.
Tijmen Hendriks Junte,
geb. 01-10-1772, ged. Oldebroek 04-10-1772.
Oldebroek 01-01-1727: ged. Henrik, zoon van Jan Thijssen
en Bijtjen Hendrikz.
Het gezin van Marijtjen Tijmens Prins en Hendrik Jans woont
in Oldebroek, Stuivezand (1762). [129]
Stuivezand was in de zeventiende eeuw de naam van een groot
gebied in Oldebroek bestaande uit
cultuurgrond en boerderijen temidden van zandverstuivingen.
Zandverstuivingen bleven tot in de negentiende eeuw een bedreiging voor de
boeren. Met veel moeite probeerden zij het oprukkende zand in bedwang te
houden. [130]
Oldebroek 17-07-1763/21-08-1763: Opmerkelijk is dat de doop
van Biegjen Hendriks Junte tweemaal is genoteerd, op verschillene data.
Oldebroek 17-04-1785: April 17? is de Vrouw van Hendrik Jansen overleden. Aangezien geen
verdere gegevens zijn vermeld is kan niet worden vastgesteld of het gaat om
Marijtjen Tijmens Prins.
Oldebroek 03-05-1799: ovl. 3 Meij Hendrik Jans. Aangezien geen verdere gegevens zijn vermeld
is kan niet worden vastgesteld of het gaat om Hendrik Jans, de man van
Marijtjen Tijmens Prins.
In de doopaantekeningen zijn de namen als volgt geschreven:
31-01-1762: Jan,
zoon van Hendrik Janzen in ’t
Stuijvezandt en Marijtjen Timanzs.
17-07-1763: Biegjen,
dochter van Hendrik Jans en Marrigjen Thiemens.
21-08-1763: Biegjen,
dochter van Hendrik Jansen en Marrigjen Tiemens.
21-07-1765: Elisabeth,
dochter van Hendrik Jansen en Marrigje Thijmens Prins.
12-04-1767: Biegjen,
dochter van Hendrik Jans en Marrigjen Tiemens Prins.
22-05-1768: Jannigjen,
dochter van Hendrik Janzen en Marrigjen Timens Prins.
16-07-1769: Hillegje,
dochter van Hendrik Jans en Marrigje Tijmens.
16-06-1771: Hilletjen,
dochter van Hendrik Janzen Thijzzen en Marijtjen Timans.
04-10-1772: Timen,
zoon van Hendrik Janszen en Marrichje
Timens. [131]
Noten bij Generatie VI
1. D.
Otten, Oude namen in Oldebroek
(Oldebroek 1996) 35.
2. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 541: “Verschenen Hendrik Claasen en Annigje Everts
echtel. verkopen aan Beert Everts Prins en Jannigje Coenraads echtel. 2 '/2
gres in 12 '/a gresen waarvan de rest zijnde acht te half gres koper en de
overige vijf te half gres Hendrik Everts Prins toebehoren makende in 't geheel
15 gresen waaraan oostw Willem Cornelis, westw Busgever ?, zuidw de Besje en
noordw Feythenhof gelandet is en dat voor f 200,- get. 13 oct 1762”
3. Uittreksels protocol
van bezwaar ORA Doornspijk 1777-1790 door H. Fikse 1996-2003, fiche 210:
“Verschenen Evert Driesen en
Marrigje Herms echtel. verkopen aan Beert Everts Prins en Jannetje Coenraads
echtel. 1/3 in 15 gresen hooiland in het Eektermerk waarvan het overige koper
toebehoort voor f 460,- waaraan oostw Willem Cornelis (Spijkerboer) westw Tulleken,
zuidw de Besjes van Elburg en noordw Feithenhof gelandet is get 28 juni 1779
Verschenen
Hendrik Everts Prins welke verkoopt aan Evert Dries en Marrigje Harms echtel.
1/3 in 15 gresen weiland voor f 460,- boven omschreven get 28 juni 1779”
4. Uittreksels protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1777-1790 door H.
Fikse 1996-2003, fiche 233: “Verschenen
Beert Everts Prins en Jannetje Coenraads echtel. verkopen voor f 1900,- aan
Dries Reiers 15 gresen weiland waaraan oostw de wed. van Gerrit Beerts en
Helmig Willems westw burgem. Tulleken zuidw de Weezen van Elburg en noordw het
Feithenhof gelandet is Dries Reiers leent f 800,- van Beert Everts Prins en
Jannetje Coenraads echtel. onderpand de hierboven vermelde 15 gresen get 24 nov
1787, afgelost 6 nov 1791”
5. Uittreksels protocol
van bezwaar ORA Doornspijk 1777-1790 door H. Fikse 1996-2003, fiche 216:
“Verschenen Evert
Diesemers mede namens zijn absente vrouw leent f 400,- van Beert Everts Prins
en Jannetje Coenraads echtel. onderpand 2 mudde bouwland waaraan oostw Jannetje
Gerrits (Keiser) westw mejuffr Wolfsen zuidw burgem Raadt en noordw Gerrit
Gerritsen (Keiser) gelandet is get 24 nov 1787“
6. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1777-1790 door H. Fikse 1996-2003, fiche 240: “Verschenen Heiltje Gerrits wed. van
Willem Beerts geass. met Jochem Jans leent f 250,- van Beert Everts Prins en
Jannigje Coenraads echtel. onderpand 3 schepel bouwland langs de weg aan de
gracht en 6 gresen waaraan oostw Hendrik Fix, westw de kleineweg, zuidw Hendrik
Jans en noordw Cornelis Tijmens gelandet is get 11 dec 1787 afgelost 29 april
1797”
7. Uittreksels protocol
van bezwaar ORA Doornspijk 1777-1790 door H. Fikse 1996-2003, fiche 227:
“Wij Jan Berends Mulder en
Jan Jansen doen cond: Verschenen Harmen Wolters en Hendrikje Cornelis echtel.
verkopen voor f 2150,- aan de eersame Teunis Jans en mejuffr Geertruid Jans
geboren Meyer hun lieder erf "den Hul" gen.best. uit een huis hof
berg en schuur en 5 schepel bouwland en een hagen "de Vlesse" gen.
waaraan oost en noordw Jan Berends Mulder zuidw de Zwarteweg, en westw de heer
van Rechteren gelandet is en 17 1/2 gres weiland onder Oldebroek Waaraan oostw
Jan Berends Mulder zuidw de Waterheigrave westw Dries Hendriks in de Lapstreek
get 28 dec 1784 getuigen Egbert Eybrink en Hendrik Lodewijk Tichler
De genoemde
eersame Teunis Jans leent nog f 900,- van Beert Everts Prins en Fennigje
Coenraats echtel. met als onderpand dat genoemde erf get 18 maart 1790”
8. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1777-1790 door H. Fikse 1996-2003, fiche 229: “Verschenen Gerrit Eiberts Proeme en Batje
Jans echtel. enen f 200.- van Beert Everts Prins en Jennigje Coeraads echtel.
onderpand zijn erf en goederen en een half mud zaailand waaraan oostw Jan
Samuels west en noordw Dries Mulder en zuidw het pad gelandet is get 2 jan
1788”
9. Uittreksels
protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1791-1802, H. Fikse, 1999-2003, fiche 294: “Verschenen Heiltje Gerrits wed.
van Willem Beerts Fix geass met Beert Willems Fix leent f 350,- van Beert
Everts Prins onderpand hun 2 gresen waaraan oostw de Oldebroeker wangen, en
westw het Gasthuis van Kampen gelandet zijn en een mud zaailand waaraan oostw
de comparant en westw Dries Mulder gelandet is en nog 1 1/2 schepel waaraan
oostw Old en westw Jan Samuels ligt. Nadat de acte getekend was verschenen haar
kinderen Beert Willems en Jochem Jans (van Veen ) en Gerrigje Willems Fix
echtel en Marchje Willems Fix die dit hebben getekend 23 febr 1794”
10. Uittreksels protocol
van bezwaar ORA Doornspijk 1791-1802 door H. Fikse, 1999-2003, fiche 286:
“Verschenen Beert Everts
Prins en Jannetje Coenraads echtel. verkopen voor f 400,- aan Johannes Stuurman
te Elburg hun erf optie of obligatie welke Evert Diesemers en Grietje Everts
hun verstrekt hebben, met als onderpand hun 2 mudde bouwland zoals door Evert
Knijf is geregistr op den 7 aug 1794”
11. Index ORA
Oldebroek criminele rechtspraak 1573-1810, door J. Kolkman, inv.nr. 114, 25-01-1749.
12. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde, H. Fikse, fiche 113: “Verschenen Willem Aartsen en Teunisje
Willems echtel. verkopen aan Jan Aartsen en Fijgje Eiberts echtel. wonende op
het Kampereiland, 6 schepel bouwland op het Zuideinde, waaraan westw de
winterdijk, oostw Jan Aartsen kerkmeester, zuidw de heer Lobè predikant te
Elburg en noordw Evert Gerritsen gelandet zijn, voor f 500,- get 7 maart 1743”
13. Uittreksels
protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde, H.
Fikse, fiche 131: “Verschenen
Hendrik van Werven en Hilligje Wolters echtel. verkopen voor f 300,- aan Jan
Aartsen op het Kampereiland en Fijgje Egberts echtel. 4 schepel zaailand,
waaraan westw Jan Aartsen, zuidw Ds Lobè, oostw Gerrit Jansen of de erfgen. van
Jochem Klaas en noordw burgem. Erkelens gelandet is get 21 april 1746.”
14. Uittreksels protocol
van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde door H. Fikse,
fiche 131: “Verschenen
burgem. H.J.Erkelens en Elisabeth Agnes Schrassert echtel. verkopen voor f
439,- aan Fijgje Eiberts wed. van Jan Aartsen wonende te Overijssel 6 schepel
bouwland de Vossen-akker gen. waaraan oostw het Streker voetpad, zuidw Ds Lobè,
westw Evert Gerritsen en noordw Eibert Jansen gelandet zijn get. 14 maart 1747”
15. J. Grooten, Pachters van de stadserven op het
Kampereiland 1432-1998 (Kampen 1998) 310.
16. J. Grooten, Pachters van de stadserven op het
Kampereiland 1432-1998 (Kampen 1998) 164, 310.
17. J. Grooten, Pachters van de stadserven op het
Kampereiland 1432-1998 (Kampen 1998) 164.
18. J. Grooten, Pachters van de stadserven op het
Kampereiland 1432-1998 (Kampen 1998) 310.
19. J. Grooten, Pachters van de stadserven op het
Kampereiland 1432-1998 (Kampen 1998) 310, aldaar onjuist: Aalt Tijmens Prinsis begr. Kampen 21-07-1793. Op basis van eigen
onderzoek het begin van de pacht gesteld op 04-02-1748 i.p.v. P1754.
20. Kampen, Momberstellingen 1540-1809, Momberboek
1745-1809, fol. 36 of 38.
21. Rechterlijk
Archief Kampen 101, fol. 23v.
22. www.reliwiki.nl.
23. Kampen, Momberstellingen
1540-1809, Momberboek 1745-1809, fol. 79.
24. Nieuw
Archief Kampen, Stedelijke Rekeningen.
25. Oud
Archief Kampen. Apostillen van Campen en haar Jurisdictie. 1624-1809. Deel 26
R. 3 jan. 1780 – 28 dec. 1786. Inv. nr. O.A. 208, fol. 65v.
26.
Oud Archief Kampen. Apostillen van Campen en haar Jurisdictie. 1624-1809. Deel
26 R. 3 jan. 1780 – 28 dec. 1786. Inv. nr. O.A. 208, fol. 165v.
27. J. Grooten, Pachters van de stadserven op het
Kampereiland 1432-1998 (Kampen 1998) 250.
28. J. Grooten, Pachters van de stadserven op het
Kampereiland 1432-1998 (Kampen 1998) 304.
29. J. Grooten, Pachters van de stadserven op het
Kampereiland 1432-1998 (Kampen 1998) 250.
30. J. Grooten, Pachters van de stadserven op het
Kampereiland 1432-1998 (Kampen 1998) 304.
31. J. Grooten, Pachters van de stadserven op het Kampereiland
1432-1998 (Kampen 1998) 304.
32. Uittreksels
protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde, H.
Fikse, fiche 113: “Verschenen
Willem Aartsen en Teunisje Willems echtel. verkopen aan Jan Aartsen en Fijgje
Eiberts echtel. wonende op het Kampereiland, 6 schepel bouwland op het
Zuideinde, waaraan westw de winterdijk, oostw Jan Aartsen kerkmeester, zuidw de
heer Lobè predikant te Elburg en noordw Evert Gerritsen gelandet zijn, voor f
500,- get 7 maart 1743”
33. Uittreksels
protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde, H.
Fikse, fiche 131: “Verschenen
Gerrit Jacobsen enzijn zuster Gerrigje Jacobs beide voor 2/3 erfgenamen van hun
oom Evert Gerritsen, verkopen hun erfportie aan Willem Aartsen en Teuntje
Willems echtel. zijnde een mudde zaailand aan de winterdijk waaraan oost en
zuidw. Aalt Tijmensen Prins, westw de winterdijk en noordw de wee van Eibert
Jansen Nieboer gelandet is, voor f 250,- Get. te Harderwijk 14 aug 1749.”
34. Uittreksels
protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde, H.
Fikse, fiche 132: “Wij Evert
Vos en Hendrik Hillebrands doen cond, verschenen Willem Aartsen en Teuntje
Willems echtel. verkopen voor f 390,- aan gerrit Brandsen een mudde zaailand
aan de winterdijk Waaraan oost en zuidw aalt Tijmensen Prins westw de
winterdijk en noordw de wed. van Eibert Jansen Nieboer gelandet is get. 31 dec
1749”
35. Uittreksels protocol van
bezwaar ORA Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 535: “Verschenen voor ons Gerrit Vos en Arent
Jacobs Eitman geerfden op Veluwen, Brand Gerritsen en Jannigje Cnelis echtel.en
Nelle Gerrits alsmede Albert Alberts en Driesje Gerrits echtel. Gerrit Alberts
en Dirkje Gerrits echtel. De 2 eersten verkopen voor F150,-en de laatsten elk
voor f40,-hun aandeel een mudde zaailand aan Jan Eibertsen en Fennigje Gerrits
echtel. waarvan het overige 1/10 part hun reeds toebehoort en waaraan oost en
zuidw Aalt Tymensen Prins, westw de winterdyk en noordw Renesse gelandet is
get. 10 juli 1768”
36. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1791-1802, H. Fikse, 1999-2003, fiche 294: “Verschenen Aalt Tijmens Prins verkoopt
voor f 400,- 6 schepel zaailand aan Lubbert Gerrits en Fennetje Gerrits
echtel.waaraan oostw verkoper westw de Winterdijk zuidw Renesse en noordw
Egbert Jans gelandet is doende f 2,- aan het Lieve Vrouwengilde te Oldebrok get
6 april 1793”
37. Uittreksels
protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde, H.
Fikse, fiche 131: “Verschenen
Hendrik van Werven en Hilligje Wolters echtel. verkopen voor f 300,- aan Jan
Aartsen op het Kampereiland en Fijgje Egberts echtel. 4 schepel zaailand,
waaraan westw Jan Aartsen, zuidw Ds Lobè, oostw Gerrit Jansen of de erfgen. van
Jochem Klaas en noordw burgem. Erkelens gelandet is get 21 april 1746.”
38. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde door H. Fikse, fiche 131: “Verschenen burgem. H.J.Erkelens en Elisabeth
Agnes Schrassert echtel. verkopen voor f 439,- aan Fijgje Eiberts wed. van Jan
Aartsen wonende te Overijssel 6 schepel bouwland de Vossen-akker gen. waaraan
oostw het Streker voetpad, zuidw Ds Lobè, westw Evert Gerritsen en noordw
Eibert Jansen gelandet zijn get. 14 maart 1747”
39. Uittreksels
protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde, H.
Fikse, fiche 116: “Verschenen Jan
Lubbertsen en Swaantje Jans echtel. en Lubbert Lubbertsen en Anna Rutgers
echtel. verkopen aan Arend Jacobsen en Hendrikje Egberts echtel. voor f 150,-
2/3 parten van 3 gresen weiland waarvan het overige Marrigje Gerrits toebehoort
en waaraan noordw de wed. Eibert Jansen Nieboer oostw de grotewoldweg, zuidw
Jacob Klaasen en westw Aalt Tijmensen Prins gelandet is get. 28 sept 1753”
40. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1755-1761 door H. Fikse, fiche 460: Verschenen “Arend
Jacobsen en Hendrikje Egberts echtel. verkopen aan Arend Bruggeman en Jantje
Hendriks echtel. 2/3 parten van 3 gresen, waarvan het overige Marrichje Gerrits
toebehoort Aan welke 3 gresen noordw de
wed. Eibert Jansen Nieuwboer, oostw de grotewoldweg, zuidw Jacob Claasen en
westw Aalt Timensen Prins gelandet is voor f 300,- get 26 maart 1756”
41. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 532: “Verschenen Jan Petersen en Willempje
Wichmans echtel. Rein Driesen en Aaltje Jans echtel.Hendrik Wichmans en Tryntje
Jacobs echtel. Aartje Heimens wed. van Gerrit Jacobs met haar zoon Heimen
Gerrits, Aart Harmsen en Hendrikje Heimens echtel.Tymen Albertsen en Aartje
Hendriks echtel.en Aalt Hendriksen dan nog Arend Bruggeman wednr van Jentje
Hendriks welke gezamelyk verkopen aan Gysbert Berghuis en Geertruid Veldkamp
echtel.en Jacob Michmarshuizen een huis en hof met een half mud zaailand aan de
Zandweg waaraan oostw Gerrit Beertsen, noordw Lambert Coertsen (Westerink)
zuidw Wolter Harmsen en westw de woldweg en Lambert Coertsen gelandet is
Verder het aandeel in het Rutsje groot 3 gresen waaraan oostw de woldweg, zuidw
Annigje Jacobs, westw Aalt Tymensen Prins en noordw van Renesse gelandet is
Dan 6 gresen aan de Winterdyk waaraan oostw de winterdyk, zuid en noordw Albert
Albertsen Schoenmaker, en westw de wed. Jan Lambertsen gelandet is vervolgens
nog 2 morgen in het Broekland waaraan oostw van Oldenbarneveld,zuidw de wed.
Jan Aartsen, westw Capitein Daendels en noordw Hendrik Geurtsen nu Lambert
Coertsen gelandet is
Nog 8 gresen aan de Winterdyk waaraan oost en westw Hartger Rensen, zuidw Jac.
Veldkamp en noordw de geestelykheid van Campen gelandet is en 5 gresen waaraan
noordw Gerrit Egbertsen zuidw Albert Albertsen Schoenmaker, westw de wed. Jan
Lambertsen en oostw Albert Coers gelandet is en verder enig leengoed alles voor
f3972,- get. door kopers welke verklaarden volgens gemaakt accoord Arend
Bruggeman te onderhouden in kost drank en kleding en ordentelyk te zullen
begraven get. 3 jan 1773”
42. Uittreksels protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1791-1802, H.
Fikse, 1999-2003, fiche 294: “Verschenen Gerrit Wolters als gevolm. van
Jentje Cobus wed. van Aalt Prins te Kampen en verder Gerrit en Cobus Prins en
Jochem Hendriks en Annigje Aalts Prins echtel. verkopen voor f 338,- aan
Henricus Bijsterbosch een mudde zaailand waaraan oost en zuidw koper westw
Lubbert Gerrits en noordw de heer Renesse gelandet is. Dezelfden verkopen voor f 355,- ook aan
dezelfde 6 schepel waaraan oostw Hendrik Gerrits Lange westw Lubbert Gerrits en
zuidw Renesse en noordw koper gelandet is get 4 febr 1794”
43. Uittreksels protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1777-1790 door H.
Fikse 1996-2003, fiche 229:
“Verschenen
Aalt Tijmens Prins welke voor f 180,- verkoopt aan Henricus Bijsterbos een half
mudde bouwland waaraan oost en noordw koper westw Jan Beertsen en zuidw
Cornelis Pelen gelandet is get 26 nov 1790”
44. Zie noot 42.
45. Uittreksels
protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1755-1761 door H. Fikse,
fiche 465: Verschenen “Jan Herms en Beertje Gerrits echtel.
verkopen voor f 700,- aan Aartje Everts wed. van Diesemer Egberts en haar
kinderen met namen Egbert, Jacob,Tryntje,Evert en Jannetje Diesemers 6 schepel
zaailand waaraan oost en zuidw de Winterdyk westw Evert Brants en Aalt Tymen
Prins en noordw koperse gelandet is get. 16 dec 1757”
46. Uittreksels protocol
van bezwaar ORA Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 543: “Wij Barend.van Marle en Peter Tijmensen doen
weten; Verschenen Brand Evertsen en Geertje Hendriks echtel. lenen f 100,- van
Egbert Diesemers en co. onderpand een mudde bouwland waaraan oost en noordw
Egbert Diesemers, westw burgem. Brienen, en zuidw Aalt Prins gelandet is get. 6
juli 1770, afgelost 28 oct 1773”
47. Uittreksels protocol
van bezwaar ORA Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 528: “Verschenen Brand Everts en Geertje
Hendriks echtel. verkopen voor f400,- aan Jan Eiberts en Fennigje Gerrits
echtel. een mudde zaailand waaraan oostw Tryntje Diesemers, westw burgem.
Brienen, zuidw Aalt Prins en noordw de erven Diesmer Egberts gelandet zyn get.
29 oct 1773”
48. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1777-1790 door H. Fikse 1996-2003, fiche 223:
“Verschenen
Aalt Tijmens Prins en Jannetje Kobus echtel. Jochem Hendriks en Annetje Aalts
echtel. en Tijmen Aaltsen en Klaas Teunis verkopen voor f 350,- aan Lubbert
Gerrits en Fennetje Gerrits echtel.een mudde zaailand aan de Winterdijk waaraan
oostw Trientje Diesmers westw burgem. Barneveld, zuidw de Winterdijk en noordw
kopers gelandet zijn get 11 april 1787”
49. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1777-1790 door H. Fikse 1996-2003, fiche 229:
“Een
magescheid gesloten tussen Harm Wolters en Hendrikje cornelis echtel. en Aalt
Tijmens Prins en Jannetje Kobus echtel. over de nagelaten goederen van Jacobus
Reinders en Stijntje Gerrits in leven echtel. aan de eersten toebedeelt 6
schepel zaailand met een hagen schietende met het ene eind aan de kleineweg en
aan Aalt Tijmens Prins 6 1/2 gres op Catstouwe get 26 jan 1788”
50. Uittreksels protocol
van bezwaar ORA Doornspijk 1803-1810, kerspel Oosterwolde, door H.
Fikse, 2002, fiche 406: “Hendrik
Geurts van de Noord en Aart Labots als geerfden doen cond: Verschenen Kobus
Aalts Prins en Aaltje Mentsels? echtel. Gerrit, Egbert, Jan en Margje Aalts
Prins en Klaas Kragt en Stijntje Aalts Prins verkopen voor f 877,- aan Jacob
Aalts en Aartje Lubberts echtel. ongeveer 6 ½ gresen weiland op Catsstouwe in
het "Zomerwerk" gelegen waaraan oostw Albert Alberts, zuidw Gerrit
Veldkamp, westw Jansen te Elburg en noordw Egbert Jansen en Harmen Driesen
gelandet zijn get 4 mei 1803”
51. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 552: “Verschenen Beeltje Gerrits geass. met
H.A.Brouwer verkoopt voor f 400,- aan Aalt Tijmensen Prins en Jannigje Jacobs
echtel. de helft van 9 gresen waaraan oostw Hendrik Geurts, westw de
Grotewoldweg, zuidw het Kamper stadsland en noordw de wed. van Willem Tijmens
gelandet is get. 28 oct 1762”
52. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 526: “Verschenen Willem Aartsen en Teuntje
Willems echtel. verkopen voor f1200,- aan Aart Roelofs en Lubbigje Jans echtel.
een erfje waaraan oostw de kleineweg, zuidw Aalt Prins, westw de groteweg en
noordw Gosen Port gelandet is alsmede 3 schepel van der Kettens gen. waaraan
oostw de erven Diesemer Egberts, zuidw Bytje Beerts westw Jan Willems en noordw
Renesse gelandet is Waarby is uitbedongen dat de kamer op de deele tot aan de
eerste stiel toe aan hun blyft tot een doorgang om water te halen, verder de
halve voorhof op de zuidkant van de kamer en op de brink een schuurtje te mogen
zetten en nog 2 spint aardappelland te mogen gebruiken zolang zy leven get. 28
febr 1770”
53. Uittreksels protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1762-1776 door H.
Fikse, 2000, fiche 527: “Verschenen
Aart Roelofs en Lubbetje Jans echtel. lenen f425,- van Aart Warners en Aaltje
Jochems echtel. onderpand hun huis hof berg en schuur tussen de kleine en
groteweg waaraan oostw de kleine en westw de groteweg,zuidw Aalt Prins en
noordw Gosen Lubbertsen Port gelandet is get. 5 sept 1772 afgelost 2 mei 1780”
54. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 528: “Verschenen Brand Everts en Geertje
Hendriks echtel. verkopen voor f400,- aan Jan Eiberts en Fennigje Gerrits
echtel. een mudde zaailand waaraan oostw Tryntje Diesemers, westw burgem.
Brienen, zuidw Aalt Prins en noordw de erven Diesmer Egberts gelandet zyn get.
29 oct 1773”
55. Uittreksels protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1762-1776 door H.
Fikse, 2000, fiche 541: “Verschenen
de heer Gijsb.Gerh. Sandberg als gevolm. van Barend van Houten en Alberta
Boeduinx echtel. volgens acte van den 13 aug 1765 te Elburg gepasseert welke op
den 10 sept 1765 publiek verkocht heeft voor f 554,- aan de erfgen. van Diesmer
Egberts, 6 gresen weiland "Snijderszesse" gen. waaraan oostw kopers,
zuidw 't Feythenhof, westw de wezen van Elburg en noordw de heer Bigge gelandet
is get. 6 febr 1766
Dezelfden
als boven verkopen voor f 430,- aan Willem Brantsen 4 gresen
"Raasinksviere" gen. in 't Eektermerk waaraan oostw Hendrik Beertsen,
zuidw Sagemans c.s.,westw 't Feytenhof en noordw de heer Knijff en Aalt Prins
gelandet zijn get. 6 febr 1776”
56. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 535:
“Verschenen
Egbert van Langen en Margje Scholten echtel. Jan van Dalsum en Aaltje Scholten
echtel.en Dilligje Scholten met autorisatie van haar man Willem van Boksum
verkopen gezamelyk voor f742,- aan Cornelis Peelen Coops en Aaltje Tymens
echtel. 6 schepel waaraan oostw de heer Coops en H. Kruithof, westw Jan
Beertsen, zuidw Gerrit Beertsen en noordw Aalt Prins gelandet is get 3 oct 1776”
57. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1777-1790 door H. Fikse 1996-2003, fiche 220: “Verschenen Willem van Zuthem en Harmpje Jans
Mulder echtel. verkopen voor f 414,- aan Willem Delbrugge en Hendrika
Wilhelmina van Zuthem echtel. een huis hof berg en schuur met 3 gresen weiland
noordwaart van het huis zoals van de wed. Aart Roelofs en voogden is
overgenomen
Verschenen Lubbigje Jans wed. van Aart Roelofs en Hendrik Harms en Jan Jansen
als voogden verkopen voor f 414,- aan Willem van Zuthem bovenvermeld erfje met
de bepaling dat koper Willem Aartsen zonder betaling zijn levenlang in de kamer
kan blijven wonen met het gebruik van de halve hof zuidw en2 spint land
aardappel land en op de deel tot aan de eerste stijl met een doorgang naar de
pomp en de eigendom van de schuur aan de zuidzijde op de Brink get 22 maart
1780
Verder verkopen zij voor f 122,- aan Hendrik Gerrits Lange een mudde zaailand
met een hagentje waaraan oostw Lubbert Gerrits westw Lubbigje Jans zuidw Aalt
Prins en noordw Albert Jans gelandet is Dan nog voor f 150,- aan Lubbert
Gerritsen en Fennigje Gerritsen echtel 8 gresen aan de kleineweg waaraan noordw
de kleineweg westw Hendrik Everts zuidw Aalt Prins en noordw Albert Jansen
gelandet is get 2 mei 1780”
58. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1777-1790 door H. Fikse 1996-2003, fiche 221: “Certificeren wij Reinder Schoonhovenm en
Gijsbert Berghuis als geerfden: Verschenen Lubbert Gerrits en Fennigje Gerrits
echtel. verkopen voor f 250,- aan Hendrik Jansen en Jannetje Gosens echtel. 8
gresen weiland aan de Kleineweg zoals van de wed. Aart Roelofs aangekocht
waaraan oostw de Kleineweg, westw Hendrik Gerrits, zuidw Aalt Prins en noordw
Albert Jansen gelandet is get 25 maart 1782”
59. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1791-1802 door H. Fikse, 1999-2003, fiche 295: “Verschenen Gerrit Eimerts en Engeltje
Brands echtel. verkopen voor f 425,- aan Barend van Marle en M.S.M. Knijf
echtel. een huis met 2 hoven weilanden en houtgewassen voor achter en bezijden
dat huis, ( het Ottersnest gen,) thans door Gerrit Hendriks Flier en Matheus
Hendriks bewoond wordend waaraan oostw de wed. Lubbigje Jans westw de grote
Woldweg zuidw Aalt Prins en noordw Albert Jans gelandet is get 25 mei 1795“
60. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1803-1810, kerspel Oosterwolde, door H. Fikse, 2002, fiche 387: “Verschenen Lubbigje Jans wed. van wylen Aart
Roelofs verkoopt voor f 150,- aan Wolter Hartgersen Docter een hagen waaraan
oost en noordw Gerrit Nieland, zuidw Aalt Prins en westw de heer van Marle
gelandet is.
get de 8 van bloeimaand 1810”
61. Oosterwolde (GD) 15-02-1731: Den 15 dito (Febr:] is gedoopt Gerrit Zoon
van Jakobus Reindertsz en Stijntje Gerrits. Obiit. Oosterwolde (GD) 22-05-1732: Den 22 Meij is gedoopt Jannetje, dochter van Jakobus Reindertsz en
Stijntje Gerritsz. Oosterwolde (GD) 15-08-1734: den 15 Aug: werden gedoopt … En Gerritje dochter van Jakobus Reindertsz
en Stijntje Gerritsz. Oosterwolde (GD) 23-03-1738: den 23 dito werdt Gerrit Zoon van Jakobus Reindertsz en Stijntje
Gerrits gedoopt.
62. Oosterwolde (GD) 24-12-1724: ged. item [10 December] de dogter van Jacobus Reijnders en Harmyntjen
Jans en genaamt Harmtjen.
63. Uittreksels
protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1675-1733, door H. Fikse, fiche 24: “Een sekere 6 en een 2/3 gres landts in
Oosterwolde waer ten oosten Jochem Klaas, zuytw Wolter Hendericks, westw
Stuurman en noort Harmen Willems en de stad Elburg, toebehorende Aeltje Aerrens
wed. geass. met Henderick Gerrits Scholten als haar momber. Anno 1724 den 10
mey dit landt vercoft en opgedragen voor 300 gulden ten behoeve van Jacob
Reinders en Harmina Jans echtel. gepass. voor geerfden Gijsbert Gerrits en
Henderick G. Scholten en Jochem Klaasen die dit hebben betekent enz. geregistr.
den 20 febr 1732”
64. Uittreksels
protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde, door H.
Fikse, fiche 108: “Wij Barend Feyth
en Willem Boeduinx doen cond, verschenen Aart Gerritsen en Jutje Gerrits
echtel. verkopen aan Eibert Jansen en Dreesje Jans echtel. hun erf en goed op
de Streek te Oosterwolde gelegen en thans door verkopers zelf bewoont. Met het
huis hof berg en schuur en opgaande bomen enz enz. waaronder begrepen 3 schepel
zaailand op de Vossenakkers aan de Winterdijk, gehorende onder dit erf. Beginnende
dit weiland aan de Woldweg tot aan de Winterdijk en nog 6 gresen daarover en
3/4 gres op de vorige 6 gresen volgend en dan de volle 8 gresen daarop volgend
alsmede 4 gresen noordw naast die 8 gresen, alles verkocht voor f 3000,-. Verder
met het recht voor verkopers de kamer en de hof die Diecemer Geerlofs gebruikt,
vrij zonder pacht hun levenlang te gebruiken, mits de kamer dak wand en vloer
glasdicht onderhouden worden. Aan welk goed westw Johannes van Loo, noordw
Beert Assenstouwe, oostw Jacob Reinders en zuidw de heer van Dedem gelandet is
get. 5 sept 1733”
65. Oosterwolde (GD) 16-04-1741: den 16 April doopte ik … Jacobus zoon van Gerrit Timansz Prins en
Stijntje Gerrits,. Oosterwolde (GD) 21-07-1743: den 21 Julij door D: Zegerius (ik in de Vacatuur te Oen) gedoopt Kobus,
zoon van gerrit Tijm: Prins en Stijntje gerrits. Oosterwolde (GD)
14-05-1747: ged. den 14 Meij … En
Lijsbeth,dochter van Gerrit Tijmonsz Prins, en Stijntje Gerrits. Oosterwolde
(GD) 04-01-1750: den 4 Januarij gedoopt
Timan, zoon van Gerrit Timansz of Prins, en Stijntje Gerrits.
66. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 535: “Magescheid gesloten tussen Gerrit Tymensen
Prins wednr van Aaltje Jans ten eenre en Gosen Tymens Prins en Cobus Gerritsen
als mombers over zyn 2 kinderen ten andere zyde Zulks na voorgaande examinatie
van de inventaris, en de huw. voorwaarden tussen de echtel. gemaakt is aldus
besloten Dat de vader de kinderen zal onderhouden enz. en ten mondigen dage zal
uitkeren de 2 mudde bouwland alsmede al de gerede goederen zoals op de
inventaris gespecificeert en van hun moeder afkomend, alsmede de kleren een
paar gouden hemdsknopen, en nog voor dezelve zal kopen een psalmboek met
zilveren krappe als hun moeder heeft ingebracht Waartegen de vader zal behouden
het overige van de alinge boedel gereed en ongereed tot zyn voordeel en afstand
dooen van de morgengave a f50,- zoals by huw. voorwaarden besproken get. 4
april 1767”
67. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 535: “Verschenen Gerrit Berends en Hendrik
Gerritsen beide in Doornspyk woonachtig en geerfd, verklaren borgen te zyn voor
Gerrit Tymensen Prins tot nakoming van het hierboven vermelde magescheid
verbindende hunne personen en goederen get. 19 mei 1767”
68. Doornspijk 06-02-1768: ged. Febr. 6 Thiemen zoon van Gerrit Prins en Geertruid Cornelis van den Hul.
Doornspijk 19-03-1769: ged. dito [19
Maart] Hilligjen dogter van Gerrit Thiemessen Prins en Geertruid Cornelis.Doornspijk
02-06-1771: ged. Juno 2 Thijmen zoon van
Gerrit Thijmsen Prins en Geertruid Cornelis. Doornspijk 25-04-1773: ged. April 25 Eevertje dogter van Gerrit
Thiemessen Prins en Geertruid Cornelissen, getuigen Geertje Gerrits en Jannigje
Cornelissen gebooren 1773 den 22 april.
69. Uittreksels protocol
van bezwaar ORA Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 532: “Wy B.van Marle en Gerrit Tymensen Prins doen
cond, verschenen Aart Hendriks mede namens zyn vrouw Aaltje Cornelis leent
f350,- van Harmen Wolters (van de Beld) en Hendrikje Cornelis echtel.onderpand
een mudde zaailand op de Klisterye zoals Aart Hendriks en zyn broers en zusters
dat onderling verdeelt hebben en dat wegens de minderjarige Hendrik Cornelis
nog toegestaan moet worden
Zo verbind hy zyn 1/7 portie uit de nalatenschap van zyn schoonouders Cornelis
Egberts en Hillegje Hendriks in leven echtel.of zal nader borg stellen get.2
oct 1772”
70. Uittreksels protocol
van bezwaar ORA Doornspijk 1777-1790 door H. Fikse 1996-2003, fiche 226:
“Op heden een
magescheid opgericht tussen Geertruid Cornelis wed. van wijlen Gerrit Tijmens
Prins geass. met Arend Jacobs ten eenre en Klaas Wolters als vader en voogd van
zijn 3 minderjarige kinderen Tijmen Gerrit en Harmpje bij wijlen Elisabeth
Gerrits Prins en echt verwekt benevens Cobus Gerrits en Geertruid Gerrits
echtel.
Zijnde gemelde wijlen Elisabeth en Cobus kinderen uit het eerste huwelijk van
Gerrit Tijmens Prins en Stijntje Gerrits in leven destijds echtel
Voorts Geertje Gerrits Prins geass. met Reier Gijsberts benevens Cobus en Gosen
Prins als voogden over Jan Gerrits Prins onmondige zoon uit zijn 2e huwelijk
bij wijlen Aaltje Jansen verwekt waaruit de meerderjarige Geertje ook gesproten
is
Dan nog Jan Willems Kragt en Evert Prins als voogden over Tijmen Hilligje en
Evertje Gerrits Prins kinderen uit zijn 3e huwelijk met Geertruid Cornelis ten
andere zijde
De waarde van de boedel bedraagt f 755,- waarvan de eersten de helft is f 311,-
en de gezamelijke verdere erfgenamen de wederhelft is f 377,- en ieder kind f
53,- ontvangt
Uit het ongerede ontvangt Geertruid f 680,- en wordt de verdere verdeling
uitvoerig beschreven”
71. D.
Otten, Oude namen in Oldebroek
(Oldebroek 1996) 33.
72. D. Otten, Oude namen in Oldebroek (Oldebroek 1996)
35.
73. Uittreksels
protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde door H. Fikse,
fiche 120: “Wij E.J.van Ommeren en W. Boeduinx doen cond,
verschenen Barbara Lamberts als moeder en wettige voogdesse van haar 4
onmondige kinderen bij Jacb Aaltsen verwekt, geass. met R.O.Schrassert verkoopt
aan Gerrit Tiemensen en Stijntje Gerrits echtel.een half mud op het Hooge voor
f 250,- Waaraan oost en noordw mevr Coopsen, westw Beert Rijksen en zuidw Jan
Scholten gelandet is en verder aan Hendrik Driesen Kruithof een half mud voor f
203,- waaraan west en noordw Jan Scholten, oostw Gosen Lubbertsen en zuidw de
zwarteweg gelandet is get. 20 maart 1741”
74. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde door H. Fikse, fiche 112: “Verschenen
Gerrit Balk en Beertje Egberts echtel. verkopen voor f 170,- aan Gerrit Tijmens
en Stijntje Gerrits echtel. een 1/2 mudde op de Streek waaraan oost en noordw
de heer Filet tot Kampen, westw Stijntje Jans en zuidw de heer Barneveld
gelandet is get. febr 1742.”
75. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde door H. Fikse, fiche 121: “Verschenen Gerrit Hendriksen en Petertje
Helmigs echtel. lenen f 600,- van Jantje Hendriks wed. van Gerrit Gijsbertsen,
… voor de helft aan Hendrik Gijsbertsen en Annigje Hendriks echtel. voor 1/4
aan de 3 kinderen van zall. Stijntje Gijsberts met namen Geesje, Marrigje en
Willemtje Hendriks, bij Hendrik Hillebrands in echt verwekt en voor de overige
1/4 part hun vijfdehalkf mud bouwland waaraan oostw de pastorie (diaconie) van
Oosterwolde zuidw Hendrikje Diesemers, westw Gerrit Prins en noordw de scholt
Potgieter gelandet is Get. 9 april 1745”
76. Uittreksels protocol
van bezwaar ORA Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 524: “Verschenen Johannes Fiolet mede namens zyn
huisvrouw Cornelia van der Heide en voorts als gevolm. van 3 zusters Maria,
Adriana en Johanna Fiolet te Amsterdam Verklaarde op 30 sept 1763 publiek ten
overstaan van het Cellebroeders quartier voor f552,- te hebben verkocht een mudde
gezaai met zyn huisstede en haartje gelegen op t Zuideinde en nu voor 4/6
parten over te geven voor f368,- aan Egbert, Jacob, Evert, Tryntje en Jannetje
Diesemers Waaraan oostw de diaconie van Oosterwolde, zuidw burgem. Barneveld en
Gerrit Prins, westw Willem Aartsen en Beert Teunissen en noordw burgem. Renesse
gelandet is get. 15 nov 1763”
77. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1777-1790 door H. Fikse 1996-2003, fiche 218: “Wij Gijsbert Gerhard Sandberg en
Maurits Sels als geerfden doen cond: Verschenen Geertruid Cornelis wed. van
wijlen Gerrit Tijmensen Prins leent f 4300,- van oud burgem D.C.Tulleken
Onderpand een kamp zaailand op de Streek "het Beukenland" gen waaraan
oostw Rein Munnik zuidw Gerrit Heimens weduwe westw Aart Werners en noordw
Jacob Claassen gelandet is en een hagentje mede op de streek gelegen waaraan
oost en noordw Renesse zuidw burgem. van Oldenbarneveld en westw Jacob
Diesemers gelandet is get 8 febr 1777”
78. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde door H. Fikse, fiche 115: “Verschenen
Hendrik Harmsen en Margien Gerrits echtel. verkopen voor f 50,- aan Gerrit
Tijmens en Stijntje Gerrits echtel. een half hagentje met Jan Harms in 't
gemeen, gelegen op de Streek, waaraan oost en zuidw Jan Wiggers, westw Peele
Hendriks en noordw Feythenhof gelandet is get. 17 febr 1747”
79. Uittreksels protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel
Oosterwolde, H. Fikse, fiche
132: “Verschenen
Willem Aartsen en Teuntje Willems echtel.lenen f 150,- van D.C.Tulleken en
E.M.Wolfsen echtel. stellen tot onderpand hun 2/5 parten in de haare met de
houtgewassen in het Eektermerk gelegen, waaraan zuidw Gerrit Tijmensen Prins,
westw de grotewoldweg en oostw de kleinewoldweg en noordw Gosen Lubbertsen (Port)
gelandet is
Zoals gekocht van Jan Harmsen en Aaltje Jochems echtel. en Hendrik Hillebrands
en Evertje Jochems echtel. get. 5 oct 1751 geroyeert 1 juni 1763”
80. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 540: “Verschenen Willem Aartsen en Teuntje Willems
echtel. lenen f 150,- van oud burgem. Tulleken stellen tot onderpand hun huis
in de Haare, de Haaren zelf met de houtgewassen waaraan oostw de kleinewoldweg,
züidw Gerrit Timensen Prins, westw de grotewoldweg en noordw Gosen Lubbertsen
(Port) gelandet is verder nog de helft van een half mudde zaailand waarvan de
andere helft Aart Roelofsen toebehoort waaraan oostw van de Kettings erfgen.
zuidw Jacob Staal westw. Jan Willems en noordw van Renesse gelandet is Verder
zijn zij nog 2 vestenissen schuldig een van f 300,- ingegaan 8 oct. 1749 en een
van f 150,- ingegaan 6 oct 1751 waarvan nog niets is afgelost, verklaarde de
comparant zich mede garant te stellen voor zijn zoon Gerrit Willems wegens zijn
moeders versterf enz enz. get. 18 aug 1762. De vestenis van f 150,- voldaan 29
juli 1769”
81. Uittreksels protocol
van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde door H. Fikse,
fiche 169: “Ick
Jacob Berents bekenne verkocht te hebben aan Arend Jacobs en Hendrikje Egberts
echtel. 1/3 van een schepel bouwland in een mudde waarvan kopers reeds 3
schepel bezitten en de andere 2/3 parten Jan Lamberts en Harmen Berents op het
Hoogeen waaraan oostw Hendrik Jacobs, zuidw Hendrik Aalts, westw Ds Lobé en
noordw Hendrik Gijsberts gelandet is Noch 1/3 in een mudde op het Zuideinde op
de Streek waarvan de rest Jan Lamberts behoort en waaraan oostw Gerrit Prins
zuidw Ant. Barneveld westw Hendrik Beerts en noordw Jacob Staal gelandet is
voor f 100,- get 25 maart 1747 Willem Tijmens Beert Lubberts en Gerrit
Hendriks”
82. Uittreksels
protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde, H.
Fikse, fiche 116: “Verschenen Arend
Jacobsen en Hendrikje Egberts echtel verkopen voor f 101,- aan Jan Eibertsen en
Fennigje Gerrits echtel. 1/3 part van een mudde bouwland welke andere 2/3 part
Jan Lamberts en de onmondige kinderen van Harmen Berends toebehoren op de
Streek gelegen waaraan westw Hendrik Beertsen, noordw Beert Teunissen oostw
Gerrit Tijmensen Prins en zuidw burgem. Barneveld gelandet is get. 3 mei 1754”
83. Uittreksels
protocol van bezwaar ORA Doornspijk 1733-1754, kerspel Oosterwolde, H.
Fikse, fiche 117: “Verschenen Jan
Lambertsen en Elisabeth Berendsen echtel. verkopen voor f 100,- aan Jan
Eibertsen en Fennigje Gerrits echtel. 1/3 part in een mudde zaailand op de
Streek, waarvan kopers reeds 1/3 toebehoort en het overige de kinderen van
Harmen Berends en waaraan oostw Gerrit Tijmensen Prins, zuidw burgem.
Barneveld, westw Hendrik Beertsen en noordw Beert Teunissen gelandet is get. 23
sept 1755 door Willem Hengeveld”
84. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1755-1761 door H. Fikse, fiche 461: “Verschenen Berent Harmsen en Aaltje Jans
echtel. alsmede Marchje Jans verkopen voor f 110,- aan Jan Eibertsen en
Fennigje Gerrits echtel. 1/3 part in een mudde op de Streek waaraan oostw
Gerrit Prins, westw Hendrik Beerts, zuidw burgem. Barneveld en noordw Beert
Teunissen gelandet is get. 26 april 1761”
85. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 526:
“Verschenen
Beeltje Gerrits wed. van Jan Harmsen, voorts Gerrit Jansen en Aartje Reiers
echtel. Hendrik Hendriksen Posthoorn en Hendrikje Willems echtel. welke tesamen
voor f82,- verkopen aan Gerrit Tymonsen Prins en Geertruid Cornelissen echtel.
een hagen op de Streek waaraan oost en zuidw de eigenaren van de Stenenkamer,
westw Gerrit Beertsen op t Eekt en noordw het Feythenhof gelandet is get. 21
juli 1770”
86. Zie noot 77.
87. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1777-1790 door H. Fikse 1996-2003, fiche 212: ”Een magescheid gemaakt tussen de
kinderen van wijlen Gerrit Tijmens Prins en Geertje Everts in leven echtel. aan
Jan Gerritsen Prins aanbedeelt een mudde zaailand kort bij de
"Gansenberg" naast de hof van Peter van Huiken waartegen aan Gerbrig
Lubberts en Geertje Gerrits Prins wordt toegedeelt een mudde mede daargelegen
het noordermud van het voorschreven mud afgedeelt get 4 april 1782”
88. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 533: “Magescheid gesloten tussen Brand Gerritsen
en Jennigje Cornelis echtel.Aart Hendriks en Aaltje Cornelis echtel. Gerrit
Tymensen Prins en Geertruid Cornelis echtel. Jan Willemsen Kragt en Marrigje
Cornelis (absent) echtel. Harmen Wolters en Hendrikje Cornelis echtel.en
Evertje Cornelis ten eenre en Gerrit Tymens Prins en Jacob Hendriks Fix als
mombers over de minderjarige Hendrik Cornelis (van den Hul) allen kinderen van
Cornelis Egberts (van den Hul) en Hillegje Hendriks in leven echtel. de totale
waarde der erfenis bedraagt f8175,- zodat elk 1/7 portie is f1067,- ontvangt
verdeelt met het blinde lot als volgt
Aan Harmen Wolters het huis hof en 5 schepel land en 6 morgen onder Oldebroek
met de Vlesse ad f700,- tesamen f2100,-
en moet de anderen compenseren als volgt
Aan Brand Gerritsen een mudde tegen de Clisteryeweg het kampje gen. en 9 gresen
in de zyen tesamen f1125,- comp. f42,-
Aan Aart Hendriks een mudde tegen de klisterye en 10 gresen op Kamperveen
tesamen f950,- comp. f217,-
Aan Jan Willems 5 schepel tegen de klisteryeweg en 6 gresen in de zyen tesamen
f1000,- comp. f167,-
Aan Gerrit Prins 2 1/2 mudde broesmansland gen.en 1 1/2 morgen Bongersveen in
Oldebroek en 4 gresen in de Wenden tesamen f1050,- comp. f117,-
Aan Hendrik Cornelis 8 gresen in 't somermerk tesamen f1000,- comp. f117,-
Aan Evertje 10 gresen onder Kaperveen en een mudde tegen de klisterye tesanmen
f950,- comp.f217,- get. 14 april 1773”
89. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1777-1790 door H. Fikse 1996-2003, fiche 224: “Op heden een magescheid gesloten tussen
Brand Gerrits en Jannetje Cornelis echtel. en Gerrit Hendriks en Nelletje
Gerrits echtel. maken met elkaar een vriendelijk accoord
Dat Brand zal hebben en behouden de 3 schepel waaraan oostw Evertje Cornelis,
westw Bood de schoenmaker uit Elburg, zuidw Gerrit Hendriks en noordw de weduwe
van Jan Lamberts en Jan Kragt. Verder aan Gerrit Hendriks de 3 schepel waaraan
oostw Evertje Cornelis westw Gerrit Tiemens Prins zuidw Beert Jacobs en noordw
Brand Gerritsen gelandet is met het extra beding dat hij nooit geen hout op de
noorderwal mag poten get 24 mei 1774
Gerrit Hendriks en Nelligje Gerrits verkopen die 3 schepel voor f 200,- aan
Lubbert Gerritsen en Fennigje Gerrits echtel get 25 sept 1778”
90. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 534: “Verschenen Brand Gerrits en Jannigje
Cornelis echtel. lenen f200,- van Mr F.B.Tulleken en Johanna Charlotta
Schrassert echtel. onderpand 3 schepel zaailand tussen de Clisterye en de Hul
waaraan oostw Egbert Jans, westw Geertruid Cornelis wed. van Gerrit Prins,
zuidw Gerrit Hendriks en noordw Jan Hendriksen gelandet is get. 6 sept 1776
voldaan 22 mei 1786”
91. Zie noot 88.
92. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 548.: “Verschenen Jan Petersen en Gijsje Hendriks
echtel. verkopen voor f 450,- aan Marrigje Hendriks het 1/3 deel van de helft
der navolgende goederen
1e. 7 gresen in de Zijen waaraan oostw de kleineweg, zuidw Jan Willems, westw
jonker Bruins en noordw Spaanserve
2e. 6 gresen waaraan oostw Hendrik Gerrits zuidw Gerrit Prins, westw de
dwarswetering en noordw Aalbert Gerrits
3e. de Riethare in de Wenden waaraan oost en noordw Beert Beertsen, zuidw
Hendrik Gerritsen en westw de kleineweg gelandet is
4e een half mud in Apperloo waaraan oostw Jan Tijmons, zuidw Jan Willems, westw
de wed. Jan Lambertsen en noordw de weg gelandet is
5e . van een huis en de grond aan de Sandweg en het 1/3 van een tiend groten
smal de eerste Noordertiend gen. alles onbezwaart get. 9 oct 1771”
93. Zie noot 88.
94. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1755-1761 door H. Fikse, fiche 469: “Wy Herman Arnold Brouwer scholt te Doornspyk
en Wilhelmus Everes doen cond verschenen Willem Jacobs en Biegje Jacobs echtel.
mede namens zyn broer Aart Jacobs, naar Indie vertrokken, en Beert Jacobs en
Jannigje Beerts echtel. en Hendrik Jacobs, alsmede Dirk Gerritsen en Willem
Jacobs als voogden over de onmondige kinderen van Hendrik Gerrits en Lubbigje
Jacobs in leven echtel. en Hendrik Gerrits als voogd over het onmondige kind
van wylen Willem Helmigs en Metje Jacobs en mede namens zyn mede voogd Hermen
Willems thans indispoot Zy allen verkopen aan Frank Gerritsen en Stientje
Helmigs echtel. 3 gresen in Bolsmerk in de Wenden waaraan oostw Gerrit Prins,
westw de kleineweg, noordw de landdrost Hekeren gelandet zyn en zulks voor f
230,- met consent van Oldebroek den 6 juni 1754 bekomen get. 3 febr 1756”
95. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 552: ”Wij Beert Jacobs en Frank Dirksen doen cond,
verschenen Frank Gerrits en Stijntje Helmigs echtel. verkopen voor f 250,- aan
Dries Hendriks en Fennigje Gerrits echtel. 3 gresen in de Wenden waaraan oostw
Gerrit Prins, westw de kleineweg, en noordw de landdrost van Heeckeren gelandet
is get. te Oldebroek 28 juni 1765”
96. Uittreksels protocol
van bezwaar ORA Doornspijk 1803-1810, kerspel Oosterwolde, door H.
Fikse, 2002, fiche 409: “Magescheid
gesloten tussen Klaas Wolters Smit getrouwd geweest met wijlen Elisabeth
Gerrits Prins ten eenre en Gerrit Cobussen Prins ten andere zijde over het
ongerede dat Cobus en Elisabeth van hun vader Gerrit Tijmensen Prins hebben
geerfd
Aan Klaas Wolters Smit toebedeelt 1 ½ morgen weiland aan de Zwarteweg onder
Oldebroek
Aan Gerrit Cobussen Prins 4 gresen in de Wenden kort bij
"Stoltenberg" waarmede partijen in vriendschap zijn gescheiden den 17
oct 1799”
97. Rechterlijk Archief Kampen inv. 151, fol. 173 d.d. 12-09-1760.
98. Oud
Archief Kampen. Apostillen
van Campen en haar Jurisdictie. 1624-1809. Deel 26 T. 2 jan. 1796 – 12 dec. 1803.
Inv. nr. O.A. 210, fol. 172.
99. Zie noot 47.
100. Oldebroek 01-05-1757: ged. Den 1 Meij. Zone Timen, zoon van Hendrik Timenzen Prins En Grietjen Egbertzs. Oldebroek 15-10-1758:
ged. Den 15 dito [Octob?.] Zone Egbert, zoon
van Hendrik Timenzen Prins En Grietjen
Egbertzs. Oldebroek 19-10-1760: ged. Den
19 Octob?. Zone Jan, zoon van Hendrik Timenzen Prins En Grietjen Egbertzs.
Daarbij staat: voor jan cautie gegeven naar Hattem voor 7 jaren Den 14 Maij
1803. Oldebroek 05-09-1762: ged. Den 5
septem?? . Dogter Fennetjen, dochter van
Hendrik Timenzen Prins En Grietjen Egbertzs. Daarbij staat: 1804 d. 2 Maij aan Fennetje cautie gegeven
voor 7 jaaren na Hattem. Oldebroek 09-11-1766: ged. Den 9. Dito [November] Dogter Elisabeth, dochter van Hendrik Tijmensen Prins, En Grietjen
Egberts.
101. Uittreksels protocol
van bezwaar ORA Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 531: “Magescheid gesloten tussen Gosen
Tymensen Prins als vader van zyn 2 onmondige kinderen by wylen Evertje Beerts
verwekt ten eenre en Gerrit Beerts en Lubbigje Gerrits echtel. ten andere zyde
over de goederen door hun vader en respect. schoonvader nagelaten, worden als volgt
Verdeelt
Aan Gosen Prins:
1e. 3 schepel teindens het huis van W. Heimeriks
2e. een hoekje hof Druivendaal gen. by het huis van Nikus Staal
3e. 3 morgen weiland onder Oldebroek tussen het huis van Nikus Staal en de wed.
Beert Beertsen gelegen
Aan Gerrit Beertsen
1e. 4 gresen in Lummermerk in de Wenden aan de kleineweg
2e. een half mud het Boomakkertje gen. aan de kleineweg aan de westzyde van de
heer Coops
3e. 2 morgen weiland onder Oldebroek noordw aan de zwarteweg en zuidw aan de
heigrave gelandet get. 27 juni 1769”
102. Oosterwolde (GD) 19-02-1768: Den 19 Feb?. Een kint van Goossen Prins gest. den 23 dito begraven N:
V: M: bet: 1 - 1 ½ - . Oosterwolde
(GD) 26-01-1771: den 26 dito [Jan.] Een
kint van Goossen T: Prins gestorv. den 30 dito begraven bet: 1 - 9 -:. Oosterwolde
(GD) 06-07-1773: Den 6 Julij een kindt
van Goossen Prins gest. den 8 dito begraven Deb. 9 ½ st. Oosterwolde (GD)
30-03-1782: den 30 Maart Een Kind van
Goossen Prins gest.den 2 April begraven V en M. bet: 9 ½ st. Oosterwolde
(GD) 10-08-1785: den 10 august: Een Kind,
van Goossen Prins gestorven. den 13 dito begraven N: V. en M. bt: 1 - 1 -8. Oosterwolde
(GD) 12-05-1788: den 12 maij Een kind van
Goossen T: prins gest. den 14 dito begraven N: v. en m: bt: : - 9 - 8. Oosterwolde
(GD) 08-09-1794: Den 8 Sept: Geesje
Goosens prins Gestorven Den 13 Dito Begraaven N: V en M: 29 stuiver Bt 1 - 9 -
:.
103. D. Otten, Oude
namen in Oldebroek (Oldebroek 1996) 32-33.
104. Henk Flier en
Beerd van de Streek, Buurtschappen in Oldebroek IX in: Uut ’t Oldebroeck,
januari 2009, 29e jaargang nummer 1, Uitgave van de Oudheidkundige
vereniging De Broeklanden, 15-25 aldaar 20.
105. Uittreksels protocol van bezwaar ORA
Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 531: “Verzoek van Ds Arnout Duurcant,
boedelhouder van wylen zyn vrouw Antonia Judith Wolfsen, om beslag te leggen op
de ongerede goederen van Meinard Joachim Buschman, en wel speciaal op het erf
de Klisterye met zyn behuizing zaai en weilanden
2e. op 4 gresen Wolfrey gen. in Lummermerk aan de winterdyk
3e. op 9 schepel de Thiencamp gen.op Oostbeek
Als zoon en erfgenaam van zyn moeder A.W.Wolfsen en rechthebbende op de pachten
en opbrengsten der goederen enz enz.
Dit door my Peter Tymensen als onderscholt gedaan en voorgelezen in presentie
van Gosen Tymensen Prins als meier van voorschreven erve den 12 febr 1770”
106. Uittreksels protocol van bezwaar
ORA Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 531: “Verschenen Gosen Tymensen Prins en Evertje
Beerts echtel. lenen van Hendrikje Reiers wed. van E.L.Pot ? f200,- Onderpand 3
schepel waaraan zuidw de armen van Oosterwolde, noordw Maay Wynne gelandet is
get. 10 juni 1768 vold. 3 juli 1771”
107. Uittreksels protocol van bezwaar
ORA Doornspijk 1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 531: “Verschenen Gosen Tymensen Prins en
Grietje Jans echtel.verkopen voor f300,- aan Jan Berentsen Mulder en Evertje
Hendriks (Posthoorn) 3 schepelzaailand waaraan oostw de kleineweg, westw de
wed. Hendrik Gysberts, zuidw de armen van Oosterwolde en noordw de wed A.Wynne
gelandet is get. 3 juli 1771”
108.
Uittreksels protocol van bezwaar ORA Doornspijk
1762-1776 door H. Fikse, 2000, fiche 532: “Verschenen Gosen Tymens Prins verkoopt voor f100,- aan Mr J.
Buschman en vrouwe J. Sels echtel.1 schepel lands waaraan oost en noordw
Gysbert Hendriks, westw Klinkerwegje en zuidw Gosen Tymens Prins gelandet is
get. te Oostendorp 8 nov 1771”
109. Uittreksels protocol van bezwaar
ORA Doornspijk 1803-1810, kerspel Oosterwolde, door H. Fikse, 2002, fiche 389: “Verschenen J.C. Sels wed. Buschman
verkoopt aan Egbert Gerrits Roes en Jantje Harms echtel. voor f120,- haar
plaatsje aangekocht van Gosen Prins die het vele jaren in erfpacht gebruikt
heeft en door vele jaren wanbetaling aan haar vervallen was. get 16 april 1803”
110. Oosterwolde (GD) 16-12-1770:
ged. den 16. dito [Decbr.] Lijsbeth, dogter
van goossen Timansz prins en Grietje Jans. Oosterwolde (GD) 23-05-1773: den selfden dato [23 Maij] nogh Goossen
Tijmens Prins , en Grietje Jans, haare dogter laaten doopen gebooren den 19
Maij Getuige Neeltje Jans, het Kindts naam Geesje. Oosterwolde (GD)
18-09-1774: Dien selfde dato [18
Septemb?], Gedoopt, de zoon van Goossen Tijmensz. Prins, en Grietje Jans.
Geboren den 15. Sept. Getuige den vader selfs, en is genoemt Jan. Oosterwolde
(GD) 26-01-1777: Den 26 Jan. hebben
Goossen Tijmensz Prins en Grietje Jans haar Dogter laten Doopen, geboren den
22. dito, zijnde getuigen Beerentje Gerrits en wert genaamt Geesje. Oosterwolde
(GD) 20-12-1778: den 20 Decembr. hebben
Goossen Tijmensz. Prins en Grietje Jans haar dogter laten dopen Geboren den14
dito zijnde Getuige Jannetje Tijmens, en werd genaamdt Marigje. Oosterwolde
(GD) 30-04-1780: Den 30 April hebben
Goossen Tijmensz. Prins, en Grietje Jans hun dogter laten dopen geboren den 27.
dito zijnde Getuige Geertuij Alberts, en werd genaamdt Aaltje. Oosterwolde
(GD) 17-03-1782: Den 17 Maart hebben
Goossen Tijmens Prins en Grietje Jans hunnen zoon laten dopen, Geboren den 14
dito zijnde getuigen Jannetje Tijmens en werd genaamt Tijmen. Oosterwolde
(GD) 13-07-1783: Den 13 Julij hebben
Goossen T: Prins en Grietje Jans hunnen zoon laten dopen, Geboren den 5 Julij
zijnde getuige Matje Goossens en werd genaamdt Tijmen. Oosterwolde (GD)
28-08-1785: Den 28 August: hebben Goossen
Tijmensz. Prins, en Grietje Jans hun dogter laten dopen geboren den 14 dit[]
zijnde getuige Matje Goossens, en werd genaamdt Gergjen. Oosterwolde (GD)
20-04-1788: Den 20 April hebben Goossen
Tijmensz Prins en Grietj[] Jans hun dogter laten dopen geboren den 17 dito
zijn[] Getuige Lijsabet Goossens, en werd genaamdt Jannigjen. Oosterwolde
(GD) 04-10-1789: Den 4 Oct: hebben
Gooszen Timens Prins en Grietje Jans hunnen dogter laaten dopen Gebooren den 3
Dito zijnde Getuige Lijsabet gooszens, en werd genaamd Hendrikje.
111. Rechterlijk Archief Kampen 102, fol. 133.
112. Rechterlijk
Archief Kampen 102, fol. 142.
113. Rechterlijk
Archief Kampen 102, fol. 142v.
114. Zie noot 24.
115. Rechterlijk Archief Kampen 102, fol. 148v.
116.
Oud Archief Kampen. Apostillen van Campen en haar Jurisdictie. 1624-1809. Deel
26 R. 3 jan. 1780 – 28 dec. 1786. Inv. nr. O.A. 208, fol. 10v.
117.
Oud Archief Kampen. Apostillen van Campen en haar Jurisdictie. 1624-1809. Deel
26 R. 3 jan. 1780 – 28 dec. 1786. Inv. nr. O.A. 208, fol. 15.
118.
Oud Archief Kampen. Apostillen van Campen en haar Jurisdictie. 1624-1809. Deel
26 R. 3 jan. 1780 – 28 dec. 1786. Inv. nr. O.A. 208, fol. 60v.
119. Oud Archief Kampen. Apostillen van Campen en haar
Jurisdictie. 1624-1809. Deel 26 S. 4 jan. 1787 – 24 dec. 1795. Inv. nr. O.A.
209, fol. 210v.
120. Oldebroek, Transcriptie en indices op de aantekeningen van de commissarissen
van huwelijkse zaken 1796-1811, J. Kolkman 1996.
121. Zie noot 50.
122. Uittreksels protocol van bezwaar
ORA Doornspijk ORA Doornspijk 1791-1802 door H. Fikse, 1999-2003, fiche 293: ”Verschenen Hillegje en Evertje Gerrits Prins geass.
met Brand Gerrits verkopen voor f 280,- aan Feithenhof een hagen liggende langs
Feithenhofserf waar thans Harm Driesen woont op de Streek get 27 dec 1791”
123. Transcriptie Registre Civique
Oldebroek 1812 door J. Kolkman 2007.
124. Lijsten van
gezinshoofden en alleenstaanden per rot. Archief gemeentebestuur van Oldebroek
1795-1813, inv. 63.
125. Oldebroek 17-07-1768: ged.
Den 17. dito. [Julij] Zoon Tijmen,
zoon van Evert Tijmenz. Prins, En
Beertjen Andries. Oldebroek 10-05-1772: ged. Den 10 Maij Dochter Hendrikje geboren d. 9 Maij, dochter van Evert Timenz, en Beertje Andriesz. Getuige
Batje Andriesz
126. D. Otten, Oude
namen in Oldebroek (Oldebroek 1996) 27-28.
127. BR Oldebroek 01-01-1830, I
fol. 193: Jannetje Prins wv Brummel. BS
Oldebroek 20-03-1832: Jannetje Prins
is ovl. Oldebroek 20-03-1832 ten haren huize in de Lapstreek No. 126
binnen deze Gemeente.
128. BR
Oldebroek 01-01-1830, I fol. 193.
129.
Oldebroek 31-01-1762: ged. Den 31
dito [Janrij] Zone Jan, zoon van Hendrik
Janzen in ’t Stuijvezandt & Marijtjen Timanzs. Daarbij staat: 1804 d. 2 Maij cautie gegeven voor Jan naa
Hattem voor 7 jaaren.
130. D. Otten, Oude
namen in Oldebroek (Oldebroek 1996) 29.
131. Oldebroek 31-01-1762: ged. Den 31 dito [Janrij] Zone Jan, zoon van Hendrik Janzen in ’t Stuijvezandt & Marijtjen Timanzs. Daarbij
staat: 1804 d. 2 Maij cautie gegeven voor
Jan naa Hattem voor 7 jaaren. Oldebroek 17-07-1763: ged. Den 17. Dito [Julius] Dogter Biegjen,
dochter van Hendrik Jans En Marrigjen
Thiemens. Oldebroek 21-08-1763: ged. Den
21. Dito [Augustus] Dogter Biegjen, dochter van Hendrik Jansen En Marrigjen Tiemens. Oldebroek 21-07-1765: ged. Den 21. Julij Dogter Elisabeth, dochter
van Hendrik Jansen & Marrigje
Thijmens Prins. Oldebroek 12-04-1767: ged. Den 12. April Dogter Biegjen, dochter van Hendrik Jans En Marrigjen Tiemens Prins. Oldebroek 22-05-1768: ged.
Den 22. Dito [Meij] Pinxter-dag Dogter
Jannigjen, dochter van Hendrik Janzen,
En Marrigjen Timens Prins. Oldebroek 16-07-1769: ged. Den 16. dito. [Julij] Dogter Hillegje, dochter van Hendrik Jans, En Marrigje Tijmens. Oldebroek
16-06-1771: ged. Den 16 Junij Dogter
Hilletjen, dochter van Hendrik Janzen
Thijzzen En Marijtjen Timans. Oldebroek 04-10-1772: ged. Zoon Timen Geboren Den 1 Octob., zoon van
Hendrik Janszen En Marrichje Timens. Getuige Geertje Timens. d. 26 Dec 1800
Doop attest gegeven.
Bronnen bij Generatie
VI
-